Nederlands-hervormde kerk

Nederlands-hervormde kerk

In de dorpskern Jaarsveld staat een veertiende-eeuwse laat-gotische zaalkerk waarin de hervormde gemeente resideert. Het schip en het koor van de kerk zijn witgepleisterd. De 35-meter hoge kerktoren vormt een opvallende verschijning in Jaarsveld. Alhoewel er geen overblijfselen van een oudere kerk zijn aangetroffen, durft kunsthistoricus Fred Gaasbeek niet uit te sluiten dat er niet eerder een kerk op deze plaats stond.

In 1589 ging de Jaarsveldse parochie over tot de leer van de Reformatie onder leiding van dominee Isebrandus Johannis van Byland. In 1611 deed de remonstrantse predikant Passchier de Fijne zijn intrede in Jaarsveld. De heer van Jaarsveld, Johan Michielsen van Varelar, had gevraagd of hij een zomer lang wilde voorgaan in het dorp, waarbij hij zijn intrek mocht nemen in het herenhuis. Al snel bleek dat de gemeente van Jaarsveld hem graag als vaste predikant wilde hebben en er werd een beroep op hem uitgebracht. De Fijne bezocht de Synode van Dordrecht vanaf de publieke tribune en weigerde hier de Dordtse Leerregels te onderschrijven. In 1619 werd hij afgezet vanwege zijn remonstrantse prediking, samen met 200 anderen, waaronder de predikant van Lopik. 

De inwoners van Jaarsveld hebben eeuwenlang te strijden gehad met het water uit de rivier de Lek. Het dijkcollege van de Lopikerwaard was gevestigd in het dijkhuis van Jaarsveld. Wanneer er een overstroming dreigde, moesten de kerkklokken in de Lopikerwaard luiden. Als reactie op dat startsein trok een grote groep mannen met allerhande gereedschap naar de dijk toe in een poging een overstroming te voorkomen. Om alarm te kunnen slaan was het dijkcollege afhankelijk van de kerken in de Lopikerwaard. Om de onderlinge band te versterken schonken de ‘dijkmeesteren’ de kerk van Jaarsveld in 1611 een gebrandschilderd raam waarop het wapen van de heer van Jaarsveld stond afgebeeld. Op dit moment bevindt zich in het trapportaal van de kerktoren nog steeds een gewelfschotel die de zondvloed en de ark van Noach verbeeldt; wellicht heeft de strijd van de Jaarsvelders met het water meegespeeld bij de keuze van dit Bijbelse onderwerp.

Vanaf 1672 stond de Lopikerwaard twee jaar onder water omdat de Hollandse waterlinie was ingesteld om de inval van de Fransen te stuiten. De kerk van Jaarsveld liep zware waterschade op door deze inundatie. De dijken werden eind juni 1672 doorstoken – net iets te laat, want op 25 juni 1672 bleken de Fransen de kerk al in brand gestoken te hebben. Na de oorlog werd alle schade hersteld.

Na de Franse tijd zouden er nog meer restauraties volgen. De kerk werd intensief gerestaureerd in de jaren 1954-1956. Bij deze renovatie kwamen de consistorie en de aanbouw aan weerszijden van het koor tot stand. Vernieuwd werden de houtconstructie van de toren en de kapconstructie en het houten gewelf van het schip. Er werden drie gebrandschilderde ramen in middeleeuwse glazenierstijl geplaatst. Het rechtse raam verbeeldt psalm 139, het middelste laat psalm 124 zien en het linkse toont de 128ste psalm. De laatste restauratie werd uitgevoerd in 1992. In verband met vochtproblemen in de muren was het nodig het pleisterwerk aan de binnen- en buitenzijde van het kerkgebouw geheel te vervangen.

Archieven:
  • Archief van de Nederlands Hervormde gemeente van Jaarsveld 1699-1999 (L043).
Literatuur:
  • Fred Gaasbeek en Teun Winkelman, Lopik: geschiedenis en architectuur (Zeist, 1996), pp. 196-197;
  • Adrie de Groot e.a. Kerkepadgids Linschoten – Benschop – Lopikerkapel – Jaarsveld (z.p., 1985).
Documentatie:
  • Uitgave ter gelegenheid van Open Monumentendag 2004, Nederlands Hervormde Kerk
    Werkgroep Open Monumentendag 2004 Lopik.