Waterschap Hoenkoop, Vliet & Dijkveld

Waterschap Hoenkoop, Vliet & Dijkveld

Het waterschap Hoenkoop, Vliet en Dijkveld ontstond in 1894 uit een samenvoeging van het waterschap Hoenkoop en het waterschap Vliet & Dijkveld. Het nieuwe waterschap was ongeveer 840 hectare groot en lag gedeeltelijk in Zuid-Holland (Haastrecht) en gedeeltelijk in Utrecht (Hoenkoop). Ten noorden werd het begrensd door de Hollandse IJssel, ten oosten door het waterschap Willeskop en de stad Oudewater, ten zuiden door het waterschap Polsbroek en ten westen door de polders Rozendaal, Honaard en Vlist Oostzijde.

Hoenkoop is waarschijnlijk in de tweede helft van de twaalfde eeuw ontgonnen. De naam wijst op een cope-ontginning, waarbij moerassen en bos door kolonisten uit (West-)Friesland omgezet werden in vruchtbare landbouwgrond en door kades omdijkt. De nieuwe polder moest zijn overtollig water kwijt. Omdat Hoenkoop dat niet direct aan een grotere watergang zoals de Hollandse IJssel of de Vlist kon lozen moest dat via de zuidelijk van Hoenkoop gelegen polder Rozendaal gebeuren. Dat ging eerst via een oudere sloot en sinds 1438 via de speciaal daarvoor gegraven Schoolvliet. Heel vroeg, al in 1485, kreeg Hoenkoop zijn eerste molen om het water uit de polder, die door inklinking lager was komen te liggen dan de IJssel, weg te malen met opnieuw een vliet naar de IJssel. Die molen stond langs deze nieuwe Nedervliet; in 1638 werd er vlakbij een tweede molen gebouwd, omdat de eerste molen het bemalen van Hoenkoop niet meer alleen aankon. Zo ontstond een “getrapte bemaling”. Het water ging via de vliet door een sluisje in de IJsseldijk naar de IJssel.o0862 gemaal hoenkoop In 1884 werden de molens vervangen door een nieuw stoomgemaal, dat vlak bij de IJsseldijk kwam te staan.

Het bestuur van de polder en het beheer van molens gebeurde door de schout van Hoenkoop met twee heemraden en vier poldermeesters aan de hand van “schouwbrieven”, reglementen. De oudste daarvan was uit 1486, latere werden onder andere. in 1638, 1742 en 1835 vastgesteld. In 1862 kreeg Hoenkoop een nieuw, door de provincie vastgesteld Bijzonder Reglement met een bestuur van een schout met drie heemraden of bestuursleden.

De polders Vliet en Dijkveld lagen aan de zuidelijke oever van de IJssel en zijn rond 1100 in cultuur gebracht, waarbij Dijkveld onder de bisschop van Utrecht en Vliet later onder de graaf van Holland kwam. Zoals in Hoenkoop liep het overtollig water ook hier via gegraven sloten naar de IJssel en ook in Dijkveld en Vliet, die steeds nauw met elkaar verbonden waren, kwam er tenslotte een molen. Die stond aan de Tiendweg en moet halverwege de zestiende eeuw gebouwd zijn; hij maalde uit via een boezem, een grotere watergang, naar de IJssel, via een sluisje in de IJsseldijk. De molen werd in 1711 vervangen door een andere, die op zijn beurt in 1842 weer plaats maakte voor een nieuwe.

De polders Vliet en Dijkveld werden bestuurd door de schout van Vliet en die van Dijkveld met elk een heemraad op grond van een reglement uit 1609, dat in 1661 vervangen werd. In 1866 kreeg Dijkveld een Bijzonder Reglement met een bestuur van een schout met twee heemraden. Vliet was tussen 1856 en 1880 tijdelijk van Dijkveld losgemaakt, maar in 1880 werden de twee waterschappen weer bijeengebracht.

Sinds Hoenkoop zijn stoomgemaal had bood dit waterschap al regelmatig hulp bij het bemalen van de buurpolders Vliet & Dijkveld. Rond 1890 bleek het voor beide waterschappen aantrekkelijk om te fuseren. Hoenkoop kon zijn vele kosten aan het gemaal dan verdelen over meer grondeigenaars; Vliet & Dijkveld konden hun molen, die slecht werd en misschien vervangen zou moeten worden, afdanken en zo op hun kosten besparen. Dit alles leidde in 1894 tot het samenvoegen van de twee waterschappen tot een nieuw waterschap Hoenkoop, Vliet & Dijkveld. Het bestuur zou voortaan bestaan uit een schout of voorzitter met vier heemraden. De bemaling gebeurde via het stoomgemaal van Hoenkoop; de molen van Vliet & Dijkveld werd in 1895 gesloopt. Het gemaal kreeg in 1924 een nieuwe stoomketel en werd in 1946 omgebouwd tot electrisch gemaal.

Het waterschap Hoenkoop, Vliet & Dijkveld heeft bestaan tot 1 januari 1974; met ingang van die datum ging het op in het nieuwe waterschap Lopikerwaard. Het gemaal heeft nog gefunctioneerd tot 1990. In dat jaar werd het nieuwe gemaal Keulevaart in gebruik genomen en verloor het oude gemaal zijn functie.

Archief
  • Archief van het waterschap Hoenkoop, Vliet en Dijkveld en voorgangers (1486) 1649-1973 (1980) [H065].
Literatuur
  • W.F.J. den Uyl, De Lopikerwaard II: de waterschappen (Utrecht, 1963), pp. 334-390.