IJsselbrug

IJsselbrug

De Hollandse IJssel kan tegenwoordig binnen de gemeente IJsselstein op zes verschillende plaatsen via een brug of viaduct gepasseerd worden. Tot 1964 kon dat tussen Knollemanshoek en de Geinbrug (nu Nieuwegein, toen nog gemeente IJsselstein) maar op één plek: via de IJsselbrug, die de IJsselstraat  met de Poortdijk verbond. Deze brug, die grotendeels uit 1972 dateert, gaat nu voornamelijk open voor pleziervaartuigjes, maar tot ver in de vorige eeuw passeerden hier vracht- en beurtschepen de voorgangers van de huidige brug. De IJssel was van belang voor het vervoer van passagiers van en naar Utrecht en voor producten, die door de meubelfabrieken en steenbakkerijen in IJsselstein tot ver buiten de gemeente werden verkocht.

Het ligt voor de hand dat er in het verre verleden al een brug over de IJssel heeft gelegen om de toegang tot het stadje vanuit het oosten mogelijk te maken; het is niet waarschijnlijk dat al het landverkeer over de weg via de IJsseldijk en de Geinbrug of via Knollemanshoek en de Achtersloot zijn weg vond. In 1769 beschreef en tekende J. van Stolk de brug over de IJssel, zoals die er toen uitzag: een vaste stenen boogbrug met een onderdoorgang van ongeveer 18 voet (5,5 meter). Van Stolk noteerde, dat de brug in zeer goede staat verkeerde; wellicht was hij kort tevoren vernieuwd of gerenoveerd. Deze brug werd in de volksmond de “Asbrug” genoemd, misschien omdat vanaf deze brug de “as” of vuilnis uit de stad werd afgevoerd.

Tussen 1856 en 1862 werd de Hollandse IJssel tussen Gouda en Vreeswijk gekanaliseerd, waarbij de tot dan toe sterk kronkelende rivier op de meeste plaatsen werd rechtgetrokken. Dit was een enorm project voor Rijkswaterstaat, want door die kanalisering moesten er ook veel sluizen, bruggen en andere kunstwerken worden gebouwd of vernieuwd. Zo gebeurde dat ook in IJsselstein, waar het gemeentebestuur in 1857 een overeenkomst sloot met het Rijk. Rijkswaterstaat zou ervoor zorgen dat de Geinbrug en de Asbrug, allebei vaste bruggen, werden vervangen door twee beweegbare bruggen, die na het gereedkomen ervan, aan de gemeente zouden worden overgedragen. De twee bruggen waren in 1859 klaar. Het waren draaibruggen van het type zoals de brug over de Hollandse IJssel in Montfoort. De gemeente moest voor het onderhoud ervan zorg dragen en ook voor elke brug een brugwachter in dienst nemen.

De draaibrug was gebouwd op de soorten schepen, die rond 1860 de IJssel bevoeren. Met de jaren werden die boten echter groter en werd het steeds moeilijker om de met hout, stenen en andere goederen volbeladen boten door de brug te krijgen. Hoewel de gemeente voor het onderhoud moest zorgen was het Rijk eindverantwoordelijk gebleven voor de IJsselbrug en daarom moest Rijkswaterstaat voor een oplossing zorgen. In 1907 werd de draaibrug vervangen door een ophaalbrug. De sloop van de oude brug ging snel, maar de bouw van de nieuwe, die in de zomer gepland was, liep vertraging op omdat het nodige ijzer nog niet gearriveerd was. Tot die tijd voer er een pontje heen en weer, wat echter geen soelaas bood voor koetsen, wagens en de incidentele auto. Gelukkig kwam de brug in 1907 gereed, een toonbeeld van degelijkheid en schoonheid. Geel geverfd, elegant van vorm en makkelijk te bedienen, zeker de eerste jaren. Voor de brugwachter, die nog altijd door de gemeente werd betaald, werd er een bijpassende woning gebouwd aan de zijde van de IJsselstraat.

De brug voldeed tot in het begin van de jaren ’50 van de vorige eeuw goed. Na de oorlog kregen de gemeente en het Rijk ruzie over het onderhoud en de kosten van de brug en de bediening, waar de staat van de brug niet bij gebaat was. Op een bepaald moment kon hij nog slechts met touwen, getrokken door gepensioneerde vrijwilligers, omhoog getrokken worden. Toen dit in de landelijke pers bekend werd ondernam Rijkswaterstaat tenslotte actie. De oude brug werd in 1959 gesloopt en vervangen door een tijdelijke hefbrug, gemaakt uit onderdelen van een militaire Baileybrug. Terwijl in 1964 voor de ontsluiting van de wijk IJsselveld een tweede brug tot stand kwam ter hoogte van de Oranje Nassaulaan bleef het centrum van IJsselstein bijna dertien jaar lang tobben met de tijdelijke noodbrug. Pas in 1972 werd er op de plek van de oude brug weer een nieuwe gebouwd, die precies leek op zijn voorganger; ook het brugwachtershuis werd vernieuwd naar model van het oude exemplaar. Omdat sedertdien de binnenstad vanuit allerlei andere richtingen beter bereikbaar was is het belang van de IJsselbrug tegenwoordig gering; vooral zijn lange voorgeschiedenis maakt hem uit historisch oogpunt interessant.

Archieven
  • Archief gemeente IJsselstein 1811-1942 (Y002), invnr 881;
  • Archief gemeente IJsselstein 1943-1978 (Y031), invnr 2588.
Literatuur