Benschopperweg en Groene Dijk

Benschopperweg en Groene Dijk

Tot de oudste wegen in de gemeente IJsselstein behoren de Groene Dijk en de Benschopperweg, die allebei aan de westzijde van de oude stad de verbinding vormen met het dorp Benschop. Van die twee wegen is de Groene Dijk de oudste. De weg was oorspronkelijk, zoals de naam al aangeeft, een dijk die ten noorden van de zogenaamde Verlengde Benschopperwetering liep. Toen het gebied rond IJsselstein in het begin van de dertiende eeuw ontgonnen werd groeven de ontginners sloten om het overtollig water uit de moerasgebieden, die ze in cultuur brachten, af te voeren naar een hoofdwatergang. De afvoer van het overtollig water van de ontginning Benschop (Benno’s cope) ging via de daarvoor rond 1300 gegraven Benschopperwetering. Die stond op zijn beurt op verschillende plaatsen via sloten en vlieten in verbinding met de Hollandse IJssel. In de buurt van IJsselstein gebeurde dat via de Achterslootwetering, maar al snel werd de Benschopperwetering op de grens van Benschop en IJsselstein, bij Het Hemeltje, verlengd om aan te sluiten op de stadsgracht van IJsselstein. De dijk langs die verlengde wetering, die rond 1375 gereed moet zijn gekomen, werd de Groene Dijk. In de negentiende eeuw werd de Groene Dijk ook wel de Bisschopsteeg genoemd, maar in de wandeling sprak men in IJsselstein meestal over de Kamperkleiweg of Kamperdijk. Die naam verwees naar de Kampen, circa 9,5 morgen weiland, wellicht oorspronkelijk eigendom van de stad, waar de dijk langs liep. De Verlengde Benschopperwetering kreeg naast zijn oorspronkelijke functie van afvoerkanaal al snel meer belang als verbindingsroute voor de scheepvaart van Benschop en de meer westelijk gelegen polders en de stad IJsselstein.

Toen in het derde kwart van de zeventiende eeuw aan de zuidkant van de Benschopperwetering een zandweg werd aangelegd voor het handels- en landbouwverkeer te voet of met paard en wagen werd die zandweg ook doorgetrokken op IJsselsteins grondgebied. Rond 1675 was er naast de Kamperkleiweg ook een Kamperzandpad. Dit zandpad werd tot ver in de negentiende eeuw door de stad onderhouden in die zin, dat er regelmatig een laag nieuw zand werd opgebracht. Door zijn lengte leende de weg zich goed voor harddraverijen met paarden, die er regelmatig georganiseerd werden. Een flink stuk van het Kamperzandpad was in het verleden in erfpacht gegeven aan leden van de familie Mol en pas na lange onderhandelingen wist de gemeente IJsselstein dat stuk in 1929 weer volledig in eigendom terug te krijgen.

Aan het begin van de vorige eeuw werd het Kamperzandpad begrind; druk bereden werd het pad toen nog niet. De bebouwing langs de Groene Dijk en het Kamperzandpad was beperkt tot een paar  boerenschuren, een enkel huis en, aan het eind van het Kamperzandpad, bij de Achtersloot, de herberg De Roode Leeuw.

Vanaf de jaren ’30 veranderde er veel. Het Kamperzandpad kreeg in 1933 een nieuwe naam en werd de Benschopperweg. Langs deze Benschopperweg werden woningen gebouwd, waaronder in 1934 tien grote burgerwoningen door de directeur van de gemeentebedrijven J.B. ten Hout die hier als projectontwikkelaar optrad. Op de plaats van De Roode Leeuw verrees een Rooms-Katholiek patronaatsgebouw. De schaatsbaan van de IJsselsteinse ijsclub lag er en vanaf de jaren ’40 kwam er industrie in de vorm van een meubelfabriek. De Benschopperweg was toen al een stuk korter dan het oorspronkelijke Kamperzandpad: de gemeente had in 1939 het meest westelijk deel aan de provincie Utrecht verkocht voor de aanleg van de nieuwe provinciale weg (nu de Baronieweg).

Zo druk als het werd op de Benschopperweg, zo rustig bleef het nog lang aan de Groene Dijk. Die rust kwam deels door de oprichting van de Rooms-Katholieke begraafplaats in 1867, maar ook het langdurig gebruik als weiland droeg er aan bij.

Na de tweede wereldoorlog verloren de Benschopperweg en de Groene Dijk hun belang als verkeersaders tussen de oude stad en Benschop. De uitbreiding van IJsselstein bracht de aanleg van nieuwe wegen, beter ingericht op het moderne autoverkeer, met zich mee. De Benschopperweg en de Groene Dijk werden woonstraten, waarbij de laatste nog enigszins zijn groene naam eer aandoet.

Archief
  • Archief van de gemeente IJsselstein 1811-1942 (Y002), o.a. invnrs 370-372, 866-867 en 871-872.
Literatuur