Nederlands-hervormde of oude Nicolaaskerk

Nederlands-hervormde of oude Nicolaaskerk

De (oude) Nicolaaskerk (gelegen aan het Kronenburgplantsoen, in de noordelijke hoek van de oude binnenstad) dateert in hoofdzaak uit de vijftiende eeuw. Van de voorganger uit 1310 zijn slechts enkele muurresten bewaard gebleven in de gevel van de kerk.

De kerk is gebouwd als pseudo-basiliek, waarbij de zijbeuken en het middenschip vrijwel even hoog zijn. Het middenschip kan dus geen vensters bevatten. Daarom zijn in de zijbeuken steekkappen aangebracht, waarin vensters zijn geplaatst. Het pseudo-basilicale bouwtype werd in die tijd vaak gebruikt voor kleinere stads- en dorpskerken. De vierkante onderbouw en het eerste achtkant van de toren aan de westzijde zijn tussen 1532 en 1535 door de Italiaanse vestingbouwer/goudsmid Alexander (Alessandro) Pasqualini op oudere fundamenten gebouwd. De toren is in architectuurhistorisch opzicht van zeer groot belang, aangezien hij het eerste ontwerp in zuivere renaissance-stijl ten noorden van de Alpen is. Pasqualini was na de dood van Rombout II Keldermans door Floris van Egmond, de graaf van Buren die ook IJsselstein in bezit had, als bouwmeester in dienst genomen.

Op 5 december 1577 werd de kerk door de hervormden in gebruik genomen (uitgerekend op de vooravond van St. Nicolaasdag!).

Omdat de oorspronkelijke spits in 1568 door de bliksem was getroffen en sindsdien ontbrak bouwde in 1633 Adriaen van Spieringshoeck, steenhouwer van beroep, een tweede achtkant geheel in de stijl van de eerste, met daarop een houten spits.

De kerk werd in 1911 door een brand geteisterd. Kerk en torenspits brandden geheel uit, waarbij onder meer het orgel en de kansel verloren gingen. Bij de restauratie kreeg de toren een geheel nieuwe spits in de vorm van een keizerskroon naar een ontwerp van de bekende Amsterdamse School-architect Michiel de Klerk. Tegelijkertijd zijn beeldhouwwerken van Hildo Krop aangebracht, zoals de kapitelen van de tweede achtkant en de vier evangelistensymbolen op de pijlers van het vierkant. Pas na de restauratie van 1911 is ook de hoofdingang naar de toren verplaatst. De kerk is verschillende keren gerestaureerd: in 1635 (architect Van Spieringshoeck), in 1851/1852 (C. Kramm), tussen 1912 en 1928 (H. Baanders) en in 1982/83 (Th. van de Hoogevest).

In het koor van de kerk bevindt zich nog het praalgraf van Gijsbrecht van Amstel – de stichter van de kerk –  uit omstreeks 1350, zijn echtgenote Berta van Heukelom, hun zoon Arnold en zijn echtgenote Maria van Henegouwen, en de graftombe van Aleida van Culemborg (echtgenote van Frederik van Egmond, heer van IJsselstein) uit omstreeks 1475.

Archief
  • Archief van het gemeentebestuur van IJsselstein 1811-1942 (Y002), invnrs 273-237 en 465-468.
Literatuur
  • I.H. Boot e.a., Geschiedenis en restauratie van de St. Nicolaaskerk en toren te IJsselstein, in: Historische Kring IJsselstein, nr. 24/25, (1983), pp. 73-104;
  • B. Giesen-Geurts e.a., IJsselstein: geschiedenis en architectuur, (Zeist, 1989), pp. 186-188.