Ziekenhuis Isselwaerde
IJsselstein
- Antonius en Cornelius Stichting
- Begraven in IJsselstein
- Beknopte geschiedenis van IJsselstein
- Benschopperweg en Groene Dijk
- Burgemeester Abbink Spaink
- Ewouds Gasthuis
- Gasfabriek en gasbedrijf
- Gemeentewapen
- Grienden, hoepel- en mandenmakerijen
- Hernhutters in 's Heerendijk
- Hoekse molen en gemaal nabij Montfoort
- IJsselbrug
- IJsselstein als stad
- IJsselstein en het Huis van Oranje
- Julianawijk
- Karnemelksegat en Benschoppersluis
- Kasteel IJsselstein
- Klooster Mariënberg
- Korenmolen "De Windotter"
- Kostscholen in IJsselstein
- Meubelindustrie in IJsselstein
- Naoorlogse woningbouw
- Nederlands-hervormde of oude Nicolaaskerk
- Ommedracht en bedevaartsplaats voor Onze Lieve Vrouwe van Eiteren
- Postkantoor aan de Utrechtsestraat
- Rijpickerwaard
- Sint-Nicolaasbasiliek (RK)
- Stadhuis
- Steenfabriek De Overwaard
- Tweede Wereldoorlog
- Vredegerecht en kantongerecht IJsselstein
- Vrijplaats en belastingparadijs
- Waag
- Waterleidingbedrijf
- Woningen aan het Imminkplein
- Zenderpark en Gerbrandytoren
- Ziekenhuis Isselwaerde
Ziekenhuis Isselwaerde
Het woonzorgcentrum Isselwaerde aan het Kronenburgplantsoen te IJsselstein is gevestigd in het gebouw, dat tot halverwege de jaren ’80 van de vorige eeuw het Interconfessioneel Streekziekenhuis Isselwaerde huisvestte. Dit ziekenhuis heeft van 1927 tot 1985 een belangrijke functie vervuld voor de gezondheidszorg in IJsselstein en het oostelijk deel van de Lopikerwaard.
Het ziekenhuis is ontstaan uit een initiatief van pastoor C. Brom en een aantal Rooms-Katholieke inwoners van IJsselstein, die in 1909 in de zaal Concordia aan de Utrechtsestraat de Roomsch-Katholieke Vereeniging voor Ziekenverpleging oprichtten. De vereniging richtte zich aanvankelijk vooral op wijkverpleging. De eerste jaren verliepen moeizaam, maar begin jaren ’20 wist de vereniging zich te verzekeren van de medewerking van de Zusters van de Sint Joseph-congregatie in Amersfoort. Deze kloosterorde was gespecialiseerd op het gebied van ziekenzorg en wijkverpleging. In 1923 betrokken zes zusters een woonhuis aan de Utrechtsestraat, dat kort daarvoor door de vereniging was aangekocht. De leiding van de congregatie had als voorwaarde voor de komst van de zusters gesteld, dat er binnen een jaar ook een ziekenhuis moest worden gesticht.
In nauw overleg met het aartsbisdom en de zusterorde wist het bestuur van de Vereeniging voor Ziekenverpleging die eis te realiseren, weliswaar niet binnen een jaar, maar toch erg snel. Op 27 mei 1926 werd de eerste steen gelegd voor het Sint Joseph Gesticht, dat gebouwd werd op een stuk bouwgrond aan Eiteren, net buiten de stadsgracht. Het gebouw, ontworpen en gebouwd door het plaatselijke aannemersbedrijf van de gebroeders Voorendt, werd op 8 februari 1927 door de pastoor van Benschop ingewijd. Het Sint Joseph Gesticht, vanaf 1937 Huize Sint Joseph, bestond uit een ziekenhuis en een pension voor bejaarden en was daarnaast de uitvalsbasis voor de wijkzusters. Het complex had een duidelijk Rooms-Katholieke signatuur. Het bleek al snel in de behoeften te voorzien en de vraag naar verpleging was zo groot, dat het gebouw al in 1931 moest uitbreiden.
Ondanks de concurrentie met de ziekenhuizen in Utrecht, vooral het ook Rooms-Katholieke Sint Antonius, wist Huize Sint Joseph zich tot aan de tweede wereldoorlog goed te handhaven. Jaarlijks waren er ongeveer 55 patiënten, werden er rond de vijftien operaties verricht en steeg het aantal “verpleegdagen”, dagen dat patiënten in het ziekenhuis verbleven. Ook het pension en de wijkverpleging werkten goed. Gedurende de tweede wereldoorlog kreeg ook het IJsselsteinse ziekenhuis met terugval te kampen. Desondanks zag de Sint Joseph-congregatie er na de oorlog wel heil in om het ziekenhuis en het pension van de moedervereniging over te nemen. De wijkverpleging ging over naar de IJsselsteinse afdeling van Het Wit-Gele Kruis, die in de jaren ’30 was opgericht. De oude Vereeniging voor Ziekenverpleging werd in 1946 ontbonden.
Vanaf de jaren ’50 floreerde het ziekenhuis onder de nieuwe “eigenaar”. In 1962 kwam het bejaardencentrum Mariënstein gereed en verlieten de bejaarde pensiongasten het gebouw. Daardoor kreeg het Sint Jozef Ziekenhuis, zoals het nu heette, de broodnodige extra ruimte. In 1965 werd het nog strikt Rooms-Katholieke ziekenhuis door wijziging van de statuten een ziekenhuis voor alle gezindten en in 1971 kreeg het ook een andere naam: Interconfessioneel Ziekenhuis Isselwaerde.Het had toen een capaciteit van 125 bedden en een groot aantal specialisaties.
In 1975 werd er opnieuw een stuk aangebouwd en in 1980 werd Isselwaerde geheel gerenoveerd en gemoderniseerd. Het ziekenhuis maakte zijn streekfunctie geheel waar: jaarlijks waren er 3000 patienten, werden er 3000 grote en kleinere operaties verricht en maakten circa 200 personeelsleden, zowel artsen, religieuze verpleegsters en lekenzusters zo’n 38.000 verzorgingsdagen. Desondanks was Isselwaerde te klein om zelfstandig te kunnen blijven: toen in 1985 het nieuwe Sint Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein werd geopend moest Isselwaerde zijn deuren sluiten. De naam Isselwaerde bleef behouden in het verpleeghuis, dat na de sluiting van het ziekenhuis in het gebouw, nu met de ingang aan het Kronenburgplantsoen, in gebruik nam.
Literatuur
- T. de Jong van Vliet en C. Rentink, “…in hunne moeilijkheden en ziekte bij te staan”: van Sint Joseph Gesticht tot Isselwaerde (1927-1940), in: Historische Kring IJsselstein 97 (2002), pp. 1-28;
- T. de Jong van Vliet en C. Rentink, “…het regionale belang van het basis-ziekenhuis”: van Sint Joseph Gesticht tot Isselwaerde (1940-1970), in: Historische Kring IJsselstein 98 (2002), pp. 1-24;
- T. de Jong van Vliet en C. Rentink, “…Isselwaerde, duizendpoot met groot hart”: van Sint Joseph Gesticht tot Isselwaerde (1970-1985), in: Historische Kring IJsselstein 99 (2002), pp. 1-32.