Kasteel IJsselstein

Kasteel IJsselstein

Aan de noordwestzijde van de historische stad IJsselstein staat nog een oude traptoren. Het is het laatste restant van het grote middeleeuwse kasteel op deze plek, dat eveneens IJsselstein was genaamd. Vermoedelijk werd hier in de tweede helft van de dertiende eeuw door Gijsbrecht van Amstel, die zich in 1279 als eerste Van IJsselstein noemde, het eerste kasteel gebouwd. Vanzelfsprekend speelde het kasteel een belangrijke rol in de machtspolitiek van de telgen van de familie Van Amstel. Het kende meerdere belegeringen en in 1417 werd het kasteel geheel verwoest. Pas een halve eeuw later kwam het tot herbouw van het kasteel. Het kasteel werd doorgaans bewoond door de drost, die de belangen van de heren van IJsselstein ter plaatse behartigde.

Het (nieuwe) kasteel IJsselstein is in meerdere fases gebouwd tot een grote burcht. Het oudste deel moet rond 1475 zijn gebouwd. Graaf Floris, telg van de familie Van Egmond die de Baronie van IJsselstein na de Van Amstels in bezit kreeg, breidde het kasteel in de jaren 1527-1531 uit. Vermoedelijk gebeurde dit naar ontwerp van architect Rombout II Keldermans, die ook aan andere kastelen van de graaf werkte. Haaks op de bestaande woontoren werd een galerij gebouwd met de nog steeds bestaande traptoren. Rond 1600 werd een deel van de galerij verbouwd tot woonvleugel. In de achttiende eeuw ging het met de bouwkundige staat van het kasteel de verkeerde kant op. Delen stortten in of werden afgebroken. Halverwege de achttiende eeuw werd het kasteel zoals het er toen stond gerenoveerd.

Het was via  Guyotte van Amstel, die in 1364 IJsselstein in handen kreeg, dat het kasteel in handen kwam van de machtige familie Van Egmond. Zij was namelijk gehuwd met Jan I van Egmond, die tot de belangrijkste bestuurders van Holland hoorde en in belangrijke mate aanstichter was van de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Na de dood in 1558 van Anna van Egmond, gehuwd met Willem I van Oranje, kwamen de rechten en goederen in handen van de familie Oranje-Nassau. In 1795 werden de eigendommen van de Oranjes in den lande door de Fransen in bezit genomen. Het kasteel werd in 1798 evenals alle andere eigendommen van prins Willem V verbeurd verklaard en daardoor staatseigendom.

Na een periode van leegstand verkocht het Rijk het kasteel in 1812 aan jhr. mr. N.H. Strick van Linschoten, heer van Bunnik en Vechten. De erfgenamen van zijn dochter verkochten het kasteel in 1887 voor sloop. Pogingen om het Rijk of de koninklijke familie – de koning was nog altijd titulair heer van IJsselstein – ertoe te bewegen het kasteel te behouden, mislukten. In 1888 werd het kasteel op de nog bestaande traptoren na gesloopt.

Literatuur
  • Taco Hermans en Charles Noordam “IJsselstein” in: B. Olde Meierink e.a. Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht  (Utrecht, 1995), pp. 506-511;
  • R.J. Ooyevaar Bouwgeschiedenis van het kasteel IJsselstein (z.pl, 2007).