Waag
IJsselstein
- Antonius en Cornelius Stichting
- Begraven in IJsselstein
- Beknopte geschiedenis van IJsselstein
- Benschopperweg en Groene Dijk
- Burgemeester Abbink Spaink
- Ewouds Gasthuis
- Gasfabriek en gasbedrijf
- Gemeentewapen
- Grienden, hoepel- en mandenmakerijen
- Hernhutters in 's Heerendijk
- Hoekse molen en gemaal nabij Montfoort
- IJsselbrug
- IJsselstein als stad
- IJsselstein en het Huis van Oranje
- Julianawijk
- Karnemelksegat en Benschoppersluis
- Kasteel IJsselstein
- Klooster Mariënberg
- Korenmolen "De Windotter"
- Kostscholen in IJsselstein
- Meubelindustrie in IJsselstein
- Naoorlogse woningbouw
- Nederlands-hervormde of oude Nicolaaskerk
- Ommedracht en bedevaartsplaats voor Onze Lieve Vrouwe van Eiteren
- Postkantoor aan de Utrechtsestraat
- Rijpickerwaard
- Sint-Nicolaasbasiliek (RK)
- Stadhuis
- Steenfabriek De Overwaard
- Tweede Wereldoorlog
- Vredegerecht en kantongerecht IJsselstein
- Vrijplaats en belastingparadijs
- Waag
- Waterleidingbedrijf
- Woningen aan het Imminkplein
- Zenderpark en Gerbrandytoren
- Ziekenhuis Isselwaerde
Waag
De Waag aan de Benschopperstraat 39-41 in IJsselstein is een Rijksmonument, dat gebouwd werd in 1779. Dit waaggebouw kwam in de plaats van een ouder gebouw uit 1599. De geschiedenis van het officieel wegen van goederen in IJsselstein gaat nog verder terug. In het tweede kwart van de vijftiende eeuw vaardigde Willem van Egmond, heer van IJsselstein, een officieel stuk uit met betrekking tot het bestuur van zijn rechtsgebied, de latere Baronie, die naast de stad IJsselstein bestond uit Benschop en Noord-Polsbroek. In dat stuk worden ook bepalingen vermeld over het wegen van goederen, die in IJsselstein worden verhandeld: dat moest met in de stad gangbare gewichten gebeuren op een centrale plaats. Met name de hennep, die geteeld werd in de baronie, wordt als “waechbaer” genoemd en kon elke woensdag worden gewogen.
Het wegen gebeurde in de zestiende eeuw meestal in het Ewoudsgasthuis. De weegschalen, vermoedelijk een grote balans (evenaar) en unsters, en de gewichten werden jaarlijks op Sint Jorisdag (23 april) door de plaatselijke schutterij, waarschijnlijk namens het stadsbestuur, verpacht. Dat bleef tot 1685 het geval; daarna werden de pachtperiodes langer (twee jaar, vijf jaar en in de achttiende eeuw zelfs “voor het leven”). De pachter voerde de wegingen uit en incasseerde daarvoor weeggeld, waarvoor de tarieven door het stadsbestuur waren vastgesteld. De pacht van de Waag was in de zeventiende en achttiende eeuw vaak lange tijd in handen van dezelfde families, onder andere Van Heerden, (van) Benschop en Van Os.
In 1599 werd er een eerste gebouw, speciaal voor het wegen van goederen, gesticht. Hoewel er tot op heden geen bewijs is gevonden stond deze eerste Waag hoogstwaarschijnlijk op de plaats van de huidige, in de nabijheid van de Plaats, waar de markt gehouden werd. Een gevelsteen met het jaartal 1599 en de tekst “Weecht wel doet ellick recht” is van de oude Waag naar het huidige gebouw verplaatst. De kosten van de bouw en het onderhoud van de Waag en de weeginstrumenten werden elk voor de helft gedragen door het stadsbestuur en de schutterij; sinds 1745, toen de schutterij tijdelijk ophield te bestaan, bleef de stad als enige verpachter en beheerder over.
De Waag van 1599 had een benedenverdieping, waar gewogen werd, en een zolder, die meestal aan derden werd verhuurd. In de tweede helft van de achttiende eeuw worden ook de Stadskinderschool en het Kinderwerkhuis als gebruikers van een deel van de Waag vermeld: kinderen van armen kregen hier les in lezen, schrijven en rekenen, maar moesten vermoedelijk in ruil daarvoor eenvoudige werkzaamheden verrichten.
Na 180 jaar bleek de oude Waag in slechte staat van onderhoud te verkeren, vooral omdat de stad er de laatste dertig jaar nauwelijks meer geld aan besteed had. In 1779 werd de oude Waag dan ook vervangen door het huidige gebouw. De nieuwe Waag werd gebouwd in de classisistische bouwstijl, die toen in de mode was, en bestond uit een benedenverdieping, waar de weegschalen hingen, en een bovenverdieping. Die bovenverdieping werd ingericht als “gasthuis”; onduidelijk is of dit gasthuis een onderdeel was van het Ewoudsgasthuis of een aparte instelling voor armen of ouderen, die niet in het Ewoudsgasthuis konden worden ondergebracht.
In de negentiende eeuw behield de Waag zijn oude functie. Het gemeentebestuur van IJsselstein verpachtte het waagmeesterschap nog altijd, vanaf 1849 steeds aan een lid van de familie Geurts. Toen in de twintigste eeuw de (groot)handel in landbouw- en zuivelproducten steeds minder via de centrale markt, maar in plaats daarvan rechtstreeks van de boeren naar handelaars of grossiers verliep verloor de Waag snel zijn functie. In februari 1963 droeg de laatste waagmeester, Johannes Willem (“Jopie”) Geurts de sleutels en de inventaris van het gebouw over aan het gemeentebestuur, waarmee er een definitief einde kwam aan het openbaar wegen van goederen. Dat wegen gebeurde in de hal op de benedenverdieping; de rest van het gebouw was in 1924 al ingericht als politiebureau met arrestantenlokalen en een dienstwoning voor de gemeenteveldwachter. De functie van politiebureau behield de Waag tot 1956, toen het nieuwe politiebureau aan de Meester Abbink Spainkstraat gereed kwam. Daarna kreeg de Waag nog verschillende bestemmingen totdat het gebouw tenslotte in 1981 kantoor werd voor de IJsselsteinse VVV en de bovenverdieping in 1989 in gebruik werd genomen als documentatiecentrum van de Historische Kring IJsselstein.
Archief
- Stadsarchief IJsselstein 1285-1811 (Y001), o.a. invnrs 22, 2085 en 2250;
- Archief van de gemeente IJsselstein 1811-1942 (Y002), invnrs. 469-470 en 913-916.
Literatuur
- L. Murk, “Weecht wel doet ellick recht: geschiedenis van het wegen te IJsselstein”, in: Historische Kring IJsselstein, nr 56 (1991), pp. 317-330;
- Saskia Raue, “Die Waech ende Maet: De IJsselsteinse Waag tot 1779” in: Historische Kring IJsselstein, nr 60 (1992), pp. 397-412.