Gereformeerde Kerk

Gereformeerde Kerk

Aan het eind van de 19e eeuw waren er in Nederland spanningen binnen de Hervormde kerk, die leidden tot een kerkscheuring, de Doleantie genaamd. Ook in Linschoten speelde dit in 1887. Enkele jaren later zou uit deze groep “dolerenden” de Gereformeerde kerk ontstaan.

Vanzelfsprekend wilde het nieuwe kerkgenootschap een eigen kerkgebouw stichten. Hiervoor werd in 1888 een vereniging opgericht: “De Kerkelijke Kas van Linschoten”. Zo kon men toch allerlei (financiële) zaken regelen, ondanks dat de dolerenden nog niet door de staat als kerk waren erkend. In 1893 lukte het om voor de bouw van een nieuwe kerk een geschikte plaats te vinden aan de Nieuwe Zandweg. Echter in de regelgeving voor het oprichten van nieuwe kerkgebouwen was bepaald dat er niet binnen een afstand van 200 meter van de bestaande kerk gebouwd mocht worden. Dat werd met de beoogde bouwkavel niet gehaald, maar de hervormde kerkenraad en het gemeentebestuur van Linschoten werkten mee aan een vrijstelling van de norm. Zij dachten niet de de twee kerken bij het gelijktijdig houden van kerkdiensten last zouden hebben van elkaar, “daar het verschillend boomgewas daartusschen staande de klank aanzienlijk zal keeren.”  

In opdracht van de Kerkelijke kas tekende Cornelis Fluijt, architect te Woerden, een klein en vooral sober kerkje met tuitgevel: Typerend voor de in die tijd op grote schaal gebouwde Gereformeerde kerken. De kerk bood plaats aan 75 mensen. De bouw werd aanbesteed aan Gerrit Bodegraven uit Nieuwkoop. Op 26 oktober 1893 kon de eerste kerkdienst worden gehouden. Een orgel was er toen nog niet. Dat kwam na een schenking in 1894. Het betrof een kabinet pijporgel, waarvoor in de kerk een ballustrade werd gemaakt.

De Gereformeerde kerk was en bleef een klein kerkgenootschap. Het beroepen van een predikant was daardoor door de jaren heen altijd een lastig punt. Zo lukte het pas in 1901 om een “eigen” predikant aan te stellen, zij het wel samen met de Gereformeerde kerk van Montfoort. Ook later waren er langere perioden dat de plaats vacant bleef.

In 1966 werd er bij het te klein geworden kerkgebouw een kerkzaal gebouwd. Daarmee speelde de kerkenraad in op de voorziene groei van de dorpskern Linschoten. Bovendien ging vanaf 1968 ook de rooms-katholieke parochie Montfoort/Linschoten er gebruik van maken. Dat laatste was in de tijd bezien een opmerkelijke en niet onomstreden stap, maar de samenwerking tussen beide kerken groeide. In 1979 werd een geheel nieuw kerkgebouw gebouwd naast het oorspronkelijke. Deze kerk kreeg als naam ’t Kruispunt. Het kleine kerkje uit 1893 was nu voor de Gereformeerde kerk overbodig. De ruimte werd daarom verhuurd en bleef zo voor het nageslacht behouden. In 2007 kreeg het de status van gemeentelijk monument. De naam van het gebouw “Bij de Tol” verwijst naar het voormalige tolhuis, dat vroeger aan de overkant van de Nieuwe Zandweg lag.

Archief
  • Archief van de Gereformeerde kerk van Linschoten 1893-2001 (M085).
Literatuur
  • C. de Vries en T.G. Verweij, De kerk bij het tolhuis: 100 jaar Gereformeerde Kerk Linschoten  (Linschoten, 1993);
  • J.F. van Rooijen, “Kerkje bij de tol in Linschoten behouden voor het nageslacht”, in: Heemtijdinghen, jg 43 (2007) nr. 4, pp. 103-107.