Huis Te Nesse

Huis Te Nesse

Het huis Te Nesse (of De Nes) lag bij het dorp Linschoten, ten zuiden van het riviertje de Linschoten tegenover de plaats waar vroeger de Liefhovendijk op de Noord-Linschoterdijk uitkwam. Het kasteel is gesticht omstreeks het jaar 1337 door Willem de Rover van Montfoort, een broer van burggraaf Hendrik II. Het werd gesticht als een Hollands leen: genoemde Willem van Montfoort heeft waarschijnlijk een stuk grond aan de graaf van Holland in eigendom gegeven in ruil voor toestemming om een kasteel daarop te bouwen dat vervolgens in leen kon worden gehouden.

Uit archeologisch onderzoek is komen vast te staan dat het oorspronkelijk huis een merkwaardige vorm heeft gehad. Het kasteel is namelijk elfhoekig geweest, met een doorsnede van circa 20 meter. De hoofdburcht was omringd door een aparte binnengracht, terwijl het hele complex met daarbij de voorburcht eveneens omgracht was. Het kasteel is vervolgens steeds verder uitgebouwd met een poorttoren en later woonvleugels. Aanvankelijk had het kasteel een zuiver militaire functie. Dit was zeker het geval aan het eind van de 14e eeuw, toen de grachten op diepte werden gebracht, het huis werd verstevigd en er donderbussen, kruit en bogen werden gekocht. Op Te Nesse verbleven in die jaren 12 à 13 soldaten, maar soms ook wel 25. Kronieken vermelden dat het kasteel in 1419 zou zijn verwoest, maar hier is verder weinig van bekend. Na de middeleeuwen kreeg Te Nesse de functie van een buitenplaats, die al dan niet permanent werd bewoond.

Zo was het huis in de periode 1561-1614 in handen van een Amsterdamse regentenfamilie, die zich naar het huis ging noemen (Tenesse). In 1614 werd de familie Van der Nath eigenaar. Telgen uit deze familie werd in 1655 door de Duitse keizer benoemd tot rijksgraven vanwege hun trouw aan de moederkerk. In 1747 verkocht Leonard van der Nath het huis aan de Staten van Holland en West-Friesland met dien verstande dat hij het levenslang vruchtgebruik behield. De Staten zouden na de dood van Leonard in 1757 het huis afbreken. Het hooggelegen terrein waarop Te Nesse lag, werd afgegraven om de Hollandse waterlinie te kunnen uitbreiden.

Literatuur:
  • Jaap Renaud en Charles Noordam “Te Nesse” in: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht (Utrecht, 1995), pp. 336-340.