Tol van de Nieuwe Zandweg

Tol van de Nieuwe Zandweg

Vroeger waren de wegen overal slecht begaanbaar. Dat was ook het geval tussen het dorp Linschoten en de stad Montfoort. Maar in 1820 ontstonden er concrete plannen om de verbinding over de weg hier te verbeteren. De besturen van de polders Rapijnen en Schagen gingen een zandweg aanleggen vanaf de dorpsbrug midden in Linschoten, via de bestaande kleiweg op de grens tussen de twee polders tot de Lindenboom en dan over de Doeldijk naar Montfoort. Van het behoorlijk lange traject (ongeveer 3,2 kilometer) is nu niet veel meer terug te vinden, vooral door de aanleg ter plaatse van de provinciale M.A. Reinaldaweg.

De aanleg van de zandweg werd vooral betaald uit een extra belasting voor de ingelanden (= grondeigenaars) in de polders en een rijkssubsidie.Voor het dekken van de kosten van het onderhoud kreeg het bestuur van de Nieuwe Zandweg in 1822 toestemming om tol te gaan heffen. Als er een financieel tekort was, werd dat bijgepast door de ingelanden . Zo kon het zand, puin en ander materiaal dat nodig was worden betaald, terwijl het onderhoudswerk zelf in principe werd uitgevoerd door de ingelanden (als “verhoefslaagden”). Natuurlijk waren zij dan zelf wel vrijgesteld van het betalen van tol. Twee keer per jaar met de schouw werd gecontroleerd of het onderhoud naar behoren was uitgevoerd.

De tolboom stond bij het dorp Linschoten. De tarieven die golden waren 2,5 cent voor een voertuig met twee wielen; 5 cent voor een voertuig met vier wielen; 5 cent voor een al dan niet aangespannen paard of muilezel en 1 cent voor een runderbeest. Bijzonder is dat deze toltarieven tot de opheffing van de tol nooit zijn aangepast.

Het innen van de tol werd verpacht. In 1838 kreeg de tolgaarder de beschikking over een tolgaarderswoning, nu bekend als Nieuwe Zandweg 14. Johannes Brouwer is met 33 jaar het langste tolgaarder geweest, totdat hij in 1906 77 jaar oud en stokdoof zijn werk moest beëindigen. De hoogte van de pachtsom hield verband met de verwachte inkomsten. Nadat in 1884 de Cattenbroekerdijk was verbeterd, koos een groot deel van het verkeer deze route. De pachtsom ging daarmee dus omlaag, immers de tolgelden liepen fors terug.

Vanaf 1895 werd er vanuit Montfoort druk uitgeoefend om de tol op te heffen. Echter het zou nog tot 1912 duren, eer de gemeenteraad van Linschoten akkoord was om het onderhoud van de weg over te nemen. Ook het eigendom van het tolhuis en de weg ging naar de gemeente over. Al deze ontwikkelingen waren toe te schrijven aan burgemeester Van der Valk Bouman, die zich erg heeft ingespannen om het wegennet rond Linschoten aan te passen aan de eisen van de tijd.

Het tolgaardershuisje staat er nog en herinnert met de huidige Nieuwe Zandweg in het dorp aan de oude en veel langere tolweg van weleer.

Literatuur
Archief
  • Archief van de Beheerscommissie van de Nieuwe Zandweg tussen Montfoort en Linschoten 1820-1912 (M082).