Aanhouding bij Goejanverwellesluis

Aanhouding bij Goejanverwellesluis

Nog niet zo heel lang geleden leerden kinderen op de lagere school in de geschiedenisles het jaartal 1787: aanhouding van prinses Wilhelmina bij Goejanverwellesluis. Tegenwoordig wordt deze gebeurtenis op scholen veel minder besproken, behalve op de scholen in en rond Hekendorp, de plaats waar de Goejanverwellesluis ligt en waar de prinses met haar gevolg enige tijd onder bewaking was gesteld.

In de jaren ’80 van de achttiende eeuw was er in verschillende provincies politieke onrust ontstaan. In Holland en Utrecht, maar ook in Gelderland, Overijssel en Zeeland stonden twee groepen tegenover elkaar: de prinsgezinden en de patriotten. De eerste groep bestond uit aanhangers van de stadhouder Willem V, prins van Oranje: dat waren de vaak adellijke mensen rondom de prins, die de macht in handen hadden, elkaar steunden en bij benoemingen in belangrijke functies elkaar het balletje toespeelden. De patriotten waren vooral rijke burgers en regenten uit de steden, die zich buitengesloten voelden van de macht en ook invloed wilden hebben op het bestuur van hun provincies en het land. De patriotten wisten in het bestuur van het gewest Holland de meerderheid te krijgen. Prins Willem V voelde zich niet meer op zijn gemak in Den Haag en trok zich met zijn gezin terug in Nijmegen, waar hij veel aanhang had. Ondertussen begonnen de patriotten de provincie Holland in staat van verdediging te brengen: ze waren bang, dat de prins met steun van Engeland of Pruisen vanuit het oosten een aanval op Holland zouden doen. Er werd door de patriotten een speciale commissie voor de verdediging van de oostgrens van Holland opgericht, die zijn hoofdkwartier koos in het Kasteel van Woerden, midden in het grensgebied van Holland en Utrecht.

Willem V was niet erg doortastend, maar zijn vrouw, prinses Wilhelmina, des te meer. Zij dacht, dat de prinsgezinden in Holland sneller hun machtspositie zouden kunnen terugwinnen als er weer een Oranje in Holland zou zijn. Zo ontstond haar plan om zelf vanuit Nijmegen naar Den Haag te reizen. Op 28 juni vertrok prinses Wilhelmina met een paar hofdames en vertrouwelingen in het geheim per koets in de richting van Holland. Ze bestelde onder een valse naam kamers in een herberg in Haastrecht om daar de nacht door te brengen. Een zo’n groot gezelschap was men in Haastrecht niet gewend en de patriotten daar hadden al geruchten gehoord over de plannen van prinses Wilhelmina. Cornelis Johannes de Lange van Wijngaarden, commandant van het patriotse legertje uit Gouda, was kort daarvoor met zijn mannen naar Goejanvewelle, het centrum van Hekendorp, gekomen. Daar, op een strategisch punt langs de Hollandse IJssel en bij de belangrijke Goejanverwellesluis, had De Lange van Wijngaarden de boerderij van Adriaan Leeuwenhoek uitgekozen als zijn hoofdkwartier. De commandant combineerde de geruchten over de reis van prinses Wilhelmina met de bestelling van het grote aantal kamers en paarden in Haastrecht en kwam tot de conclusie, dat de prinses naar Haastrecht onderweg moest zijn.

De conclusie was juist: in de namiddag van 28 juni 1787 hielden de patriotse verdedigers het vorstelijk gezelschap tegen aan de Vlist, in de buurt van Bonrepas. Ondanks hevig protest van de prinses en haar gevolg werd de groep via de Haastrechtse dijk en met het veer over de Hollandse IJssel naar het hoofdkwartier in Hekendorp gebracht. Daar werden de prinses en haar hofhouding in de boerderij van Adriaan Leeuwenhoek onder bewaking gesteld in afwachting van de patriotse verdedigingscommissie uit het Woerdense Kasteel. Commandant De Lange van Wijngaarden behandelde het gezelschap keurig, bood ze voedsel en drank aan en probeerde hen op hun gemak te stellen. Prinses Wilhelmina nam de situatie kalm op, in tegenstelling tot haar begeleiders, die kwaad, bang of beledigd waren. Ze weigerde echter het door De Lange van Wijngaarden aangeboden eten, maar at en dronk uitsluitend haar eigen meegebrachte etenswaren en drank. In de loop van de avond arriveerden de patriotten uit Woerden, die de prinses duidelijk maakten dat ze niet verder mocht. Wilhelmina overdacht de situatie en zag in dat verzet niet zou baten. Ze besloot daarom rechtsomkeert te maken en met haar gezelschap naar de Oranjestad Leerdam te reizen.

De gevolgen van de aanhouding bij Goejanverwellesluis (die eigenlijk in de buurt van Schoonhoven gebeurd was) waren ingrijpend. De hoogst beledigde prinses riep de hulp in van haar broer, de koning van Pruisen. Die kwam nog in datzelfde jaar met een groot leger naar Holland en bracht Willem V opnieuw aan de macht. Dat zou niet lang duren: in 1795 kwamen de Fransen in ons land en moesten Willem, Wilhelmina en hun kinderen de vlucht nemen naar Engeland.

In Hekendorp wordt de herinnering aan de gebeurtenissen in 1787 nog goed bewaard. Straatnamen zoals de Prinses Wilhelminastraat, Baron Bentinckstraat en Freule Van Wassenaarstraat verwijzen naar het aangehouden gezelschap, terwijl ook Adriaan Leeuwenhoek, de bewoner van de boerderij waar ze werden ondergebracht, een straatnaam heeft gekregen. Maar ook de boerderij is nog in volle glorie aanwezig; tegenwoordig staat die bekend onder de naam Prinsessenboerderij.

Literatuur
  • W.R.C. Alkemade, “Adriaan Leeuwenhoek (1734-1814): landbouwer en dorpsbestuurder” in: Utrechtse Biografieën: Tussen de Lek en de Hollandsche IJssel (Utrecht, 2003), pp. 112-117;
  • W.A. Knoops en F.Ch. Meijer, Goejanverwellesluis: de aanhouding van de prinses van Oranje op 28 juni 1787 door het vrijkorps van Gouda (Amsterdam, 1987).