Gerechtspaal

Gerechtspaal

Aan Goejanverwelle in het centrum van de voormalige gemeente Hekendorp staat al eeuwenlang een hardstenen zuil op een bakstenen voet, waarop een beeld van Vrouwe Justitia, de verpersoonlijking van het recht, in zandsteen. Het monumentje staat bekend als “de schandpaal”; in oude archiefstukken wordt ook gesproken van de “Justitiepaal” en de “kaak”. Bij dergelijke palen werden tot het eind van de achttiende eeuw straffen uitgevoerd, variërend van de doodstraf, geseling en andere lijfstraffen tot het langere of kortere tijd, aan de paal vastgeketend, te kijk of te schande staan. De ijzeren ringen, waaraan de ketens werden vastgemaakt, zijn nog altijd aan de Hekendorpse justitiepaal te zien.

De rechtspraak in Hekendorp was zo geregeld, dat eenvoudige vergrijpen als belediging en mishandeling, zonder dat daar veel bloed bij vloeide, door schout en schepenen werden berecht. De straffen waren in die gevallen vrij laag. Was er echter sprake van een ernstig misdrijf, zoals moord, doodslag, diefstal van paarden, zedenmisdrijven of valsemunterij, dan werd de zaak beoordeeld door een hogere rechtbank, namelijk de vierschaar van Hekendorp, Snelrewaard en Lange Linschoten. Die rechtbank bestond uit de schepenen onder leiding van de drost, een hogere bestuursambtenaar, die ervoor zorgde dat misdadigers werden opgespoord, aangeklaagd en, na een eventuele veroordeling, bestraft. Tot 1661 werden de drost en de schepenen benoemd door de Burggraaf van Montfoort, totdat de laatste Burggraaf, Johan de Merode, het hoge gerecht van Hekendorp, Snelrewaard en Lange Linschoten verkocht aan de Hollandse raadpensionaris Johan de Witt. Die moest, om in het gewest Holland te kunnen optreden, eigenaar zijn van een heerlijkheid, een stukje rechtsgebied. Hekendorp en Snelrewaard behoorden tot in het begin van de negentiende eeuw onder Holland. Na de moord op Johan de Witt in 1672 bleef de hoge heerlijkheid nog tot 1723 eigendom van zijn nazaten, waarna de heerlijkheid werd verkocht aan de familie Strick van Linschoten, die ook veel andere heerlijkheden rondom Linschoten en Snelrewaard in haar bezit had.De aanhouding van prinses Wilhelmina te Goejanverwellesluis, getekend door C.J. de Lange van Wijngaarden in 1787. Geheel rechts de justitiepaal.

De geschiedenis van de justitiepaal is in nevelen gehuld. Het is duidelijk, dat er een verband was met de herberg, die vroeger op de plaats van het huidige café aan Goejanverwelle stond. Die herberg was tot 1810 het “Rechthuis” van Hekendorp, een combinatie van gemeentehuis en rechtbank. Het stukje grond waarop de justitiepaal staat was in elk geval vanaf de negentiende eeuw tot op heden eigendom van de kastelein van het café en misschien was dat vóór 1810 ook al het geval. Het ligt echter voor de hand dat de paal is geplaatst door het plaatselijk bestuur, misschien zelfs wel in opdracht en op kosten van de heer van heer van Hekendorp, Snelrewaard en Lange Linschoten. In een dorpsrekening uit het eind van de achttiende eeuw ontvangt de Hekendorpse metselaar Pieter van Delft vijf gulden, zeventien stuivers en acht penningen voor het schoonmaken van de paal in opdracht van de drost van Hekendorp en Snelrewaard. Verder is er in de archieven maar nauwelijks iets te vinden over de paal en het beeld. Op de oudst bekende afbeelding van Hekendorp, een tekening van Cornelis Pronk uit 1733, is de justitiepaal niet te zien. Op een latere tekening, door Cornelis Jan de Lange van Wijngaarden in 1787 gemaakt bij de aanhouding van prinses Wilhelmina van Pruisen bij Goejanverwellesluis, staat hij er wel.

Kunsthistorici zijn van mening, dat het beeld van Vrouwe Justitia uit de 17e eeuw dateert. Dat wordt gebaseerd op vergelijking van het beeld met beelden van Vrouwen Justitia op andere plaatsen in Nederland. Dat leidt al snel tot de veronderstelling, dat Johan de Witt de justitiepaal heeft laten plaatsen, maar daarvoor is tot op heden geen enkel bewijs gevonden. Op het zwaard, dat Vrouwe Justitia vasthoudt, werd in 1950 de aanduiding “P.V.N.D. 1720” aangetroffen. Tot op heden is deze afkorting, die waarschijnlijk verwijst naar een metselaar of beeldhouwer die het beeld gerestaureerd of misschien zelfs gemaakt heeft, nog niet verklaard. Het beeld van Vrouwe Justitia is bijzonder, omdat ze niet geblinddoekt is (zoals meestal het geval is) en omdat ze het zwaard in de linkerhand en de weegschaal in de rechterhand vasthoudt, net andersom als bij de meeste afbeeldingen van Justitia.

In 1949 was de justitiepaal in slechte staat: de zerk waarop hij stond was gescheurd, de zuil was ook niet stevig meer. Het beeld van Vrouwe Justitia was nog in redelijk goede staat, hoewel de verf was afgebladderd. In 1950 werd de justitiepaal in opdracht van de gemeente Hekendorp hersteld onder toezicht van de gemeenteopzichter L.J.M. Hoogendoorn uit Oudewater. Achttien jaar later was de paal er opnieuw slecht aan toe: de afdekplaat van de sokkel was gebroken, de zuil was gescheurd en dreigde te gaan schuiven. Aan het beeldje moesten wat kleine reparaties aan de linkerhand verricht worden. Nadat de Justitiepaal in 1973 definitief op de Rijksmonumentenlijst was geplaatst werden deze noodzakelijke herstellingen en restauraties in 1974 metterdaad uitgevoerd.De justitiepaal in 1993.

In 1997 tenslotte werd de Justitiepaal opnieuw gerestaureerd in opdracht van de gemeente Oudewater, waaronder Hekendorp sinds 1989 behoort. Met name de zuil werd steviger en veiliger gemaakt, terwijl het beeld enige tijd naar elders werd gebracht om een onderhoudsbeurt te krijgen. Op 15 juli 1997 werd het beeldje weer officieel onthuld door de burgemeester van Oudewater en de eigenaresse, de cafehoudster mevrouw Sluis-van Put.

Archief

  • Collectie Gerard Maatje (R096), dossier 16.2 “Justitiepaal Hekendorp”;
  • Gemeentearchief Hekendorp 1943-1964 (R040b), invnr. 153;
  • Gemeentearchief Driebruggen 1964-1988 (R095), invnr. 509.

Literatuur

  • RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, Documentatiecollectie, rubriek 6.14, Justitiepaal te Hekendorp.