Korenmolen De Arkduif
Bodegraven
- Beknopte geschiedenis van Bodegraven
- Beursgebouw
- Bodegraafsche Waterleiding NV
- Dorpsbrand van 1870
- Familie Ter Meulen en het landhuis Groot Rhodus
- Gemeentewapen
- Kaasfabriek Oud-Holland
- Korenmolen De Arkduif
- Nederlands-hervormde Dorpskerk of Sint Galluskerk
- Particuliere straatweg Bodegraven-Gouda
- Rooms-katholieke kerk van de Meije-Zegveld
- Sint-Joseph Pensionaat aan de Overtocht
- Tweede Wereldoorlog
- Wierickerschans
- Zaadhandel Turkenburg
Korenmolen De Arkduif
De korenmolen De Arkduif te Bodegraven ligt aan de Overtocht, die tot 1 februari 1964 bij de nu opgeheven gemeente Zwammerdam behoorde. De geschiedenis van De Arkduif is dus vooral een Zwammerdamse geschiedenis, hoewel de molen een belangrijke plaats in het dorp Bodegraven inneemt.
De molen is vrijwel zeker in 1697 gebouwd. Op een tegeltableau, dat vroeger in de keuken van de molenaarswoning, onder in de molen, was aangebracht stond een molen met dat jaartal eronder afgebeeld. Bouwhistorisch onderzoek door de Vereniging De Hollandse Molen heeft bevestigd dat in elk geval het onderste deel van de molen uit het eind van de zeventiende eeuw dateert. De molen heeft waarschijnlijk een oudere molen op die plaats vervangen. Een kopergravure van het dorp Bodegraven uit circa 1750 toont duidelijk twee stellingmolens, waarvan er één de huidige korenmolen moet zijn. Er zijn echter aanwijzingen dat de molen rond 1850 gedeeltelijk vernieuwd is. Hij zou in brand zijn geraakt (hoewel daarover niets te vinden is in de archieven), waarbij het bovendeel verloren ging. Opnieuw lijkt bouwkundig onderzoek uit te wijzen dat er aan het stuk van de molen boven de stelling het nodige is veranderd. De stenen van het bovendeel lijken niet met de hand, maar machinaal gemaakt te zijn. Dat wijst op misschien wel het laatste kwart van de negentiende eeuw. De gietijzeren bovenas van de molen, waaraan het wiekenstelsel bevestigd is, dateert in elk geval uit 1853 en is gemaakt door de bekende Haagse ijzergieterij Enthoven.
De Arkduif is een stellingmolen, een type molen dat over het algemeen wat hoger was dan andere molens, zodat de wind boven de bomen en daken zoveel mogelijk ruimte kreeg en de wieken de wind beter konden “vangen”. Het was vanouds al een korenmolen, dus voor het malen van graan. In en om Bodegraven stonden ook nog andere industriemolens, zoals houtzaagmolens, papiermolens en oliemolens.
Bij de molen werd in 1872 een molenaarwoning gebouwd; voor die tijd woonden de molenaars met hun gezin in het onderste deel van de molen. Na het vertrek van de molenaar uit de molen zelf werd er in 1872 een stoommachine van 10 PK opgesteld Die zorgde ervoor dat de molen, ook als er geen wind stond, kon blijven malen. Later werd die stoommachine vervangen door een zuiggasmotor en in 1944 werd de molen voorzien van electromotoren.
Tussen 1697 en 1902 werd de molen bewoond en gedreven door drie families: Blonk (tot 1766), Dam (1766-1772 en 1855-1902) en Batenburg (1772-1855). Daarna zijn in de vorige eeuw de namen Van der Werken, Van der Boon en Van Vliet aan de molen verbonden geweest. De laatste molenaar was Jan van Vliet. Die kreeg landelijk ook enige bekendheid door zijn weerpraatjes op de radio als “de molenaar in het midden des lands”. Hij heeft er ook voor gezorgd dat de molen zijn naam De Arkduif kreeg. Het was één van de inzendingen in de wedstrijd, die Van Vliet kort nadat hij de molen in 1956 had aangekocht, uitschreef om zijn nieuwe aanwinst een naam te geven.
De molen werd na 1872 door de molenaars slechts onderhouden zoals dat voor het in stand houden van het maalbedrijf noodzakelijk was. Rond 1970 had de toenmalige molenaar Van Vliet de molen niet meer nodig voor zijn graanhandel en kwam de molen op de Rijksmonumentenlijst te staan. In 1974 kocht de gemeente Bodegraven, die de molen als een belangrijk monument voor het dorp beschouwde, hem van molenaar Van Vliet. De molen werd tussen 1977 en 1982 voor ruim 285.000 gulden gerestaureerd met subsidies van het Rijk en de provincie Zuid-Holland. In 2002 kocht de gemeente ook de molenaarswoning erbij. Twee jaar later, in 2004, ging de molen in erfpacht over naar de Stichting Molen De Arkduif. Deze stichting zorgde ervoor dat de molen tussen 2008 en 2010 opnieuw gerestaureerd werd en er tot 2015 ook nog enkele deelrestauraties plaatsvonden. De molen wordt nog altijd een dag per week bemalen door gediplomeerde vrijwillige molenaars. In de bijgebouwen, de voormalige woning en schuur, is een ambachtelijke bierbrouwerij gevestigd.
Archief
RHC Rijnstreek en Lopikerwaard:
- Gemeentearchief Bodegraven 1941-1979 (archiefnr B051, invnr. 813-815);
- Documentatiecollectie Bodegraven dossier 8.233 Molen de Arkduif.
Gemeentearchief Alphen aan den Rijn:
- Archief van het gerecht van Zwammerdam 1579-1811 (archiefnr 114.1.02), o.a. invnrs 15-34 (transportregisters);
- Archief van de gemeente Zwammerdam 1812-1964 (archiefnr 141.1.07), o.a. invnr 1797.
Literatuur
- Maarten Molenaar, Leo van der Vlist en Broos de Groot ‘Molen De Arkduif’ in: Boreftse Berichten, nr 6 (2006), p. 22-27.