Coöperatie “De Vier Gemeenten”
Montfoort
- Anthonie van Blocklandt (1532-1583), kunstschilder
- Beknopte geschiedenis van Montfoort
- Boerderij annex herberg "De Hoogenboom"
- Commanderij
- Coöperatie "De Vier Gemeenten"
- Dirk van Frankenhuijsen, directeur Prot. Landbouwk. Opvoedingsgesticht
- Gasfabriek
- Gemeentewapen
- Hervormde Sint-Janskerk
- IJsselpoort
- Kasteel Montfoort
- Korenmolen "De Valk"
- Rijksopvoedingsgesticht en de Tuchtschool voor meisjes
- Rooms-Katholieke Johannes de Doperkerk
- Sint Anthoniusgesticht
- Stadhuis
- Stadsrechten
- Tweede Wereldoorlog
Coöperatie “De Vier Gemeenten”
Vanaf circa 1900 begonnen in de Rijnstreek en Lopikerwaard de eerste coöperatieve verenigingen of coöperaties te ontstaan. Deze coöperatieve verenigingen beheerden bedrijven, banken of verzekeringsmaatschappijen, waarvan in principe alleen de leden gebruik konden maken. Door samenwerking (coöperatie) konden de leden van de vereniging voordelen behalen door gezamenlijke inkoop van grondstoffen of goederen en door het winstgevend maken van “liggende gelden” bij de leden. Het idee van de coöperatie was al in de 18e eeuw in Engeland ontstaan: daar lag de nadruk in eerste instantie op winkels, waar leden goedkoper goederen konden verkrijgen. Uit de coöperaties groeiden later bedrijven en dienstverleners, die tot op heden nog een belangrijke rol in de Nederlandse economie vervullen.
Op 6 februari 1914 richtten 53 Rooms-Katholieke veehouders uit de gemeenten Montfoort, Willeskop, Snelrewaard en Jutphaas de Coöperatieve In- en Verkoopvereniging “De Vier Gemeenten” op met als doel het goedkoop gezamenlijk inkopen van veevoer en landbouwartikelen en het gezamenlijk verkopen van hun producten om daardoor een betere prijs te krijgen. De vereniging kwam voort uit de al bestaande afdeling van de Stichtse Boerenbond, die vanuit een pakhuis aan de Schoolstraat in Montfoort al de distributie van landbouwgoederen, zoals erwten en zemelen, verzorgde. De nieuwe coöperatie nam het pakhuis en het personeel ervan, bestaande uit boekhouder H.J. Campman en pakhuisknecht A. Vergeer, over. Campman was in het dagelijks leven koster van de Rooms-Katholieke kerk in Montfoort en was daarnaast zeer actief in het katholieke verenigingsleven in het stadje.
“De Vier Gemeenten” maakte een flitsende start. Binnen een jaar was het aantal leden meer dan verdubbeld tot 119. Het pakhuis aan de Schoolstraat bleek al snel veel te klein en ook het probleem, dat er geen eigen maalderij was (de vereniging moest graanproducten door anderen laten malen) maakten het nodig om naar andere bedrijfsruimte om te zien. Het bestuur, onder leiding van A.J. de Goey, voorman van de Rooms-Katholieke boeren in Utrecht, later ook Statenlid en lid van de Eerste Kamer, besloot om nieuwbouw te plegen. Daarvoor werd van het bestuurslid C. Vendrig een stuk land te Willeskop gekocht. Dat land was zeer gunstig gelegen voor zowel verkeer te land als over het water: het lag tussen de Hollandsche IJssel en de Provinciale weg. Op deze plaats werd door de Montfoortse aannemer Versteegen een nieuw bedrijfscomplex gebouwd, bestaande uit een pakhuis, maalderij, turfopslag en molenaarswoning. Het complex, Willeskop 18, werd op 28 november 1915 door baron De Wijkerslooth de Weerdestein, voorzitter van de Stichtse Boerenbond, geopend.
De vereniging bleef de opgaande lijn vasthouden. In 1939, bij het 25-jarig bestaan, had de vereniging bijna 145 leden. Dat resulteerde in een groeiende omzet en winst voor de leden. Dat was ook weer gunstig voor de Coöperatieve Boerenleenbank in Montfoort, waarmee “De Vier Gemeenten” nauw verbonden was. Bij het veertigjarig jubileum van de vereniging in 1954 was het aantal leden gegroeid tot 261, waarvan er 145 nog afkomstig waren uit de vier gemeenten, waaraan de vereniging haar naam ontleende. Ook het bedrijfscomplex groeide. Al vóór de tweede wereldoorlog werd de molenaarswoning omgebouwd tot kantoor, werden er verschillende pakhuizen aangebouwd en kwamen er nog twee woningen voor het personeel tot stand. In 1940 werd er nog een grasdrogerij aan het complex toegevoegd, die echter slechts tien jaar in gebruik is geweest, daarna werd het eveneens pakhuis.
Het zwaartepunt van de activiteiten van “De Vier Gemeenten” kwam al vanaf de jaren ’30 te liggen bij de productie en levering van veevoer en kunstmest. In 1955 werden de oude maalderij en een aantal pakhuizen vervangen door een geheel nieuwe maalderij met een enorme silo. Dit nieuwe complex was lange tijd een dominerend bouwwerk aan het Montfoortse deel van Willeskop.
Vanaf de jaren ’90 begon de groei van “De Vier Gemeenten” af te vlakken. Door in 1990 een fusie aan te gaan met een coöperatie in Hazerswoude bleef het aanvankelijk mogelijk om de omzet op peil te houden. Na de grootse viering van het tachtigjarig bestaan in 1994 kwam het bedrijf in minder gunstig vaarwater. Dat dwong in 1999 tot het samengaan met de Haastrechtse coöperatie “De Samenwerking”. Het nieuwe bedrijf ging onder die naam verder; de naam “De Vier Gemeenten” verdween. In 2003 werden de activiteiten op Willeskop, waar alleen nog varkensvoer werd gemaakt, beëindigd; alle werkzaamheden werden naar Haastrecht overgebracht. In januari 2005 tenslotte werden de maalderij en silo aan Willeskop afgebroken en kwam er een definitief einde aan de Willeskopper geschiedenis van “De Vier Gemeenten”.
- Bouwvergunningen Gemeente Willeskop (M066a), nrs. 30, 81, 138, 589, 206, 222, 487 en 509.
- 1914-1939: Coöperatieve In- en Verkoopvereniging De Vier Gemeenten Montfoort (Montfoort, 1939);
- 1914-1954: Coöperatieve In- en Verkoopvereniging De Vier Gemeenten Montfoort (Montfoort, 1954);
- “Kranen slopen Samenwerking” in: Zenderstreeknieuws, 19 januari 2005.