Hervormde Sint-Janskerk

Hervormde Sint-Janskerk

De Nederlands-Hervormde Grote of Sint-Janskerk aan de Korte Kerkstraat in Montfoort is een Rijksmonument met een lange geschiedenis. De oudste vermelding van een kerkgebouw in Montfoort dateert van het eind van de dertiende eeuw. Het waarschijnlijk eenbeukige kerkgebouw was gewijd aan de evangelist Johannes en mocht zich verheugen in de bijzondere belangstelling van de heren van Montfoort. Nadat Montfoort in 1329 stadsrechten had gekregen deden de burggraven pogingen om de status van hun stad en kerk te verhogen. Burggraaf Hendrik III de Rover wist in 14000 in om van paus Bonifatius IX gedaan te krijgen, dat de kerk van Montfoort de status van kapittelkerk kreeg. Als gevolg daarvan werd de kerk aanzienlijk uitgebreid en verbouwd. Omdat een kapittel van acht kanunniken, aan de kerk verbonden priesters, te duur bleek is het in de praktijk bij die titel gebleven.

Het stadje en ook de kerk hebben in de middeleeuwen veel te lijden gehad van oorlogsgeweld, met name in de periode van de Hoekse en Kabeljauwse twisten in de tweede helft van de vijftiende eeuw. De schade aan de kerk was zeer groot en het duurde lang voordat er voldoende geld was om het gebouw te herstellen en restaureren. Vanaf 1490 werden de herstelwerkzaamheden aangepakt en kreeg de kerk min of meer zijn huidige vorm en plattegrond. In de kerk bevonden zich diverse altaren, gewijd aan verschillende heiligen. Bij elk van de altaren werden tot ver in de zestiende eeuw tegen betaling missen gelezen voor overledenen door “memorieheren”, speciaal daarvoor aangestelde geestelijken. 

De overdracht van de kerk van de Rooms-Katholieken naar de Hervormingen in de tweede helft van de zestiende eeuw is zonder geweld verlopen. De burggraven bleven de oude religie trouw: het in 1581 door het bestuur van het gewest Utrecht uitgevaardigde verbod op de uitoefening van het katholicisme werd door burggraaf Jan met grote tegenzin en pas na verschillende waarschuwingen toegepast. Ook de meeste Montfoorters waren niet naar de nieuwe leer overgegaan. Het zou nog lang duren voordat de calvinisten zich een stevige positie in de stad hadden verworven. Toen dat in het eerste kwart van de zeventiende eeuw min of meer gelukt was werd het kerkgebouw opnieuw door rampspoed getroffen. Op 28 maart 1629 vloog de kerk door blikseminslag in brand. Het kerkgebouw en de toren gingen  daarbij, met een groot aantal omliggende huizen, grotendeels verloren. De herstelwerkzaamheden werden snel in gang gezet, zodat de kerk vijf jaar later weer in gebruik kon worden genomen. Voor de heropgebouwde kerktoren schonk de burggrafelijke familie De Merode in 1630 drie klokken. Omdat de kerkklokken van belang waren voor alle Montfoorters en niet alleen voor de Hervormde kerkgangers kon de burggraaf dit voor zijn Rooms-Katholiek geweten verantwoorden. Van de drie klokken is er nog maar één over: van de twee anderen werd er één in 1913 verkocht, omdat hij te ernstig beschadigd was, en de andere werd in 1943 door de Duitse bezetter wegggehaald.

De bouwstijl is laat-gothisch; de plattegrond van de kerk is kruisvormig. De kerk is een “pseudobasiliek”, dat wil zeggen dat het middenschip wat hoger ligt dan de zijschepen, maar niet zo hoog als bij een “echte” basiliek. De kerk is met leien bedekt volgens de Rijnlandse methode. De ingang van de kerk is in de ruim 45 meter hoge kerktoren, die oorspronkelijk in zes geledingen was opgemetseld en dus voorheen hoger was. In 1877 begon de toren echter te verzakken. Om dit probleem op te lossen heeft men twee geledingen verwijderd en vervolgens het topje, de sierlijke naaldspits, weer op de bovenste omloop geplaatst.

Het interieur van de kerk heeft nog veel elementen uit de zeventiende en achttiende eeuw. De preekstoel dateert uit 1670, het doophek uit 1675 en de erbij behorende koperen lezenaars uit 1725. De vloer is op verschillende plaatsen bedekt met ruim 175 oude grafzerken; tot 1828 was het immers gebruikelijk dat mensen in de kerk begraven werden. De zerken geven een beeld van de belangrijke Montfoortse regentenfamilies. De heren regenten zaten tijdens de kerkdiensten in de nog altijd aanwezige herenbank, die uit de zeventiende eeuw dateert.
De voormalige sacristie, waar de priesters zich voorbereidden op de Heilige Mis, is nu in gebruik als consistoriekamer. In de zuidelijke kapel, vanouds de Kapel van het Heilig Graf, is nu de kamer van de kerkrentmeesters. In deze ruimte werden bij de laatste restauratie stukjes gebrandschilderd glas gevonden, waarschijnlijk uit de vijftiende eeuw en daarmee het oudste bewaard gebleven gebrandschilderd glas in de Nederlanden.

De Sint-Janskerk heeft het na de brand van 1629 bijna 250 jaar lang zonder orgel gedaan. In 1868 kwam er weer een orgel in het kerkgebouw. Dit bleek na twintig jaar niet meer te voldoen en werd verkocht en vervangen door een ander. Dit orgel maakte op zijn beurt in 1904 plaats voor het huidige orgel. De Woerdense orgelbouwer Martinus Vermeulen plaatste dit orgel, waarvan de herkomst niet duidelijk is maar waarvan alles er op wijst, dat het een Vlaams orgel uit de tweede helft van de achttiende eeuw is. De orgelkast en een deel van het mechaniek zijn door Vermeulen gemaakt.

Tussen 1978 en 1982 zijn de Sint-Janskerk en de kerktoren volledig gerestaureerd.

Archief
  • Archief van de Nederlands-Hervormde gemeente van Montfoort (nog in beheer bij de kerk te Montfoort).
Literatuur
  • Fred Gaasbeek en Charles Noordam, Montfoort: geschiedenis en architectuur (Zeist, 1992), p. 196-201;
  • A.C. Hellema, De Grote- of Sint-Janskerk te Montfoort (Alphen aan den Rijn, 1975);
  • Rondleiding Nederlands-Hervormde kerk te Montfoort [circa 2010], uitgave van de Nederlands-Hervormde gemeente, aanwezig in de documentatiecollectie van het RHC Rijnstreek en Lopikerwaard.