Nederlands-hervormde kerk

Nederlands-hervormde kerk

Op de plaats van de huidige kruiskerk in de Dorpsstraat van Lopik stond oorspronkelijk een veel grotere laat-middeleeuwse kerk. Al aan het begin van de dertiende eeuw werd het eerste stenen kerkje in Lopik gebouwd. Tussen 1464 en 1469 kwam er in de plaats hiervan een grote éénbeukige kruiskerk met een opvallend hoge toren van 48 meter hoog. Voor een dorpje als Lopik lijkt dit wellicht een enorm grote kerk, maar de Lopikse parochie besloeg een uitgestrekt gebied langs de Lopikerwetering. Het was ongeveer twintig kilometer lopen om van de ene naar de andere kant te komen, van het huidige Nieuwegein naar Schoonhoven.

De Reformatie ging ook aan Lopik niet voorbij, alhoewel men redelijk laat was met het omarmen van de nieuwe leer. In 1590 werd de laatste pastoor Nicolaus Lecquir de eerste hervormde predikant van Lopik. In deze tijd waren echter nog lang niet alle altaren uit de kerk verwijderd. 

Door de jaren heen begon de toren steeds meer scheef te zakken; mogelijk door het gewicht van de klokken die erin bevestigd waren. De Hervormde Gemeente ontving in 1605 van het Dijkcollege een luidklok van 2138 pond, die gebruik moest worden als er sprake zou zijn van watersnood. De Lopikse kerkmeesters vonden dit nog niet voldoende en besloten er het jaar erna een nog minstens even zware klok naast te hangen. Auteur Hans Wisse noemde dit een typisch staaltje van ‘Lopikse ijdelheid’.

Vanwege instortingsgevaar moest de toren diverse malen ingekort worden. In 1797 werd er 31 meter van de toren afgehaald. Aangezien de toren en het aangrenzende gedeelte van de kerk toch verder bleven verzakken, werd ertoe besloten in 1818 ook de rest van de eens zo trotse toren en 12 meter van het schip van de kerk af te breken. De kerk werd daarna voorzien van een nieuwe westgevel met een eenvoudige toren.

In 1864 werd een restauratie uitgevoerd naar de plannen van aannemer Verheij uit Ameide. In ditzelfde jaar werd een éénklavier pijporgel aangekocht bij de firma Van Dam te Leeuwarden. Eigenlijk was er een veel grondigere restauratie nodig, maar hier waren op dat moment geen middelen beschikbaar voor. Uiteindelijk werd er tussen 1964 en 1967 onder toezicht van Monumentenzorg een grondige restauratie uitgevoerd, waarbij in het interieur enkele restanten van eeuwenoude muurschilderingen werden ontdekt. Ook werd het schot verwijderd dat het koor altijd van de kerk had afgescheiden. De preekstoel werd daarom naar de westgevel verplaatst. In 1967 werd de kerk met een dankdienst weer in gebruik genomen.

Nog steeds herinneren twee gevelstenen in de voorgevel aan het verleden: de linker aan de verbouwing van 1818 en de rechter aan de restauratie van 1964 tot 1967.

Archieven:
  • Archief Nederlands Hervormde gemeente van Lopik 1613-1991 (L046).
Literatuur:
  • Fred Gaasbeek en Teun Winkelman, Lopik: geschiedenis en architectuur (Zeist 1996), pp. 191-193.
Documentatie:
  • 6.14. Monumentenlijst Lopik 1965.
  • 6.14. Uitgave ter gelegenheid van de Open Monumentendag 2007, Nederlands Hervormde kerk – Dorpsstraat 32.
  • 8.235. Hans Wisse, De dorpskerk van Lopik.