Tweede Wereldoorlog

Tweede Wereldoorlog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is er veel gebeurd, zo ook in Lopik. Wat volgt is slechts een selectie en een samenvatting van twee opvallende kwesties van de oorlog: Lopik als tijdelijke vestigingsplaats voor evacués en onderduikers en het lokale verzet tegen de Duitse bezetting.

In mei 1940 werd Lopik na het binnenvallen van de Duitse troepen een toevluchtsoord voor bewoners uit strijdgebied. Zo ontving Lopik gevluchte bewoners uit het nabij de Grebbelinie gelegen Gelderse Wadenoijen. Behalve de vluchtelingen uit het oosten, verwelkomde Lopik na het bombardement op Rotterdam bovendien ontheemden uit de havenstad. Hoewel Lopik zelf grotendeels buiten het strijdgewoel wist te blijven, kwam de dorpsgemeente de eerste oorlogsmaand niet zonder kleerscheuren door. Op 13 mei werd een in de wieg slapende baby fataal getroffen door de scherven van een (per ongeluk gedropte) bom. Lopik bleef na 1940 een toevluchtsoord, zowel voor vluchtelingen als voor onderduikers. Toen in 1943 delen van Zeeland en Zuid-Holland onder water werden gezet, zochten inwoners van steden als Middelburg en (opnieuw) Rotterdam hun heil in Lopik. Tegen het einde van de oorlog telde het dorp officieel bijna driehonderd evacués. Onderduikers werden in dat soort tellingen uiteraard niet meegenomen. Dat betekende echter niet dat ze er niet waren: volgens sommige schattingen zaten er tegen het eind van de oorlog bijna vijfhonderd mensen in Lopik ondergedoken. Onder hen waren verzetslieden en lokale bestuurders uit andere gemeenten, maar ook veel jonge mannen die probeerden tewerkstelling in Duitsland te ontlopen. Dat er reden was om gedwongen emigratie te vermijden, blijkt wel uit het gegeven dat in ieder geval drie tewerkgestelde Lopikenaren gedurende de oorlog in Duitsland omkwamen. Niet alle ondergedoken dienstweigeraars waren overigens zelf uit Lopik en omstreken afkomstig. Zo herbergde de Lopikerwaard ook een vijftal Italiaanse deserteurs. Tot en met de bevrijding zaten de Italianen veilig, maar niet altijd comfortabel, ondergedoken in een boerderij in Benschop: de laatste weken van de bezetting brachten de deserteurs namelijk noodgedwongen door in een kippenhok.

De bezetting werkte ook in Lopik en omgeving verzet in de hand. Met al die hulpbehoevenden in tijden van schaarste was de voedselvoorziening moeizaam. Inwoners van Lopik probeerden zo goed en zo kwaad als het ging om hun karige rantsoeneringen aan te vullen. Door middel van illegale veeslachtingen en overvallen op distributiekantoren probeerde ook het verzet om extra levensmiddelen te bemachtigen. Een in het oog springende actie was de overval op het stadhuis van 31 januari 1944. Gewapende verzetslieden drongen toen het stadhuis binnen en sloten het aanwezige personeel op in de gemeentekluis. Onder de gevangenen was burgemeester Schuman, die naar verluidt vooraf reeds op de hoogte was van de actie. De uiteindelijke buit van de overvallers bestond uit distributiekaarten, persoonsbewijzen en het bevolkingsregister. Oftewel, alle persoonsdocumentatie waarmee Duitse troepen konden afleiden wie nu eigenlijk wie was in Lopik. Het verzet sloeg zo twee vliegen in één klap. Onderduikers konden bij een onverhoopte confrontatie met een ordebewaker schermen met een (vals) legitimatiebewijs. Distributiekaarten werden gebruikt om ondergedoken personen, die officieel niet gehuisvest werden in Lopik, alsnog voedsel te verschaffen. Dat de nood aan voedsel en levensmiddelen hoog was, bleek uit de risico’s die aan acties zoals de overval op het stadhuis verbonden waren. Op “sabotage” stond vanaf 1943 namelijk de doodstraf. Reeds voor de hieronder genoemde gebeurtenissen in Benschop, betaalden vier lokale verzetsleden de ultieme prijs. De meest beruchte gebeurtenis in de omgeving vond slechts luttele maanden voor de bevrijding plaats. Op dinsdag 13 februari 1945 werd Benschop van alle kanten omsingeld door Duitse soldaten. In hun poging om verzetsleden te arresteren, kwam het op twee boerderijen tot schotenwisselingen. Daarbij kwamen een Duitse soldaat en twee verzetsleden om het leven. Meerdere verzetsleden werden gearresteerd en afgevoerd. Enkele dagen nadien keerden de gevangenen onder begeleiding van Duitse soldaten terug in Benschop. Bij de familieboerderij van een van de verzetsmannen werden alle zeven gevangenen voor het oog van de bewoners gefusilleerd. Op de plek des onheils is ter nagedachtenis van de gesneuvelden een herdenkingsmonument opgericht. Uit later onderzoek bleek de IJsselsteinse NSB-burgemeester Moot de spil in de actie tegen het verzet. Na de oorlog werd hij tot negen jaar gevangenschap veroordeeld voor zijn betrokkenheid bij de gebeurtenissen Benschop. Monument ter nagedachtenis aan het verraad van Benschop (fotonummer L1606).

Voor meer informatie over Lopik tijdens de Tweede Wereldoorlog kunt u bij het RHC terecht voor zowel archiefmateriaal als literatuur. Hieronder volgt een lijst van de meeste relevante bronnen, alle te raadplegen op onze studiezaal.

Archieven
  • Gemeentearchieven Lopik:
    • periode (1811) 1814-1942 (1970) (L048);
    • periode (1931) 1943-1988 (1995) (L091).
  • Collectie A.S. Hogendoorn te Lopik, 1941-1946 (L068).
  • Collectie L.M. Dorsman te Ooltgensplaat, 1944-1982, (L080).
  • Collectie Oene Johannes Engelbertus Steenbeek, 1915-1989 (L121).
  • Collectie W. Guyt, 1915-1995 (L137).
  • Collectie A. Schouten, (1930) 1941-1955 (L178).
  • Oranjevereniging “Oranje Nassau” te Lopik, 1945-1948 (L013).
Literatuur en documentatie
  • L. Bakker, Het huisje bij de schans (Lopik, 1999).
  • Bram de Graaf, Het verraad van Benschop. Verzet en vergelding in een boerendorp, februari 1945 (Amsterdam, 2015).
  • W.G. Lulof en J.G.M. Boon, Wie dit leest is vrij. Iets over de oorlog (1940-1945) (Lopik, 1985).
  • A. van Vliet en B. van der Laan (red.), De Lopikerwaard in oorlogstijd (Lopik, 2015).
  • Het RHC verzamelt per plaats en thema allerhande bronmateriaal dat, vanwege de oorsprong, niet in een archief geplaatst kan worden. Ook voor Lopik tijdens de Tweede Wereldoorlog bestaat documentatie (nummers 0.5, 0.6, 2.21 en 6.32). Dit bevat onder meer verslaggeving over de beruchte executie van verzetsleden te Benschop in februari 1945, gesneuvelde Britse vliegeniers en een door burgemeester Schuman geschreven opsomming van oorlogsincidenten.