Treinstation

Treinstation

Papekop heeft door de eeuwen heen eigenlijk altijd hetzelfde karakter gehad: een klein agrarisch dorp, zonder kerk, zonder winkels en waar de kinderen van de lagere school doorgaans voor de meeste bedrijvigheid zorgden. Het dorp lag geïsoleerd en had alleen een directe uitvalsweg naar Oudewater en Woerden. Een belangrijke doorgaande weg had het niet. Dit veranderde nauwelijks toen de aanleg van de Rhijnspoorlijn tussen Utrecht en Gouda-Rotterdam gereed was.

In 1857 werd in Papekop station Oudewater geopend voor personen- en goederenvervoer. Dit bracht echter geen economische groei met zich mee of een toename van de bevolking in Papekop. Bij het station werden slechts een paar nieuwe huizen gebouwd. Het koffiehuis van Van Wees, dat toen al jaren bestond, kreeg wellicht iets meer klandizie, evenals de stalhouderij. Voor onder andere burgemeesters, onderwijzers en onderwijzeressen die in Gouda woonden, was de trein een snelle manier om in Papekop te komen. Zij kregen dan ook toestemming van de gemeenteraad om daar te blijven wonen en voor hun werk heen en weer te reizen.

In het archief van de gemeente is niet veel bijzonders terug te vinden met betrekking tot de spoorweg. Elk halfjaar werd de gemeente een nieuwe dienstregeling toegezonden, maar deze zullen niet erg veel van elkaar afgeweken hebben. De enige schokkende vermelding in het gemeentearchief omtrent het spoor, is dat in mei 1888 iemand in de buurt van het station te Papekop overreden was door een trein.

Oudewater had ook nauwelijks profijt van de spoorlijn. Het station lag niet in de directe omgeving van de stad en over het algemeen gold toch dat de bevolking in die tijd niet zo vaak naar een stad als Gouda of Utrecht hoefde te gaan. De mensen uit Papekop en Oudewater konden veelal in hun eigen behoeften voorzien en als ze andere goederen of diensten nodig hadden, kon men daarvoor in Oudewater wel terecht. Daarbij komt ook dat inwoners van Oudewater tot 1887 zelf voor hun vervoer naar het station moesten zorgen. Pas vanaf die tijd werd er een koets, een omnibus ingezet voor het vervoer van en naar Papekop. Deze ging via de vaak slecht begaanbare Papekopperdijk en moest soms met maar liefst zes paarden uit de modder getrokken worden. Deze omnibus werd geëxploiteerd door D. Boer, stalhouder en eigenaar van hotel ‘De Doelen’ in Oudewater.

In 1906 moest de koets plaats maken voor een paardentram die ook vanuit Oudewater vertrok en als eindbestemming station Oudewater had. De dienstregeling van deze tram was afgestemd op die van de treinen. In 1923 werd de paardentram vervangen door een soort vrachtwagen en werd het een tractor-tram genoemd, maar hiervoor kwam al kort daarna een ‘gewone’ autobus in de plaats. De tram werd daarna nog wel ingezet wanneer het druk was of wanneer de bus te vol zat. In 1931 werd de laatste in Nederland nog dienstdoende tram, die van Oudewater – Papekop, opgeheven. De bus stopte in 1936, toen het station van Papekop werd gesloten voor personenvervoer. Daarna was het alleen nog mogelijk om goederen van en naar het station te vervoeren. In 1969 werd het station helemaal gesloten. Het station en het stationsgebouw werden afgebroken.

Archief

Archief van het gemeentebestuur van Papekop 1817-1942 (R031), o.a. invnrs. 390-395.

Literatuur

Marijke Beek en Marius Kooiman, Oudewater: geschiedenis en architectuur (Zeist, 1993), pp. 52-54.