Korenmolen ‘De Windhond’

Korenmolen ‘De Windhond’

De stellingkorenmolen “De Windhond” te Woerden heeft een lange historie achter de rug, die begonnen is in 1755, toen Jan Wellen en Katrina Kellink de molen op de stadswal bouwden. Deze molen is echter niet de eerste geweest die Woerden gekend heeft.

Al in 1498 is er namelijk sprake van een molen op de stadswal, die ongeveer op dezelfde plaats gestaan heeft als de huidige. In 1588 is er sprake van een tweede windmolen, welke eveneens op de stadswal stond. Dit is terug te vinden op verschillende stadsplattegronden. De twee molens bleken toch te veel voor de stad te zijn. In 1707 werd één van de molens gesloopt, de andere (die in 1742 en 1743 in twee fasen was opgekocht door Jan Wellen) werd in 1755 vervangen door “De Windhond”. De archieven maken niet duidelijk waarom er een nieuwe molen gebouwd werd. De gevelsteen geeft het bouwjaar duidelijk aan: ‘Gestigt Door Ian Wellen en Katrina Kellink A. 1755’. Op de baard staat ook nog een keer de stichtingsdatum vermeld: ‘ANNO 1755’ ‘DE WINDHOND’. De nieuwe molen is een stenen stellingkorenmolen en krijgt de naam “De Windhond”. De naam is misschien een verwijzing naar de hazewindhond en kwam en komt ook bij andere molens voor, onder meer in Zaandam, Soest, Dordrecht en Hellevoetsluis.

Door de jaren heen heeft de molen veel eigenaren en huurders gehad, totdat molenaar Hoogendoorn, na drie molenaarsgeneraties Hoogendoorn in 1977 de molen aan de gemeente Woerden verkocht. De gemeente ging vervolgens over tot restauratie, in overleg met de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en de stichting “De Hollandsche Molen”. In 1984 vond nog een tweede restauratie plaats. Vooral het woongedeelte, de diverse zolders en de schuur werden toen onder handen genomen. Met deze restauratie werd “De Windhond” weer in zijn oude staat hersteld.

“De Windhond” bevindt zich aan de zuidwestkant van de stad, op een bolwerk rond de stad, met hierop een molenberg van ongeveer 9 meter en is zoals reeds gezegd een stellingmolen. De stelling of balie halverwege de molen is het kenmerk hiervan. Het kruiwerk om de kop van de molen naar de wind te zetten wordt ook vanaf deze stelling bediend. Merkwaardig aan “De Windhond” is de enorme verbreding van de voet, welke op ongeveer 1,80 meter boven de molenwerf aanvangt en de romp een extra versterkingsring geeft van ongeveer 1 meter breed. De vorm van de wieken is de zogenaamde Oud-Hollandse. De gasmotor dateert van 1901. Voordien, vanaf 1877, werd bij windstilte een stoommachine gebruikt. Het woonhuis onder de molen is overigens pas in 1861 aangebracht.

Tot 1976 heeft de molen altijd aan zijn functie als korenmolen voldaan. Sinds de restauraties draait de molen weer regelmatig en maalt hij ook af en toe weer graan.

Archief
  • Archief van het stadsbestuur van Woerden (W001), o.a. inventarisnummers 84-110 (stadsrekeningen).
Literatuur
  • W.R.C. Alkemade, “De Windhond” Woerden (Woerden, 1986);
  • J. den Besten, G.J. Pouw en G. de Vries, Nieuw Utrechts molenboek (Utrecht, 1991), pp. 248-251;
  • Jan van Es en Saskia van Ginkel-Meester, Woerden: geschiedenis en architectuur (Zeist, 2000), pp. 241-242.
Documentatie
  • Album “De Windhond”, vervaardigd door J. en Jac. Hoogendoorn.