Doodstraf, lijfstraffen en schandestraffen
Woerden
- Algemene begraafplaats aan de Meeuwenlaan
- Arsenaal
- Barwoutswaarder en Bekenes
- Begraafplaats van de familie Groeneveld aan de De Brauwstraat
- Beknopte geschiedenis van Woerden
- Bonaventurakerk
- Brediuspark en Brediusschuur
- Burgemeester M.W. Schalij
- C.J.A. van Helvoort, gemeentesecretaris en stadsgeschiedschrijver
- Centraal Magazijn
- Cornelis Vreedenburgh, kunstschilder
- De Ramp van Woerden (1813)
- Dominee dr J. Haitsma
- Doodstraf, lijfstraffen en schandestraffen
- Etymologie van de naam "Woerden"
- Gemeenlandshuis van het Groot-Waterschap van Woerden
- Gemeentehuis van Barwoutswaarder
- Gemeentehuis van Rietveld
- Gemeentewapen
- Gilden
- HBS F.A. Minkemaschool
- Hofpoort Ziekenhuis en voorgangers
- Hoofdonderwijzer Feike Kalsbeek (1857-1941)
- Isaac de Brauw, medicinae doctor en burgemeester
- Israëlitische begraafplaats in het Westdampark
- Jan de Bakker, kerkhervormer en martelaar
- Jan Meulman, vrederechter en geschiedschrijver
- Kaaspakhuizen
- Kasteel
- Kazerne
- Korenmolen 'De Windhond'
- Lutherse kerk
- Melkfabriek Excelsior, later Nieuw-Holland
- Opstandingskerk
- Petruskerk
- Polder Barwoutswaarder c.a.
- Polder Breeveld
- Proveniershuis
- Rietveld en de Bree
- Rijndemping
- Rozenbrug
- Spaanse griep
- Stadhuis aan de Westdam
- Stadspoorten
- Stadsrechten (1372)
- Station
- Tweede Wereldoorlog
- Vrouwengevangenis in het Kasteel van Woerden
- Watertoren
- Willemshoeve
- Woerdse mart of koeienmarkt
Doodstraf, lijfstraffen en schandestraffen
In 1372 krijgt Woerden stadsrechten en daarmee het privilege om een eigen stadsbestuur te kiezen. Die oefent ook de rechterlijke macht uit. Deze geldt voor de burgers en poorters: de inwoners van de stad en het omliggende gebied. De schout, vaak benoemd door de landsheer – de graaf of de koning – is zijn plaatselijke vertegenwoordiger en fungeert als openbaar aanklager. Hij is ook het hoofd van het opsporingsapparaat. Vonnis wordt gewezen door de vierschaar waarin de schepenen en eventueel de burgemeesters zitting hebben. In Woerden komt de rechtbank vanaf de zestiende eeuw samen in de vroedschapszaal. Deze bevindt zich nog steeds op de eerste verdieping van Stadsmuseum Woerden – het vroegere stadhuis.
Eenvoudige zaken mag de stadsrechtbank zelf afhandelen. Het gaat dan om relatief kleine vergrijpen die vaak worden afgedaan met het opleggen van een stadsvrede – een soort afkoelingsperiode met een voorwaardelijke straf. In andere gevallen bestaat de veroordeling uit een boete of een korte gevangenisstraf. Soms wordt de veroordeelde tijdelijk uit de stad of uit de provincies van de landsheer verbannen. In middeleeuws Woerden zijn er twee plaatsen waar je gevangen kan worden gezet: het arrestantenhuisje in het achterste deel van het oude stadhuis en het Kasteel van Woerden.
Voor zware misdrijven treedt de baljuw op als openbare aanklager. Ook hij is een vertegenwoordiger van de graaf of de koning. Maar de baljuw heeft de bevoegdheid om namens hem de doodstraf, lijfstraffen en schandestraffen te eisen, al of niet in combinatie met een langdurige of zelfs eeuwige verbanning. Tot de strafmaten behoren de doodstraf, uitgevoerd in verschillende gradaties van wreedheid, zoals ophanging, wurging, doodknuppelen en onthoofding. Verder kan een veroordeelde worden gegeseld, al of niet in het openbaar. Meestal gebeurt dat met stokslagen of met roeden. Wie het erg bont maakt loopt ook nog de kans op een brandmerk met een afdruk van het stadswapen van Woerden. In wat lichtere gevallen wordt de dader aan de kaak gesteld. Je staat dan enige tijd ‘ten toon of te pronk’, soms met een bord waarop jouw misdaad staat aangegeven, zoals ‘bedrieger’, ‘falsaris’ (valsmunter), of ‘dief’. Je loopt ook de kans daarna met bord en al de stad uit geleid te worden, een langdurige verbanning tegemoet. In de achttiende en negentiende eeuw kan ook een jarenlang verblijf in een tuchthuis worden opgelegd. De Woerdense rechtbank maakt daarvoor meestal gebruik van het tuchthuis in Gouda omdat zo’n instelling in Woerden ontbreekt.
Naast de ingang van het oude stadhuis staat nog de kaak of schandpaal die dateert uit 1567. Een geseling zonder publiek vindt altijd plaats binnen de muren van het Kasteel van Woerden. Soms moeten medeplichtigen dit afschuwelijke tafereel verplicht bijwonen.
Hoe vaak komt het voor dat de rechtbank in Woerden een dood-, lijf-, of schandestraf oplegt? Over de vroege middeleeuwse periode is vrijwel niets bekend, omdat de stadsarchieven verloren gaan bij de brand die de Petruskerk in de as legt tijdens het Rampjaar 1672. Vanaf 1669 beschikken we wel over documenten waarin de vonnissen van de rechtbank zijn opgetekend. Met het invoeren van de Franse Gemeentewet in 1811 komt er overigens een einde aan het baljuwschap en worden zware strafzaken niet meer in Woerden behandeld. Uit onderzoek blijkt dat in de tussenliggende periode er drieënnegentig zaken zijn waarin een lijfstraf wordt opgelegd. Gemiddeld is dat minder dan een keer per jaar. Een lijfstraf is dus een grote uitzondering, gezien het aantal ‘gewone’ zaken dat in sommige jaren meer dan tien keer hoger is.
Twaalf maal wordt een dader ter dood veroordeeld en meestal gebeurt dat door ophanging of wurging. Publieke geseling wordt drieënveertig keer opgelegd, tegen vijftien keer een niet-publieke geseling in het Kasteel van Woerden. Negentien maal wordt iemand aan de kaak gesteld of moet met ‘roeden om de hals’ en een bord waarop de misdaad staat, door de stad lopen. Veertien maal krijgt iemand een brandmerk met het stadswapen. Achtenzeventig maal is er sprake van langdurige verbanning, soms alleen uit de stad maar vaak uit Holland en West-Friesland, Zeeland en Utrecht. De vierschaar legt regelmatig een combinatie van straffen op, zoals geseling met brandmerken en daarna verbanning. De misdrijven die leiden tot deze straffen lopen uiteen van meervoudige moord, geweldpleging, inbraak, heling en valsmunterij, tot aan hoererij en homoseksuele handelingen.
Over het uitvoeren van de doodstraf en publieke geseling gaat het verhaal dat dit plaatsvindt vóór het stadhuis. Archiefonderzoek levert maar één zaak op waarin een ophanging voor het stadhuis wordt geëist. Vrijwel altijd staat in een doodvonnis dat de verdachte wordt geleid ‘ter plaatse daar men gewoon is de publijcke Criminele Justitie te administreren ende aldaar gestraft te worden’. Uit verder onderzoek blijkt dat het hier gaat om een speciaal terrein dat zich even buiten de stad bevindt, aan de huidige Leidsestraatweg. Daar bevindt zich ook het galgenveld. In het vonnis staat regelmatig dat, na het voltrekken van de doodstraf, het lijk langdurig ten toon wordt gesteld ‘ten prooi aan de wilde vogels’. Ook voor het voltrekken van publieke geseling wordt vaak naar deze locatie verwezen. Als het al ooit voorkomt, is een publieke lijfstraf, anders dan het aan de kaak stellen, binnen de stadsmuren een heel grote uitzondering.
Archieven
- Baljuw en Vierschaar van het Land van Woerden (oud-rechterlijk), 1574-1811 (W053).
- Baljuwsrollen (inventarisnummers 5 t/m 11).