Gemeentehuis van Barwoutswaarder

Gemeentehuis van Barwoutswaarder

Tot in de twintigste eeuw was het in de meeste kleine gemeenten van Nederland gebruikelijk om vergaderingen van het lokale bestuur te houden in de dorpsherberg. Zo ook in Barwoutswaarder, waar het plaatselijke bestuur tot in de jaren 1930 vergaderde in de lokale herberg. Daarna nam het bestuur zijn intrek in een woonhuis in Barwoutswaarder, tot de gemeente Barwoutswaarder werd opgeheven in 1964.

Schotvarkens: het lokale bestuur geherbergd

De herberg te Barwoutswaarder heette “Schotvarkens” en lag ter hoogte van het huidige adres Barwoutswaarder 73. De opvallende naam van de herberg – ook wel geschreven als “Schotsvarkens” of “Schotvarken” – zou mogelijk verwijzen naar het feit dat een varkensslachter zijn dieren ombracht door middel van pistoolschot. Waarschijnlijk is dit onjuist. De naam komt namelijk al in 1814 voor, maar de slager aan wie dit wordt toegedicht, Johannes van Rooijen, was pas rond 1900 actief. Een ander verhaal dicht de oorsprong van de naam toe aan een walvisvaarder die kastelein geworden was. Hij zou zeehonden of walrussen hebben gezien tijdens zijn vorige carrière en vond dat ze leken op varkens op ijsschotsen, vandaar: “(ijs)schotsvarkens”.

Wat zeker duidelijk is, is dat de herberg al sinds het einde van de zeventiende eeuw dienst deed als “(ge)rechthuis”. Dat wil zeggen, het was de plek waar schout en schepenen bijeenkwamen om recht te spreken, het dorp te besturen en openbare verkopen en verpachtingen te houden. Tevens vergaderde het polderbestuur om waterstaatszaken te bespreken. De totstandkoming van de gemeente Barwoutswaarder in de negentiende eeuw veranderde weinig aan deze overeenkomst. Zoals voorheen, huurde het bestuur een kamer – later een apart gebouw – en de kastelein was verantwoordelijk voor onderhoud en versnaperingen.Schotsvarkens met geheel rechts het pand, waarin de raadzaal van Barwoutswaarder was gevestigd, circa 1925.

Ondanks het belang van Schotvarkens voor de lokale politiek, was het vooral een herberg, die vele ondernemende eigenaars heeft gekend. Bijvoorbeeld de laatste eigenaar, Dirk Nap (eigenaar van 1912-1935). Hij was eigenaar en uitbater van de herberg en omliggende gebouwen, onder andere een huis dat door de gemeente gebruikt werd.

Het einde van Schotvarkens, zowel als herberg als gemeentehuis, kwam plotseling. Op 31 oktober 1935 ontstond er ’s avonds in een nabijgelegen en leegstaand huis brand, vermoedelijk door kortsluiting. Door felle wind en gebrekkige brandbestrijding sloeg de brand fel om zich heen en verteerde zowel het huis van Nap als Schotvarkens. Het bestuur week uit naar Rietveld. Het bivakkeerde ongeveer twee jaar in “De Roskam”, net als Schotvarkens was dit een herberg die ook dienst deed als gemeentehuis.

Huis der gemeente: Barwoutswaarder 92

Vanaf het einde van de negentiende eeuw werd het steeds minder gepast gevonden om vergaderingen van de gemeenteraad te houden in drankgelegenheden. Vanuit Den Haag werd dan ook besloten dat er alternatieve onderkomens gezocht moesten worden. Voor Barwoutswaarder betekende dit de trek van de herberg naar het woonhuis.

In de laatste decennia van zijn bestaan vergaderde het gemeentebestuur van Barwoutswaarder op het adres Barwoutswaarder 92. Het pand werd mede gebouwd met het oog de gemeenteraad een onderkomen te bieden. Zo had ene M. Verwaal aangeboden om een ruimte in de door hem te bouwen woning te verhuren aan de gemeente. De gemeente ging hier op in en in de bouwplannen werd dit meegenomen. Een tastbaar resultaat hiervan is dat de tekst GEMEENTEHUIS in de gevel boven de deur van Barwoutswaarder 92 werd geplaatst. Fragment van de bouwtekening van het pand Barwoutswaarder 92 met de voorgevel en de plattegrond, 1937.De gemeente en opdrachtgever Verwaal zagen dus geen probleem om Barwoutswaarder 92 te gebruiken als “een woonhuis met raadzaal”. Uit het rapport van gemeenteopzichter Van Lokhorst, blijkt echter dat dit misschien tot spanningen zou kunnen leiden: “Hoewel dit op grond van de verordening niet is te eischen, zou ik wèl in overweging willen geven de binnenmuren tusschen raadzaal en keuken (door mij rood gearceerd) met het oog op gehoorigheid een dikte te geven van 2 x 0.11 + 0.04, of deze muren te bekleeden met geluid dempend materiaal.” De vaak gehoorde klacht dat er te veel afstand bestaat tussen de burger en de overheid ging hier niet op; men dreigde eerder te dicht op elkaar te leven. Het nieuwe gemeentehuis werd in 1937 in gebruik genomen.

Met de opheffing van de gemeente Barwoutswaarder in 1964 verdween ook de noodzaak voor een eigen gemeentehuis. In dat jaar ging wat resteerde van het lokale bestuur over naar Woerden. Dit was een relatief natuurlijke overstap, aangezien de secretarie van de gemeente – gecombineerd met die van Rietveld en Waarder – daar al langer gevestigd was. Desalniettemin blijft de geschiedenis van het gemeentehuis tastbaar: het huis op Barwoutswaarder 92 staat er vandaag nog, met de inscriptie op de voorgevel die het ooit onafhankelijke bestaan van de gemeente Barwoutswaarder aanduidde.

Archief

  • Bouwdossier Barwoutswaarder 92: Bouwvergunningen gemeente Barwoutswaarder, 1905-1941 (W005b), inventarisnummer 182, subnummer 156.

Literatuur

  • W.R.C.Alkemade, “Gemeentebesturen van Barwoutswaarder en Rietveld 1851-1964” in: Heemtijdinghen 26, no. 1 (maart 1990), p. 81-101;
  • W.R.C. Alkemade, “Schotvarkens, een herberg te Barwoutswaarder” in: Heemtijdinghen 32, no. 2 (juni 1996), p. 25-34;
  • L.Cl.M. Peters en W.R.C. Alkemade, “Van raadkamers tot nieuw stadhuis: geschiedenis van de gemeentehuizen in Woerden” in: Heemtijdinghen 30, no. 3 (september 1994): 57-92.