Isaac de Brauw, medicinae doctor en burgemeester

Isaac de Brauw, medicinae doctor en burgemeester

Een graf op de familiebegraafplaats aan de naar hem genoemde De Brauwstraat en portretten van hem en zijn echtgenote in het Stadhuis te Woerden zijn de enige dingen, die herinneren aan dokter Isaac (ook Isac genoemd) de Brauw, medicinae doctor, wethouder en jarenlang burgemeester van Woerden. Hij werd op op 10 november 1784 als zoon van Cornelis de Brauw en Alida Charlotta Albertina Paris te ’s-Hertogenbosch geboren, waar zijn vader op dat moment als kolonel van het Staatse leger in garnizoen lag. De familie De Brauw was afkomstig van Zeeland. De jonge Isac was een nakomertje en had enkele oudere broers, die allen, net als hun vader en grootvader, een militaire loopbaan kozen. Isaac sloeg een andere richting in: hij ging geneeskunde studeren aan de Leidse Universiteit, waar hij in 1811 promoveerde tot medicinae doctor, zoals artsen vóór 1865 genoemd werden.

Een jaar later ging hij in Woerden wonen, waar hij de praktijk overnam van de overleden stadsdokter Jan Pieter Bredius. In 1814 trouwde hij met Christina Andres, dochter van de Lutherse dominee van Woerden; na haar overlijden in 1817 hertrouwde hij in 1818 met Gerrigje ten Noever, een dochter van een eveneens Lutherse drukker. Hoewel zelf Nederlands Hervormd was De Brauw nauw verbonden met de belangrijkste Lutherse families in Woerden en hoewel hij niet voor erg strak en kerks doorging was hij tussen 1832 en 1864 president-kerkvoogd van de Hervormde gemeente. Hij behoorde weldra tot de belangrijke inwoners van het stadje, wat onder meer bleek uit zijn benoeming tot lid van de gemeenteraad in 1816. In 1824 werd hij tot wethouder benoemd en weer twee jaar later tot burgemeester van Woerden. Ook hier kwam hij in de plaats van een overleden lid van de familie Bredius, namelijk mr Jacobus Bredius, die behalve burgemeester ook notaris was. De functie van burgemeester was in die tijd in kleine plaatsjes als Woerden vaak een bijbaantje en ook Isaac de Brauw bleef, naast zijn burgemeesterschap, zijn beroep van dokter gewoon uitoefenen.

In de medische wereld van het tweede kwart van de negentiende eeuw genoot dokter De Brauw landelijk ook bekendheid, onder meer door zijn publicaties en vertalingen van werken over koepokinenting en het voorkomen van ziektes door vaccinatie. De hygiëne in verband met de gezondheid had zijn bijzondere belangstelling. Op dat terrein deed hij ook onderzoek in de praktijk als voorzitter van de Commissie van Toezicht op het Huis van Bewaring in Woerden. Tussen 1811 en 1872 was het Kasteel van Woerden als gevangenis ingericht; de hygienische omstandigheden en zijn pogingen om die te verbeteren werden door dokter De Brauw uitgebreid beschreven in landelijke publicaties. Hij was ook lid van verschillende landelijke medische genootschappen.

Als burgemeester was hij minder succesvol. Hij had regelmatig problemen met de gemeenteraad en in onderwijszaken ook met de schoolopziener. Met de onderwijzer Mazirel van de stadsschool voerde hij een persoonlijke strijd, die geen van beide echter wist te winnen. Toen in 1851 een nieuwe Gemeentewet in werking trad, die de combinatie van de functies van geneesheer en burgemeester zeer beperkte, trad De Brauw in 1852 af als burgemeester om vervolgens onmiddellijk als raadslid  te worden gekozen.De functie vervulde hij onopvallend: hij besteedde weer het grootste deel van zijn tijd aan zijn medische werkzaamheden.

Dokter De Brauw, die woonachtig was aan de Rietvelderstraat (nu Voorstraat 14), bleef tot op hoge leeftijd actief. Zo was hij naast zijn al genoemde functies ook lange tijd president van het Departement Woerden van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen. Pas toen hij bijna 85 jaar was legde hij zijn raadslidmaatschap neer en deed hij zijn dokterspraktijk over aan zijn zoon. In 1868 verhuisde Isaac de Brauw naar Amsterdam, waar hij op 17 februari 1871 overleed. Omdat hij via zijn tweede echtgenote verwant was aan de familie Groeneveld werd hij op de particuliere begraafplaats van die familie te Woerden begraven. Deze begraafplaats bestaat nog altijd en ligt aan de De Brauwstraat: deze naam werd in 1937 gegeven ter herinnering aan deze landelljk bekende Woerdenaar.

Archief
  • Archief van de gemeente Woerden 1811-1936 (W002), o.a. invnrs 12-14 en 39-40.
Literatuur
  • W.R.C. Alkemade. “Gevraagd te Woerden een onderwijzer: Pieter Mazirel, een Woerdense schoolmeester in conflict met het stadsbestuur in het tweede kwart van de 19e eeuw” in: Heemtijdinghen, jg. 22 (1986), pp. 33-43;
  • D. Beijer, Woerden sinds 1816, samengesteld uit gegevens berustend in het gemeentearchief (Woerden 1956);
  • R van der Laarse, Bevoogding en bevinding: heren en kerkvolk in een Hollandse provinciestad, Woerden 1780-1930 (Woerden, 1989);
  • Nico Plomp, Ziekenzorg in Woerden (Woerden, 1980), pp. 59-61.