Nieuwerbrug aan den Rijn

Nieuwerbrug aan den Rijn

Zoals de naam doet vermoeden, heeft Nieuwerbrug aan den Rijn zijn bestaan hoogstwaarschijnlijk te danken aan een brug over de Oude Rijn tussen Bodegraven en Woerden. Deze brug bestond al rond 1510 en kreeg meerdere opvolgers, waarvan de huidige tolbrug de laatste in een reeks is. Er was voor die tijd overigens al enige bewoning in de omgeving van Nieuwerbrug. Net als elders in de regio rondom Woerden en Bodegraven werden vanaf de tiende eeuw de veenmoerassen ontgonnen ten behoeve van de landbouw. Daarnaast stond er op de hoek van de Korte Waarder en de Molendijk het Hof van Waarder, een commanderij van de Johannieter Orde, die kerkelijk, bestuurlijk en economisch een belangrijke rol vervulde. Vanaf de Late Middeleeuwen, vooral nadat de beide Wierickes gegraven werden, werd het verkeer van mensen en goederen op de Oude Rijn steeds belangrijker. De rivier en de kanalen waren op meerdere manieren van groot economisch belang. Zo vergrootte het mogen heffen van tol voor de brug en de aanleg van het jaagpad in de zeventiende eeuw de bedrijvigheid in en rond Nieuwerbrug. In de negentiende eeuw kwamen daar een steenfabriek, houthandel en zagerijen bij, die ook profiteerden van de waterwegen. Gezicht op de Bruggemeestersstraat gezien richting het noorden, met de tolbrug op de achtergrond, rond 1890-1900 (fotonummer B0735).

Nieuwerbrug is een vreemde eend in de bijt wat de plaatsen van het werkgebied van het RHC betreft. In veel opzichten kent het dorp dezelfde ontstaansgeschiedenis, had het een economie en inwonertal die vergelijkbaar waren met omliggende plaatsen en kreeg het dorp te maken met (inter)nationale gebeurtenissen zoals het Rampjaar (1672) en de Tweede Wereldoorlog. Maar in één belangrijk opzicht is Nieuwerbrug wel degelijk anders: het had nooit een eigen lokale overheid in de vorm van een ambacht en, later, gemeente. Sterker nog, het dorp viel tot 1 februari 1964 onder het bestuur van maar liefst vier gemeenten: Barwoutswaarder, Bodegraven, Rietveld en Waarder. Deze bestuurlijke opdeling had belangrijke gevolgen. De rechthuizen, en later gemeentehuizen, van deze plaatselijke overheden lagen relatief ver van Nieuwerbrug vandaan. Bodegraven lag ver weg. En ambtelijk en politiek werden Barwoutswaarder, Rietveld en Waarder vanuit Woerden bestuurd. Als gevolg van deze situatie regelden de Nieuwerbruggers veel zelf. Dit was overigens ook een erfenis uit de Middeleeuwen, toen Nieuwerbrug een eigen kapel had. Toen deze verdween gingen de Kapelmeesters andere zaken organiseren, zoals de brandweer, de dorpsschool en het ophalen van het vuilnis. Deze en andere taken – waaronder het beheer van de Onafhankelijkheidstoren – werden overgenomen door het College van Bruggemeesters, dat aanvankelijk alleen over het beheer van de tolbrug ging. Brandbestrijding werd ook door de Nieuwerbruggers zelf geregeld. Het gebied waarbinnen dit gebeurde werd ook wel de Brandschouwerij genoemd en deze term verwees ook naar het dorp als geheel.

De bestuurlijke opdeling van Nieuwerbrug is goed terug te zien in de bekende kaarten van Nederlandse gemeenten van Jacob Kuyper uit de periode 1865-1871:

Rietveld (rechtsonder). De grens tussen Bodegraven en Rietveld liep waar tegenwoordig het Weijland overgaat in De Bree (beide onderdeel van de N458).

Barwoutswaarder (onder). Het Barwoutswaarderse deel van Nieuwerbrug stak als een taartpunt in het Waarderse deel en werd begrensd door de Oude Rijn en de Korte Waarder. De westgrens, de punt, liep tot en met wat nu Hoge Rijndijk 6 is.

Waarder (onder). De meest kenmerkende constructies van Nieuwerbrug – de tolbrug, de Onafhankelijkheidstoren en de Brugkerk – werden gebouwd in het Waarderse deel van het dorp. De grenzen waren het Barwoutswaarderse deel, de Oude Rijn en de Dubbele Wiericke.

Bodegraven (onder). De aangegeven grens op deze kaart klopt niet helemaal. Deze kaart geeft de indruk dat er ook een stuk grondgebied ten zuiden van de Oude Rijn en ten oosten van de Dubbele Wiericke onder Bodegraven viel, terwijl dat bij Waarder hoorde.

 

Sinds februari 1964 valt Nieuwerbrug wel onder één gemeente, namelijk Bodegraven (later Bodegraven-Reeeuwijk). Dit maakte de relatie van de Nieuwerbrugse bevolking ten opzicht van de plaatselijke overheid duidelijker, hoewel niet iedereen blij was met de nieuwe situatie. Zo deed in 1966 de lokale partij De zon komt op mee aan de gemeenteraadsverkiezingen. Deze partij was opgericht door Piet van der Linde, oud-wethouder van Waarder, en bracht specifieke Nieuwerbrugse grieven onder de aandacht. Men voelde zich achtergesteld door Bodegraven. Er werd met name verwezen naar onvoldoende woningen en sportvoorzieningen en slecht functionerende waterleidingen. Van der Linde kwam in de raad, maar met de partij was het algauw gedaan en het deed niet mee aan de volgende verkiezingen.

Een van de meest opvallende ontwikkelingen in de recentere geschiedenis betreft woningbouw. Na de Tweede Wereldoorlog breidde Nieuwerbrug namelijk flink uit. Dit gebeurde na de herindeling van 1964, maar men borduurde voort op plannen van de voormalige gemeente Barwoutswaarder. Met het bestemmingsplan Dubbele Wiericke van 1974 werden nog meer woningen aan het dorp toegevoegd. Deze woningen kwamen aan de diverse straten die met Graaf of Gravin beginnen. Hiermee is het dorp aanzienlijk gegroeid en bestaat Nieuwerbrug uit meer dan de verkapte lintbebouwing van weleer.

 

Archieven

Een gevolg van de vroegere bestuurlijke opdeling van Nieuwerbrug is dat wie geïnteresseerd is in de geschiedenis van het dorp, zich bewust moet zijn van de verstrooiing van het archiefmateriaal. Zo gingen de gemeenten gezamenlijk over de sociale woningbouw in Nieuwerbrug, ongeacht of de te bouwen huizen op het grondgebied van de eigen gemeente kwam. Administratief viel de woningbouw echter wel onder een bepaalde gemeente en het is soms even zoeken welke gemeente over welke woningen ging. Gelukkig zijn tegenwoordig de archieven van Barwoutswaarder, Bodegraven, Rietveld en Waarder allemaal ondergebracht bij het RHC en kan men in Woerden terecht voor alle archieven aangaande Nieuwerbrug. Maar de oude bestuurlijke scheidslijnen worden nog wel gehanteerd en het is dus goed om te weten welk bestuur over wat ging. Een overzicht van de belangrijkste archieven aangaande het dorp staat hieronder.

  • College van Bruggemeesters van Nieuwerbrug aan den Rijn, 1661-1974 (B011).
  • Schoutambacht Barwoutswaarder, 1671-1811 (W004).
  • Gemeente Barwoutswaarder, 1817-1941 (W005).
  • Gemeente Barwoutswaarder, 1941-1964 (W005a).
  • Schoutambacht Bodegraven, 1530-1813 (B001).
  • Gemeente Bodegraven, 1811-1941 (B002).
  • Gemeente Bodegraven, 1941-1979 (B051).
  • Gemeente Bodegraven, 1980-1989 (B099).
  • Gemeente Bodegraven, 1990-1999 (B113).
  • Schoutambacht, later gemeente Rietveld en De Bree, 1661-1811 (W006).
  • Gemeente Rietveld, 1817-1941 (W007).
  • Gemeente Rietveld, 1941-1964 (W007a).
  • Schoutambacht Waarder, 1589-1811 (R018).
  • Gemeente Waarder, 1812-1941 (R019).
  • Gemeente Waarder, 1941-1964 (R040).

 

Literatuur
  • Brouwer, Cees (red.). Nieuwerbrug aan de Rijn. Ons dorp. Nieuwerbrug aan den Rijn: Brouwerdruk, 1988.

 

Websites