Oud-katholieke kerk

Oud-katholieke kerk

In de Leeuweringerstraat is het kerkgebouw van de oud-katholieke parochie van Oudewater te vinden. Deze kerk werd in 1881 gebouwd ter vervanging van een oudere. De parochie zelf is echter veel ouder. Tot de Reformatie fungeerde de Grote of Sint Michaëlskerk als parochiekerk voor Oudewater en omgeving, maar na 1576 werd die alleen nog voor de protestantse diensten gebruikt. De Rooms-katholieken hadden nog de beschikking over de kapel van het voormalig Ursulaconvent; vanaf 1614  werd aanvankelijk de mis gelezen in het huis van Jan Willem Copper aan de Wijdstraat nummer 17, later werd een huis aan de Marktstraat als schuilkerk ingericht.

Sinds de tweede helft van de zeventiende eeuw begon de stedelijke overheid zich toleranter op te stellen ten opzichte van katholieken. Een groep rooms-katholieken die geleid werd door Jezuïetenpaters kwam bijeen in een gebouw op het Heilig Leven, dat in de volksmond aangeduid werd als de ‘boerenkerk’. Andere parochianen beleden hun geloof in de ‘herenkerk’, een pand aan de Marktstraat. Wereldheren hadden hier de leiding, dat wil zeggen geestelijken die niet tot een orde behoorden. In 1667 kwam het tot een officiële scheiding toen wereldheer pater Van Hee een eigen doopboek begon; een jaar later volgde de Jezuïtische pater Houtman zijn voorbeeld. Een tijdlang bleven de conflicten sudderen tussen de priesters van de ‘herenkerk’ en de Jezuïeten. Zij verkondigden bijvoorbeeld in het openbaar dat de door de andere priesters bediende sacramenten ongeldig waren.

Uit de ‘herenkerk’ zou in 1723 de oud-katholieke parochie voortkomen. Pastoor Vijfhuizen gaf rond 1700 de opdracht tot de koop van brouwerij ‘De Witte Leeuw’ aan de Wijngaardstraat en liet deze tot schuilkerk verbouwen. Aangezien het stadsbestuur er moeite mee had dat deze zich op zo’n prominente plaats in de stad bevond, werd vanaf 1703 een nieuwe schuilkerk ingericht in een woonhuis aan de Leeuweringerstraat nummer 12. In de Franse tijd kwam er vrijheid van godsdienst, waardoor de oud-katholieken in de openbaarheid konden gaan kerken. In 1881 werd de schuilkerk vervangen door het huidige neoromaanse kerkgebouw. De bouw van de kerk en de kosterswoning werden gebaseerd op het ontwerp van de architect C. van Wijngaarden. Voor een aanbesteding van 13.693 gulden zorgde de aannemer Adrianus van Selms uit Woerden voor de uitvoering hiervan. De kerk is – net als de van oorsprong rooms-katholieke stadskerk – gewijd aan de patroonheilige van de stad Oudewater, de heilige Aartsengel Michaël. De tweede schutspatroon van de parochie is Johannes de Doper, de patroonheilige die Polsbroekse parochianen ‘meenamen’ toen hun parochie in 1840 werd opgeheven en zij zich aansloten bij de oud-katholieken in Oudewater. In februari 1988 werd er gestart met een grondige restauratie van het kerkgebouw. Op 8 juni 1988 kon het bedehuis weer in gebruik genomen worden.

Het grootste deel van de kerkinventaris is afkomstig uit de voormalige schuilkerk. Vooral het barokaltaar met gedraaide zuilen springt in het oog. Op het zeventiende-eeuwse altaarstuk wordt de aanbidding van Christus door de drie koningen verbeeld. Ook de communiebank uit 1708, waarop onder meer de Mannaregen en het Lam Gods staan afgebeeld, vormt een opvallend stuk in de kerk. De parochie bezit een collectie fraaie kerkelijke gewaden, waaronder een kazuifel van Italiaans fluweelbrokaat met een granaatpatroon uit de zestiende eeuw die al in de Grote of Sint-Michaëlskerk door een priester gedragen werd bij het opdragen van de mis.

Archief
  • Archief van de Oud-Katholieke parochie van de H.H. Michael en Johannes de Doper te Oudewater, ca. 1700-2001 (O056).
Literatuur
  • De oud-katholieke parochie in Oudewater (Oudewater, 1993);
  • Marijke Beek en Marinus Kooiman,  Oudewater: geschiedenis en architectuur (Zeist, 1993), pp. 241-242;
  • T. Oussoren, De geschiedenis van de oud-katholieke parochie van Oudewater (z.p., 1993).