Hervormde kerk Willige Langerak
Willige Langerak
Hervormde kerk Willige Langerak
Het “witte kerkje” aan de De Montignylaan 18 in Willige Langerak stond tot 1943 midden in de dorpskern van de voormalige gemeente Willige Langerak. Tegenwoordig is het kerkgebouw, ten gevolge van een grenswijziging in 1970 en latere nieuwbouw in de omgeving ervan, opgenomen in de woonwijk Schoonhoven-Oost.
De oudste geschiedenis van de kerk van Willige Langerak is voor een groot deel in nevelen gehuld. De eerste vermelding van een kerk op deze plaats dateert uit 1272, In de akte uit dat jaar, waarbij de heer van Haastrecht en Vlist een uitwateringssloot verkoopt aan de heren van Langerak en Zevender, wordt “de kercke tot Langerack” genoemd. Gezien de ligging van die sloot kan het niet anders dan dat hier de kerk van Willige Langerak bedoeld wordt en niet die van Langerak op de oever aan de overkant van de Lek. In 1291 is er in oude stukken sprake van Wilgerkercke, waarmee vermoedelijk ook WIllige Langerak wordt bedoeld.
Het oudste kerkje zal in de eerste helft van de dertiende eeuw gebouwd zijn op een verhoging in het landschap langs de Lek. Dat is te begrijpen: men wilde dat de kerk bij hoog water van de Lek droog en veilig bleef. De kerk viel onder het kerkelijk bestuur van het Kapittel van Oudmunster, de bestuurders van de Sint Salvatorkerk in Utrecht. De proost van Oudmunster, voorzitter van dat bestuur, had het recht om een pastoor voor de, toen uiteraard nog Rooms-Katholieke kerk van Willige Langerak te benoemen. De parochie Willige Langerak strekte zich uit over de gelijknamige ontginning, die er geheel ten oosten van lag; de westgrens werd gevormd door het riviertje Zevender. Ten westen daarvan lag Schoonhoven, dat zich waarschijnlijk later ontwikkelde dan Willige Langerak. Tussen de Zevender en de kerk was tot het einde van de zestiende eeuw een bijna aaneengesloten bebouwing, waarvan de bewoners ook allemaal in Willige Langerak naar de kerk gingen. Ook het oude Karmelietenklooster van Sint Michiel in den Hem behoorde tot de parochie.
In de tachtigjarige oorlog heeft de kerk waarschijnlijk te lijden gehad van de gevechten tussen de legers van de Spaanse koning, en de geuzen, die tenslotte in 1577 de macht in Schoonhoven en omgeving definitief in handen kregen. Waarschijnlijk is de kerk hierbij grotendeels verloren gegaan. Pas in 1627, zo’n vijftig jaar later, werd een begin gemaakt met het herstel van de toren van de kerk, waarvan alleen nog de fundamenten van kloostermoppen bewaard waren gebleven. Kerktorens waren in de meeste plaatsen in de Lopikerwaard in beheer van het burgerlijk bestuur van het dorp waarin ze stonden en werden beheerd door kerkmeesters, die door de heer van het dorp werden benoemd. Dat was in Willige Langerak ook het geval. Dat verklaart waarom de eerste steen van de nieuwe torenin door een schepen, waarschijnlijk tevens kerkmeester, werd gelegd: “Jan Jacobsz Uveren, wilt dit aanhooren. Heeft geleyt den eersten steen van desen toren. Hij was een man van groot verstant, Schepen van dit lant. 1627″. De toren had ook een functie als verdedigingswerk: de muren zijn veel dikker dan die van het kerkgebouw en bevat ook schietgaten. Het is een vierkant gebouw in drie geledingen.
Het kerkgedeelte achter de toren kwam pas in rond 1650 tot stand. Tot die tijd was er vermoedelijk nog geen zelfstandige Hervormde gemeente in Willige Langerak, want na de reformatie werden de aanhangers van de nieuwe leer tot 1651 bediend door de dominee van Langerak aan de overkant van de Lek. Op verschillende plaatsen in de kerkzaal, onder meer op de preekstoel en een van de herenbanken, is het jaartal 1650 aangegeven.
In het Rampjaar 1672 kregen Willige Langerak en zijn kerk het opnieuw zwaar te verduren. De kerk werd weer ernstig beschadigd; pas in het eerste kwart van de achttiende eeuw was er weer geld en materiaal om het gebouw in goede staat te brengen. Een grote verbouwing vond plaats in 1836 en in 1893 werd de kerk vergroot. In de jaren ’30 werd de kap van de kerk vernieuwd. In 1977-1979 werd de toren hersteld en in 1990-1991 werden restauratie- en reparatiewerkzaamheden aan de kerk verricht. Hierbij werd onder meer de sterk verslechterde fundering onder handen genomen.
Het interieur van de kerk is eenvoudig, maar heeft nog elementen uit de zeventiende eeuw. De preekstoel is aan de oostzijde van het kerkje, waarin circa 230 personen kunnen kerken, geplaatst. Aan de noordkant in de kerk is de “Herenbank”, waar de heren van WIllige Langerak en Zevender konden zitten als zij in het dorp aanwezig waren. De bank wordt ook wel de “Montignybank” genoemd, naar de familie Le Fevre de Montigny, die in de negentiende eeuw de heerlijkheid Willige Langerak in bezit had. Het kerkorgel werd in 1886 gemaakt door de firma L van Dam & Zonen uit Leeuwarden en geplaatst in een front in neo-renaissancestijl naar ontwerp van de Schoonhovense bouwkundige J. Smits.
De Nederlands-Hervormde kerk van Willige Langerak is een Rijksmonument. Bij de kerk behoorde sinds de zeventiende eeuw een predikantswoning, die in 1836 vervangen werd door een nieuwe pastorie. Deze pastorie moest in 1958 verdwijnen in verband met de verbreding van de oude Kerklaan, nu De Montignylaan geheten, en werd de huidige pastorie gebouwd.
Literatuur:
Een terugblik op Willige Langerak (z.p., 1970);
M. de Pooter (eindred.), “Voor Zijn troon en hier beneden: 350 jaar Hervormde gemeente Willige Langerak (Willige Langerak, 2002), p. 14-72;
Willige Langerak: een kern met hart voor natuur en cultuur [Open Monumentendag 2015], (Lopik, 2015)