Gemeentehuizen

Gemeentehuizen

In een rondschrijven stelde de commissaris der koning in 1858 het “daarstellen van gemeentehuizen” aan de orde. De gemeente Harmelen vergaderde toen nog als vanouds in “Het Wapen van Harmelen“. Tien jaar later, op 24 maart 1868, kocht de gemeente voor 8200 gulden een herenhuis uit de boedel van wijlen deken W.H.J. Robert. Het betrof het nog bestaande grote witgepleisterde huis, een rijksmonument, aan de Dorpstraat 32-34 bij de T-splitsing met de Kalverstraat. Het pand dateerde uit het einde van de 18e eeuw en werd in augustus 1868 als gemeentehuis in gebruik genomen. De roep om een eigen gemeentehuis was mede ingegeven doordat het ambt van burgemeester sinds kort gescheiden was van dat van gemeentesecretaris.

In de jaren ’50 van de twintigste eeuw werd het gemeentehuis fors verbouw. Toch bleek het raadhuis al snel te klein en dat leidde in 1975 tot het besluit om een nieuw gemeentehuis te bouwen. Het gemeentehuis werd gebouwd op de hoek van de Acacialaan en Kerkweg (later Raadhuislaan geheten) op een terrein dat als speeltuin “De Robbedoes” dienst deed. In de gemeenteraad werd de bouw van het gemeentehuis behoorlijk bekritiseerd. Allereerst was de bouwsom van 2,8 miljoen gulden het hoogste bedrag dat de gemeente ooit aan een object had uitgegeven. En het ontwerp van het gebouw (“een blokkendoos”) kon al helemaal niet rekenen op lovende woorden. Overigens was het omstreden gebouw ontworpen door architect Frans van Gool, die later tot rijksbouwmeester is benoemd.

Op 17 juni 1977 werd het nieuwe gemeentehuis officieel geopend door mr. P.J. Verdam, commissaris der koningin in de provincie Utrecht. De openingshandeling bestond uit het hijsen van de nieuwe gemeentevlag, die ontworpen was naar het aloude wapen van Harmelen.

De gemeentelijke herindeling van 2001 betekende het einde voor het gemeentehuis in Harmelen, dat daarna nog korte tijd dienst deed als dependance voor Burgerzaken van het stadhuis van Woerden en vervolgens werd ingericht als openbare bibliotheek.

Archief
  • Archief van de gemeente Harmelen 1811-1939 (W222), o.a. invnrs 1462-1464;
  • Archief van de gemeente Harmelen 1940-2000 (W222a), o.a. vl. invnrs 434-438, 440, 442-445, 447, 450-454, 456-463. 467-470 en 1662-1664.
Literatuur
  • H. van Kooten, Harmelen, ’s Heeren gerechtsplaats van 1900 tot nu, (Hulst, 1992);
  • Karel Loeff en Elyze Smeets, Harmelen: geschiedenis en architectuur, (Zeist, 2000). pp. 78-79.