Harmelen

Harmelen

Beknopte geschiedenis van Harmelen

De oudste schriftelijke vermelding van Harmelen dateert van 1202; het wordt dan “Hermale” genoemd. Harmelen bestond niet alleen uit het kerkdorp Harmelen, gelegen langs de Oude Rijn, maar ook uit een aantal bestuurseenheden en gerechten in de omgeving, zoals de Harmelerwaard, Gerverscop, Reijerscop en Indijk. Deze gebieden waren, net als andere dorpen in de regio, in de 12e en 13e eeuw ontgonnen; zo ontstonden de polders, die later ook bestuurlijke eenheden werden.

Waterstaatkundig viel Harmelen in twee delen uiteen: de polders Gerverscop, Breudijk, Oudeland en Haanwijk vielen onder het Groot Waterschap van Woerden; terwijl Harmelen (Bijleveld), Harmelerwaard en Reijerscop onderdeel uitmaakten van waterschap Bijleveld. De Haanwijkersluis in de Oude Rijn markeerde de grens tussen beide afwateringsgebieden. De Harmelense kerk kreeg in 1288 banden met de Johannieterorde, die er een commanderij bouwde; de “Kloosterhoeve” herinnert hier nog aan. De huidige dorpskerk dateert uit de late middeleeuwen; na een grote brand in 1900 is hij grotendeels opnieuw opgetrokken. Na de Reformatie kerkten de rooms-katholieken veelal in Vleuten, totdat Harmelen in 1795 weer een eigen katholieke kerk kreeg.

Buiten het dorp lag de oude ridderhofstad Huize Harmelen. De kasteelheer had als heer van Harmelen en als grootgrondbezitter veel invloed. De heren van Harmelen in de 19e en begin 20e eeuw, waren leden uit de families Van Beusechem en De Joncheere. De laatste Harmelense De Joncheere, Adriaan, overleed in 1913, waarna het landgoed werd opgesplitst. De duiventoren, een klein maar bekend monumentje, is een van de restanten ervan. Het natuurgebied Het Vijverbosch, ontstaan ten gevolge van de zand- en kleiwinning ten behoeve van de Woerdense steenbakkerijen, was onderdeel van het jachtterrein van het kasteel. Harmelen kende tot het begin van de 19e eeuw nog een tweede kasteel, Batestein. Mede doordat de kasteelheren van Batestein geen heerlijkheden in Harmelen bezaten, drukten zij minder een stempel op de plaatselijke geschiedenis dan de eigenaren van Huize Harmelen.

Vanouds was Harmelen een agrarische gemeente. Naast de veeteelt kwam vanaf het begin van de 20e eeuw ook tuinbouw voor, met name in Oudeland en de Harmelerwaard. Na 1950 groeide Harmelen uit tot een bescheiden forensengemeente. In de jaren ’70 van de 20e eeuw werden in de dorpskom veel panden gesloopt met het oog op een betere verkeersontwikkeling. Landelijk geniet Harmelen bekendheid vanwege de treinramp van 1962, nabij het buurtschap De Putcop, waarbij een groot aantal mensen overleed of gewond raakte.

De gemeente Harmelen verloor in 2001 haar zelfstandigheid en ging in het kader van een gemeentelijke herindeling op in de gemeente Woerden.

Archieven (selectie)
  • Archief van het gerecht Harmelen c.a. 1664-1811 (W220);
  • Archief van de gemeente Harmelen 1811-1939 (W222);
  • Archieven van polders onder Harmelen, 17e eeuw-1974 (H028, H030, H034, H087, H091, H095 en H108).
Literatuur
  • J. van Bemmel, Harmelen: kasteel, kerk en kerspel (Woerden, 1981);
  • Harmelen in 1832: grondgebruik en eigendom (Utrecht, 2002);
  • Karel Loeff en Elyze Smeets, Harmelen: geschiedenis en architectuur (Utrecht, 2000).