Ambachtsheer Adriaan de Joncheere (1829-1913)

Ambachtsheer Adriaan de Joncheere (1829-1913)

Adriaan de Joncheere werd in 1854 heer van Harmelen, Haanwijk, Bijleveld, Harmelerwaard en Indijk. Hij kreeg deze heerlijkheden als schenking van zijn moeder, Helena Cornelia Luberta van Beusechem. De familie Van Beusechem had sinds 1718 Huize Harmelen en de daarbij behorende heerlijkheden in handen. Vooral in het begin van de 19e eeuw zijn de bezittingen van de familie erg uitgebreid tot ruim 400 hectare aan landerijen, die voor driekwart in de gemeente Harmelen waren gelegen. Adriaan erfde na het overlijden van zijn moeder ongeveer 115 hectare aan landerijen, waaronder Huize Harmelen. Hiermee had hij de romp van het landgoed in handen. Vlak bij het kasteel stond de Ambachtshoeve, een boerderij die voor De Joncheere door een boer werd geëxploiteerd. In de loop der tijd wist De Jocheere zijn grondbezit uit te breiden tot 180 hectare.

De tijd dat de ambachtsheer vanuit het bezit van de heerlijke rechten grote invloed had, was in de tijd van Adriaan de Joncheere voorbij. Echter zijn grootgrondbezit en het feit dat hij bestuurlijk erg actief was, maakte hem tot een zeer invloedrijk man in Harmelen. Hij was lange tijd gemeenteraadslid in Harmelen en in de periode 1883-1907 wethouder. Voorts was hij lid van provinciale staten. Op jonge leeftijd was De Joncheere kervoogd geworden van de hervormde gemeente. Dit ambt bekleedde hij totdat hij zich in 1910 om gezondheidsredenen terugtrok. In zijn hoedanigheid als president-kerkvoogd kreeg Adriaan de Joncheere in 1900 te maken met de grote kerkbrand en het daarop volgend herstel van de kerk. Daarnaast was hij vanaf 1868 een periode van veertig jaar dijk- en watergraaf van het waterschap Bijleveld en de Meerndijk. In dit waterschap werd in 1873 een groot stoomgemaal gesticht, dat in de plaats kwam van twee molens. Dit gemaal, gelegen aan de molenvliet bij de Utrechtsestraatweg in Harmelen, werd “De Adriaan” gedoopt.

Adriaan de Joncheere woonde niet in Huize Harmelen, maar in villa Jenny, gelegen op de plaats van de huidige Sint Bavokerk. De laan waaraan deze villa stond was oorspronkelijk de oprijlaan naar Huize Harmelen en is later De Joncheerelaan genoemd. Adriaan de Joncheere bleef ongehuwd en had geen nakomelingen. Na zijn overlijden op 25 januari 1913 besloten zijn erfgenamen al zijn bezittingen te verkopen. Omdat de landerijen eigendom werden van veel verschillende eigenaren, betekende dit in feite het einde van het landgoed van Huize Harmelen. Evenzo ging met de dood van Adriaan de Joncheere de laatste “echte” ambachtsheer van Harmelen heen.

Archieven
  • Archief van de gemeente Harmelen 1811-1939 (W222), o.a. invnrs 336-337 en 358-359;
  • Archief van het Groot-Waterschap 1624-1979, o.a. invnrs 82, 89 en 92.

Het archief van familie De Joncheere berust bij het Centraal Bureau voor Genealogie en het huisarchief van Huize Harmelen is bij Het Utrechts Archief ondergebracht.

Literatuur
  • J. van Bemmel, Harmelen: kasteel, kerk en kerspel (Woerden, 1981);
  • J.F. van Rooijen, “Adriaan de Joncheere (1829-1913), ambachtsheer en bestuurder” in: Utrechtse biografieën: Langs de Oude Rijn (Utrecht, 1999), pp. 64-68.