Tweede Wereldoorlog

Tweede Wereldoorlog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is er veel gebeurd, zo ook in Reeuwijk. Wat volgt is slechts een selectie en een samenvatting van twee opvallende kwesties van de oorlog: slachtoffers van oorlogsgeweld en het lokale verzet.

Tijdens de Duitse invasie in de meidagen van 1940 sneuvelden drie Reeuwijkse militairen in Nederlandse dienst, twee in de slag om het vliegveld Valkenburg (Zuid-Holland) en een nabij Wessem (Limburg). In de daaropvolgende jaren kwamen drie Reeuwijkse burgers om door oorlogshandelingen. Twee van hen werden verraden, een vanwege een vechtpartij met een Duitser en de ander vanwege het toen illegale bezit van een radio. Beiden werden door de autoriteiten opgepakt en stierven in gevangenschap. Het derde slachtoffer stierf nadat hij beschoten was door een Britse jachtvlieger. Een aparte groep oorlogsslachtoffers waren de Joden. De meeste in Reeuwijk aanwezige Joden waren uit Duitsland gevlucht. Al snel nadat de Duitsers het bestuur overnamen kregen ze te maken met beperkende bepalingen, zoals het dragen van een Jodenster en werd het hen verboden om op bepaalde openbare plaatsen te verblijven. In Reeuwijk gold dat bijvoorbeeld ook voor de plassen. Een aantal Joden stierf in de concentratiekampen, maar sommigen wisten aan dat lot te ontsnappen. Slachtoffers waren overigens niet uitsluitend inwoners van Reeuwijk. Het ging in dergelijke gevallen voornamelijk om de bemanning van gevechtsvliegtuigen. Zo stortte in 1942 een Duitse Heinkel neer, waarbij de twee piloten overleden. En in 1943 explodeerde een Australische Lancaster in de lucht, de bemanning van zeven kwam daarbij om. De brokstukken kwamen neer ten noorden van de plas ’s-Gravenkoop.

Hoewel het lokale verzet overwegend ongewapend was en pas in 1943 op gang kwam, heeft het een belangrijke bijdrage geleverd aan het helpen onderduiken van jonge mannen en het leveren van voedsel voor zowel Reeuwijkers als mensen uit andere delen van het land. Leidend figuur was kaashandelaar Dirk Vergeer, wiens huis aan de Reewal in Reeuwijk-Dorp uitvalsbasis werd voor het verzet. Andere belangrijke personen waren J.F. van Dalen, G.B. van Leeuwen en Arie Streefland. Van Dalen was wachtmeester bij de marechaussee en voor het verzet koerier en ordonnans. Van Leeuwen was ambtenaar ter secretarie die de hele oorlog zijn functie wist te vervullen en werd, mede door de afwezigheid van plaatselijke bestuurders, steeds belangrijker in het blijvend functioneren van de gemeente. Voor het verzet gebruikte hij zijn positie in de gemeentelijke organisatie om persoonsbewijzen te vervalsen. Veehouder Arie Streefland hielp bij het vinden van onderduikplaatsen. Het onderduiken richtte zich in belangrijke mate op jonge mannen die oproepbaar waren voor tewerkstelling in Duitsland. Naar schatting 175 van hen zijn door hulp van het verzet hieraan ontkomen. Velen doken overigens ook thuis onder, vooral in het plassengebied dat zich daar goed voor leende. Het verzet verzorgde naast onderduikadressen financiële en materiële bijstand aan de duizenden personen die op doortocht waren vanwege honger of maatregelen van de Duitse autoriteiten. Het oude gemeentehuis van Reeuwijk voor de oorlog, met links vooraan G.B. van Leeuwen, ambtenaar ter secretarie en tijdens de oorlog actief in het lokale verzet (fotonummer R0045).

Voor meer informatie over Reeuwijk tijdens de Tweede Wereldoorlog kunt u bij het RHC terecht voor zowel archiefmateriaal als literatuur. Hieronder volgt een lijst van de meeste relevante bronnen, alle te raadplegen op onze studiezaal.

Archieven
  • Gemeente Reeuwijk, (1809) 1811-1948 (1968) (R002).
  • Luchtbeschermingsdienst Reeuwijk, 1941-1944 (R107).
  • Collectie Gerard Maatje (R096). Deze collectie bevat stukken over de Tweede Wereldoorlog, onder andere materiaal dat Maatje gebruikte voor zijn boek ‘Opdat wij niet vergeten’.
Literatuur en documentatie
  • G.A.F. Maatje, ‘Opdat wij niet vergeten’. Reeuwijk in de oorlogsjaren 1940-1945 (Reeuwijk, 2004). Voor het bovenstaande artikel is hoofdzakelijk geput uit dit standaardwerk van dorpshistoricus Gerard Maatje.
  • Het RHC verzamelt per plaats en thema allerhande bronmateriaal dat, vanwege de oorsprong, niet in een archief geplaatst kan worden. Ook voor Reeuwijk tijdens de Tweede Wereldoorlog bestaat documentatie (nummers 0.5, 0.6, 8.235 en 13). Dit bevat onder meer verslaggeving over de Joodse bevolking, een niet-onplofte bom, neergeschoten Britse vliegers en vordering van klokken.