Jan de Bakker, kerkhervormer en martelaar
Woerden
- Algemene begraafplaats aan de Meeuwenlaan
- Arsenaal
- Barwoutswaarder en Bekenes
- Begraafplaats van de familie Groeneveld aan de De Brauwstraat
- Beknopte geschiedenis van Woerden
- Bonaventurakerk
- Brediuspark en Brediusschuur
- Burgemeester M.W. Schalij
- C.J.A. van Helvoort, gemeentesecretaris en stadsgeschiedschrijver
- Centraal Magazijn
- Cornelis Vreedenburgh, kunstschilder
- De Ramp van Woerden (1813)
- Dominee dr J. Haitsma
- Doodstraf, lijfstraffen en schandestraffen
- Etymologie van de naam "Woerden"
- Gemeenlandshuis van het Groot-Waterschap van Woerden
- Gemeentehuis van Barwoutswaarder
- Gemeentehuis van Rietveld
- Gemeentewapen
- Gilden
- HBS F.A. Minkemaschool
- Hofpoort Ziekenhuis en voorgangers
- Hoofdonderwijzer Feike Kalsbeek (1857-1941)
- Isaac de Brauw, medicinae doctor en burgemeester
- Israëlitische begraafplaats in het Westdampark
- Jan de Bakker, kerkhervormer en martelaar
- Jan Meulman, vrederechter en geschiedschrijver
- Kaaspakhuizen
- Kasteel
- Kazerne
- Korenmolen 'De Windhond'
- Lutherse kerk
- Melkfabriek Excelsior, later Nieuw-Holland
- Opstandingskerk
- Petruskerk
- Polder Barwoutswaarder c.a.
- Polder Breeveld
- Proveniershuis
- Rietveld en de Bree
- Rijndemping
- Rozenbrug
- Spaanse griep
- Stadhuis aan de Westdam
- Stadspoorten
- Stadsrechten (1372)
- Station
- Tweede Wereldoorlog
- Vrouwengevangenis in het Kasteel van Woerden
- Watertoren
- Willemshoeve
- Woerdse mart of koeienmarkt
Jan de Bakker, kerkhervormer en martelaar
Begin zestiende eeuw was er een spraakmakend figuur in Woerden: Jan de Bakker,verkondiger van nieuwe ideeën binnen het christendom en, uiteindelijk, de eerste protestantse martelaar in de Noordelijke Nederlanden. Jan de Bakker werd in 1499 in Woerden geboren als zoon van Jan Dirksz., koster en (steen)bakker. De familie was vermoedelijk bemiddeld, althans rijk genoeg om Jan een gedegen studie te geven. Zo ging hij naar de Sint-Hiëronymusschool in Utrecht, alwaar de theoloog Hinne Rode rector was. Hinne Rode stond in persoonlijk contact met protestantse kerkhervormers zoals Wessel Gansfort en Maarten Luther. Het nieuwe elan binnen het christendom sprak ook Jan erg aan. Jans vader, zelf theologisch nieuwsgierig – hij had onder meer de bekende denker Desiderius Erasmus ontmoet -, wilde dat Jan (katholiek) priester werd. Mogelijk zag hij de invloed van Rode dan ook met argusogen aan. Bij terugkomst in Woerden ondersteunde Jan zijn vader in het kostersambt, maar hij bleef de nieuwe ideeën verkondigen. Hij werd naar de universiteit van Leuven gestuurd, een katholiek bolwerk. Jan bleef daar niet lang en enige tijd daarna werd hij in Utrecht tot priester gewijd.
Ook na zijn wijding bleef Jan zijn ideeën uiteenzetten. Tot tweemaal toe moest hij daarom min of meer uit Woerden vluchtten. Na een kort gevangenschap met een andere priester in het kasteel van Woerden, namen beide priesters de wijk naar Wittenberg, in de huidige Duitse deelstaat Saksen-Anhalt, waar Luther woonde en werkte. Het lukte de priesters evenwel niet om in contact te komen met Luther, die vermoedelijk afwezig was in die periode. Bij terugkeer in Nederland, en met opnieuw een straf boven zijn hoofd, maakte Jan vervolgens een omzwerving door Holland en bezocht onder meer geestverwant Guilhelmus Gnapheus (Willem de Volder), die gevangen zat. Een opvallend detail is dat hoewel de (Rooms-Katholieke) Kerk, in samenwerking met de wereldlijke overheden, kerkhervormers zoals Jan achterna zaten, kon Jan als burger van de stad Woerden zo nu en dan rekenen op de steun van zijn mede-Woerdenaren.
Zijn geluk hield echter niet aan. Jan de Bakker trouwde rond 1524 in het geheim met ene Jacob(a) Jansdochter. Hiermee brak hij met het celibaat, de regel binnen de Kerk die priesters verbiedt te trouwen. Dat priesters wél mochten trouwen was echter een speerpunt van de vroege kerkhervormers, Luther trouwde bijvoorbeeld ook. Enige tijd na de bruiloft, werd Jan de Bakker ontboden op het stadhuis van Woerden. Op het stadhuis werd hij verhoord door een pastoor, maar Jan ging enige tijd daarna vrijuit. Evengoed kreeg deze kwestie een staartje en Jan de Bakker werd opnieuw gevangen genomen en begin mei 1525 naar Den Haag gebracht.
De inquisitie, in samenwerking met het gewest Holland, ging over tot een aantal verhoren. De eerdergenoemde Gnapheus protesteerde tegen Jans gevangenschap en werd vervolgens zelf, en dus opnieuw, gevangen genomen. In de gevangenis kwam hij Jan tegen, die hem de inhoud van zijn verhoren vertelde. Gnapheus tekende Jans ervaringen op en publiceerde die. Dit werd later een van de belangrijkste werken over het leven van Jan de Bakker. Uit dit werk komt een beeld naar voren van typische theologische twistpunten. Zo verdedigde Jan zijn overtuigingen en daden, zoals zijn huwelijk, vooral op basis van Bijbelteksten en niet de diverse tradities van de Katholieke Kerk. Jans vader werd er tussentijds nog bijgehaald in de hoop dat hij zijn zoon op andere gedachten zou brengen. Dit werkte echter averechts: de vader drong er bij zijn zoon op aan om standvastig te blijven. Jan volhardde in zijn denkbeelden en werd uiteindelijk tot ketter verklaard en ter dood veroordeeld. De executie werd vooraf gegaan door een ontwijding, waarbij hij uit zijn kerkelijke ambt werd gezet. Vervolgens werd hij opgehangen en zijn lichaam verbrand. Jan de Bakker stierf op de brandstapel in Den Haag op 15 september 1525, ongeveer zesentwintig jaar oud. Ook Jans familie moest het ontgelden. Zijn vader werd uit zijn functie ontheven. Jacob(a) Jansdochter werd ook gevangengezet, maar zij herriep haar overtuiging. Ze werd niet geëxecuteerd, maar wel in het openbaar vernederd. Ze sleet haar dagen in de abdij Leeuwenhorst onder Katwijk.
De directe invloed die Jan de Bakker had op het geloofsleven en de Kerk in Nederland is ietwat onduidelijk. Duidelijk is wel dat de opzet van Jans straf, waarbij de verbranding als doel had dat “van hem geen memorie meer en zij”, mislukte. Protestanten herinnerden zich het martelaarschap van de Jan de Bakker in de eeuwen die volgden, in de eerste plaats de lokale lutherse gemeente. Deze gemeente beschouwt Jan als lutheraan en verwijzingen naar hem kwamen vaak terug. De lutherse gemeente gebruikte bijvoorbeeld een afbeelding die de verbranding van Jan de Bakker moest voorstellen voor de zegels en stempels van de kerk (zie de afbeeldingen links en rechts). Jan de Bakker zou zichzelf overigens niet als lutheraan hebben beschouwd. Het lijkt er meer op dat Nederlandse hervormers zoals Hinne Rode hem hebben beïnvloed en Jans gedachten over specifieke zaken, zoals het avondmaal, wijken af van de lutherse orthodoxie. Verder werd in 1948 op voorstel van de lutherse kerkenraad de straat waaraan de lutherse kerk is gelegen, omgedoopt tot Jan de Bakkerstraat. Ook in gereformeerde kringen ontstond interesse in Jan als voorloper van het eigen gedachtegoed. Zo schreef de eerste gereformeerde predikant van Woerden, J.W. Gunst, een lijvige biografie over Jan de Bakker getiteld Johannes Pistorius Woerdensis, de Latijnse naam van de hervormer. Dit werk werd vierhonderd jaar na Jan de Bakkers dood uitgegeven. In hetzelfde jaar liet ook de hervormde kerk van zich horen en kwam er in de Petruskerk, alwaar Jans vader koster was geweest, een gebrandschilderd raam ter nagedachtenis van de Woerdense martelaar (zie de foto rechtsboven).
Archieven en literatuur
Er bestaat weinig archiefmateriaal over Jan de Bakker. Het merendeel van wat we weten over zijn leven lijkt te terug te gaan op het werk van Gnapheus en daaropvolgende (sympathieke) verslagen. Er bestaan diverse, moderne publicaties over Jan de Bakker, een aantal daarvan zijn te raadplegen op de studiezaal van het RHC (zie hiervoor het bibliotheekoverzicht). Voor dit artikel is vooral gebruik gemaakt van twee hoofdstukken over Jan de Bakker, een in het standaardwerk over Woerden van Nico Plomp en de ander door dominee en kerkhistoricus J. Haitsma.