Achthoven en Wulverhorst
Linschoten
- Achthoven en Wulverhorst
- Beknopte geschiedenis van Linschoten
- Gemeentewapen
- Gereformeerde Kerk
- Huis te Linschoten
- Huis Te Nesse
- Kasteel Heulestein
- Kasteel Wulvenhorst
- Nederlands Hervormde kerk
- Rechthuis Het Wapen van Linschoten en Snelrewaard
- Schans of Linie van Linschoten
- Tol van de Nieuwe Zandweg
- Waterschap Rapijnen & IJsselveld en Cattenbroek
- Waterschap Wulverhorst
Achthoven en Wulverhorst
Lang geleden bestond de omgeving van de huidige gemeente Montfoort uit onherbergzaam veengebied. Vanaf de twaalfde eeuw vonden hier echter grootschalige ontginningen plaats. In rap tempo veranderde het woeste landschap van weleer in vruchtbaar polderland. Leuk detail is dat veel in deze periode ontstane plaatsen met hun naam hun ontginningsgeschiedenis in herinnering roepen. Zo verwijst Achthoven, dat als plaatsnaam voor het eerst is opgetekend in 1282, naar de acht hoeven – een vroegere lengtemaat -, waaruit het gebied oorspronkelijk bestond. De geschiedenis van de latere heerlijkheid en gemeente Wulverhorst gaat eveneens terug tot de dertiende eeuw. Destijds was er een riddermatige hofstede gevestigd, die zijn naam dankte aan het riddergeslacht Van Wulvenhorst. Het kasteel verkeerde overigens in 1650 al in geruïneerde staat. Tegenwoordig treft men aan de Kromwijkerdijk te Woerden, iets ten zuiden van de vroegere kasteellocatie, de monumentale boerderij Wulverhorst, die in 1780 werd gebouwd.
Bestuurlijk genoten Achthoven en Wulverhorst langdurig een betrekkelijk ruime mate van zelfstandigheid. In de vijftiende eeuw kwam het bestuur in beide plaatsen toenemend onder invloed te staan van de burggraven van Montfoort. Achthoven en Wulverhorst werden als heerlijkheden opgenomen in het leenstelsel, waarna leenheren het bestuur van schout en schepenen aanwezen. Eerst waren met name de burggraven van Montfoort toonaangevend als leenheer. Later maakten welvarende ambachtsheren, die lokaal veel bezittingen opkochten, de dienst uit. Ook na de opheffing van het leenstelsel bleven de ambachtsheren lokaal een vinger in de pap houden. Illustratief is het ambtsbewind van de burgemeestersfamilie Van Dam. Naar verluidt onderhield burgemeester Anthonie van Dam goede connecties met zowel Jan Carel Wendel Strick en Abraham Hendrik Verster, respectievelijk de ambachtsheren van Achthoven en Wulverhorst. Toen op 1 januari 1818 de zelfstandige plattelandsgemeentes Achthoven en Wulverhorst werden opgericht, werd Van Dam van beide gemeentes burgemeester. Saillant: hij combineerde zijn ambt in Wulverhorst en Achthoven met het burgemeesterschap in Linschoten en Snelrewaard. Hoezeer al deze benoemingen te danken zijn aan Van Dams connecties, is niet geheel duidelijk. Feit is wel dat het burgemeesterschap gedurende het korte bestaan van beide gemeentes binnen de familie bleef. Na het vertrek van Anthonie van Dam in 1833 nam zijn zoon Gerard van Dam het stokje namelijk over. Tot de fusie van de zelfstandige gemeentes Achthoven en Wulverhorst in 1857 bleef Van Dam er actief als burgemeester. Evenals zijn vader combineerde Gerard van Dam het ambt in meerdere gemeentes. Naast burgemeester van Linschoten, Achthoven, Wulverhorst en Snelrewaard, was hij bovendien eerste burger in Montfoort en Hekendorp.
Hoewel Wulverhorst, Achthoven en Linschoten in de figuur van Gerard van Dam dezelfde burgemeester hadden, verliep hun gemeentelijke fusie niet zonder slag of stoot. Het pijnpunt voor inwoners van Wulverhorst en Achthoven was op de eerste plaats van financiële aard. Hoewel de plattelandsgemeenten beiden over volop (agrarische) grond beschikten, hadden ze weinig eigen voorzieningen. Hierdoor waren de gemeentelijke lasten laag. Om in hun scholing en kerkgang te voorzien, gingen de overwegend hervormde inwoners van Wulverhorst naar Linschoten. De katholieke Achthovenaren wendden zich van oudsher richting Montfoort. Voor zowel Wulverhorst als Achthoven zou een gemeentelijke herindeling met het grotere, meer verstedelijkte Linschoten, een ingrijpende lastenverhoging betekenen. Met name in Achthoven waren de druiven zuur. Naast de financiële bezwaren, vreesden de katholieke Achthovenaren in Linschoten een religieuze minderheid te worden. Ondanks al het protest was het tij niet te keren: in juli 1857 werden de gemeenten Achthoven en Wulverhorst opgeheven en was de uitbreiding van de gemeente Linschoten een feit.
Archieven
- Gerecht Wulverhorst, Kromwijk en Linschoterhaar, 1600-1811 (M011).
- Gerecht Achthoven, 1655-1812 (M005).
- Gemeente Achthoven, 1818-1857 (M001).
- Gemeente Wulverhorst, 1818-1857 (M002).
Literatuur
- Biesta, F.R. “De gemeenten Wulverhorst en Achthoven in de achttiende eeuw.” In Sprokkelingen uit de geschiedenis van Linschoten en Snelrewaard. Deel I, red. Streekarchivariaat Zuid-West Utrecht, 322-337. Woerden: Gemeentebesturen van Linschoten en Snelrewaard, 1978.
- Gaasbeek, F. en C. Noordam. Montfoort. Geschiedenis en architectuur. Zeist: Uitgeverij Kerkebosch, 1992.
- Van Schaik, J.W.C. “Over het nu verdwenen kasteel Wulvenhorst te Linschoten.” Heemtijdinghen 30, nr. 1 (1994): 1-6.