Kasteel Montfoort

Kasteel Montfoort

Godfried van Rhenen, bisschop van Utrecht van 1156 tot 1178, is de stichter van het kasteel Montfoort. De belangrijkste reden om het op deze strategische plek langs de Hollandsche IJssel te bouwen, was de bescherming van het Sticht tegen invallen vanuit het graafschap Holland. Op het kasteel zetelde de burggraaf, die in dienst stond van de bisschop maar zich in de loop van de geschiedenis steeds onafhankelijker ging opstellen. Vanaf 1281 komt het burggraafschap van Montfoort in handen van het geslacht De Rover. Nadat dit geslacht in 1583 in mannelijke lijn uitstierf, werden telgen uit de Zuidnederlandse familie De Merode burggraaf.

De naam van het kasteel Montfoort is afgeleid van het latijnse Mons Fortis, dat sterke berg of wel burcht betekent. De burcht lag, nadat de nederzetting Montfoort in 1329 een stad werd, half binnen de stad. De toegang tot het kasteel liep via de stad. Uit de vele afbeeldingen die van het kasteel bewaard zijn gebleven valt op te maken dat het om een fors kasteel ging. De oorsprong ervan zal echter eenvoudig zijn geweest, in de vorm van een woontoren. De hoofdburcht werd nadat deze in handen kwam van de familie De Merode niet meer permanent bewoond. Als de burggraaf naar Montfoort kwam om zaken te regelen, logeerde hij soms bij de rentmeester of drost, die in de voorburcht woonde.

In 1648 verkocht de burggraaf het kasteel en de heerlijke rechten van Montfoort voor 225.000 gulden aan de Staten van Utrecht. In het rampjaar 1672 werd het kasteel voor een groot deel vernietigd. Op 6 november van dat jaar werden door de Franse troepen de bovenmuren van het kasteel afgebroken, terwijl de volgende dag het kasteel werd opgeblazen. De stenen van de ruïne werden vervolgens verkocht.

De voorburcht met het poortgebouw bleef echter gespaard. Dit is echter maar een schamel restant van het trotse kasteel van weleer. Door de staten van Utrecht was het kasteel in 1688 voor lange tijd in bruikleen gegeven aan de stad Montfoort. De stad verpachtte het geheel aan notabele ingezetenen en zo hebben bijvoorbeeld de burgemeester Daunis en Gobius de voorburcht bewoond en verfraaid. De familie Gobius bleef tot 1833 op het kasteelterrein wonen. Daarna werd er een kostschool gevestigd. In 1859 werden de Domeinen eigenaar van het terrein en kwam er een gevangenis voor meisjes, later een Rijks Tuchtschool voor meisjes. Tot 1968 heeft het rijksopvoedingsgesticht hier bestaan. Daarna werd de gemeente Montfoort weer eigenaar en kwam er na de herindeling van 1989 een nieuw stadskantoor te staan.

Literatuur
  • Fred Gaasbeek en Charles Noordam, Montfoort: geschiedenis en architectuur (Zeist, 1992), pp. 236-240;
  • Charles Noordam., “Montfoort”  in: B. Olde Meierink e.a., Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht (Utrecht, 1995), pp. 318-324.