Driebruggen
Bodegraven-Reeuwijk
- Beknopte geschiedenis van de gemeente Driebruggen
- Beknopte geschiedenis van het dorp Driebruggen en de gemeente Lange Ruige Weide
- Gemeentehuis van Lange Ruige Weide en Driebruggen
- Gemeentewapen van Driebruggen
- Gemeentewapen van Lange Ruige Weide
- Groene Kruisvereniging Lange Ruige Weide-Waarder-Hekendorp, de oudste van Nederland
- Polder Langeweide
Driebruggen
De geschiedenis van het dorp Driebruggen lijkt erg op die van de omliggende plaatsen. Zo werd het gebied in de Late Middeleeuwen in cultuur gebracht. En net als elders in het Groene Hart, was de lokale economie vooral gericht op veeteelt en de daaraan verwante kaasmakerij. Ook speelde het protestants-christelijke geloof een belangrijk rol in de levens van mensen. Het plaatselijke basisonderwijs weerspiegelde dat: ondanks het tijdelijke bestaan van een openbare lagere school, zijn alleen protestantse basisscholen levensvatbaar gebleken.
De omgeving van Driebruggen heette vroeger Lange Ruige Weide en stond ook bekend als Bisschopswey, Custwijc en Ondanc. Lange Ruige Weide was ook de naam die gegeven werd aan het gerecht, en later de gemeente, waarvan Driebruggen de kernplaats was. De historische kern van Driebruggen zelf is het gebied rondom de brug over het kanaal de Dubbele Wiericke en langs de Kerkweg, die ten westen daarvan loopt. De Dubbele Wiericke was rond 1365 gegraven als verbindingskanaal tussen de Oude Rijn en de Hollandse IJssel. Behalve Driebruggen, waren er ook nog kleinere kernen in wat tegenwoordig het Hoogeind, Hogebrug, het Laageind en de Ruige Weide zijn. Het grondgebied van Lange Ruige Weide was door de eeuwen heen redelijk stabiel en omvatte de polders Lange Weide, Ruige Weide en Kortenhoeve.
Anders dan de omliggende Hollandse plaatsen, was Driebruggen lange tijd Stichts. Het viel eerst onder bisschoppelijk en later keizerlijk bestuur. Na het ontstaan van de Republiek werd Lange Ruige Weide ‘domeingoed’ van de Staten van Utrecht. Pas in 1820 werd de gemeente onderdeel van (Zuid-)Holland, waartoe het daarna altijd heeft behoord. Het lokale bestuur van Lange Ruige Weide leek overigens veel op die van andere Utrechtse gerechten. De schout was de spilfiguur van het gerecht. Hij zat vergaderingen van schout en schepenen voor en combineerde diverse bestuurlijke en ambtelijke functies en had verder neventaken in polder- en kerkbesturen. Het combineren van ambtelijke en bestuurlijke functies zag men ook terug bij andere bestuursleden en de praktijk zou blijven bestaan tot ver in de twintigste eeuw. Overigens woonde de hoogste bestuurder, de schout en later de burgemeester, vrijwel nooit binnen het gerecht of de gemeente: Lange Ruige Weide was bijvoorbeeld lange tijd een lucratieve nevenfunctie voor Utrechtse, Oudewaterse of Montfoortse notarissen. Lange Ruige Weide kon ook op veel belangstelling van notarissen rekenen waar het de ambachtsheerlijke rechten betrof. Deze rechten, die in 1715 werden verkocht door de Staten van Utrecht, gaven de ambachtsheer zeggenschap over de lage rechtspraak, de benoemingen van functionarissen en andere zaken. De verdeling van plekken in het bestuur gebeurde naar rato. Van de zeven schepenen kwamen er drie uit de polder Lange Weide, drie uit de polder Ruige Weide en een uit het dorp Driebruggen. Zoals bij veel kleine gerechten en gemeenten in Nederland, vonden vergaderingen van het plaatselijk bestuur plaats in gebouwen die meestal voor andere zaken werden gebruikt. Pas in 1928 werd er voor Lange Ruige Weide een gemeentehuis geopend die speciaal als zodanig gebouwd was.
Ondanks het Stichtse karakter, grensde Lange Ruige Weide aan Hollandse gerechten en gemeenten waar het nauwe banden mee onderhield. Met Waarder, de belangrijkste plaats voor Driebruggen, had Lange Ruige Weide niet alleen nauwe bestuurlijke en ambtelijke banden, maar was er ook veel samenwerking op kerkelijk gebied: men deelde de kosten van het beheer van de kerk en de armenzorg en kerkelijke functies werden naar rato verdeeld tussen de twee dorpen. Met Papekop en Hekendorp deelde Lange Ruige Weide geruime tijd de secretarie. Gelet op al deze bestaande vormen van samenwerking, en de beperkte middelen die de individuele gemeenten hadden, is het niet vreemd dat er meerdere malen aan gemeentelijke herindeling werd gedacht of gedaan. De eerste serieuze poging daartoe was de mairie Waarder en bestond uit een samenvoeging van de van oudsher Hollandse schoutambachten Barwoutswaarder en Waarder met de Utrechtse gerechten Hekendorp, Papekop en Lange Ruige Weide. De mairie was echter geen lang leven beschoren en bestond slechts van 1811 tot 1815. Maar ook na de Franse Tijd kwamen er herindelingsplannen. Zo werden er, vooral vanuit het provinciale bestuur, in 1828, 1844, 1847, 1852, 1915 en 1921 voorstellen gedaan om diverse gemeenten samen te voegen. Lang wist men deze pogingen tegen te houden. Het was pas in 1964 dat het tot een herindeling kwam. De gemeenten Lange Ruige Weide, Waarder, Hekendorp en Papekop werden samengevoegd tot een gemeente dat een landelijk karakter moest hebben. Het dorp Driebruggen werd het bestuurlijke en administratieve centrum en verleende de nieuwe gemeente haar naam. Na bijna vijfentwintig jaar werd deze gemeente zelf slachtoffer van een herindelingsronde. Blijkbaar was de levensvatbaarheid van de gemeente Driebruggen niet voldoende. Het was zeker duidelijk dat de binding tussen de vier kernen weinig was bestendigd door de fusie. De gemeente Driebruggen werd op 31 december 1988 opgeheven en het grondgebied verdeeld over bestaande gemeenten. Het dorp Driebruggen ging over naar de gemeente Reeuwijk, tegenwoordig Bodegraven-Reeuwijk.
Vanaf de twintigste eeuw begon de aanblik van Driebruggen flink te veranderen. Het meest ingrijpende was de uitbreiding van het aantal woningen in het dorp. Dit begon in de jaren 1920 ten noorden van de Kerkweg, maar breidde vooral uit in de periode dat de gemeente Driebruggen bestond. Het betrof onder meer sociale woningbouw dat aangestuurd werd door de gemeente(n). Een belangrijke aanjager van verdere woningbouw was de komst van een groeiend aantal forenzen dat buiten Driebruggen werkte. De komst van forenzen is ook tekenend voor de mate waarin Driebruggen uit een zeker isolement kwam, wat mede mogelijk gemaakt werd door de aanleg van de A12. Hoezeer en hoe snel Driebruggen groeide is goed te zien op een kaart van de polder Lange Weide uit de jaren 1950 (rechts). Het dorp bestond toen nog vooral uit de Kerkweg en de kern rond de Dubbele Wiericke. In de decennia daarna werden de getoonde gebieden ten noorden en zuiden van de Kerkweg volgebouwd. Ook werd in dezelfde tijd ten oosten van de Dubbele Wiericke gebouwd. Ook recentelijk vond aan die zijde van het kanaal woningbouw plaats, waarbij ook de in 2021 geopende kerk van de hersteld hervormde gemeente genoemd mag worden (Keizersmantel 1, Driebruggen). De komst van de kerk is een novum: voor het eerst in de geschiedenis van Driebruggen staat er een kerkgebouw op haar grondgebied. De kerk en de omliggende wijk zijn goede voorbeelden van de gestage, voortschrijdende groei van Driebruggen.
Archieven
- Schoutambacht of gerecht Lange Ruige Weide, 1600-1811 (R027)
- Gemeente Lange Ruige Weide, 1817-1938 (1964) (R028)
- Gemeente Lange Ruige Weide, (1922) 1939-1964 (1973) (R040a)
- Gemeente Driebruggen, (1939) 1964-1988 (R095)
Literatuur
- Alkemade, W.R.C. “Gemeente Driebruggen 1964-1988: vier dorpen tussen twee herindelingen.” Heemtijdinghen 51, nr. 1 (2015): 16-25.