Haanwijkersluis

Haanwijkersluis

In de Oude Rijn bij Harmelen werd in 1413 een dam gelegd om het water van waterschap Bijleveld te keren. De dam vormde de scheiding tussen de boezem van het Groot-Waterschap van Woerden en Bijleveld. De Haanwijkerdam vormde een obstakel voor de scheepsvaart op de Rijn. Halverwege de 17e eeuw deden de steden Utrecht, Woerden en Leiden er alles aan om de belangrijke vaarroute te verbeteren. Er werd een jaagpad aangelegd en diverse dammen werden veranderd in schutsluizen. Na lang aandringen was het in 1656 zover dat het Groot Waterschap overging tot het aanbesteden van de aanleg van een sluis op de plaats van de Haanwijkerdam. De kosten bedroegen 4229 gulden.

In 1672 is de sluis door de Franse troepen verwoest. Ook later werd de sluis diverse keren vernieuwd. De sluis is thans rijksmonument. De doorvaartbreedte bedraagt 3,10 meter en de afstand tussen de buitendeuren is 21 meter (tussen de binnendeuren 18 meter).

De bediening van de sluis werd vanouds door het Groot Waterschap van Woerden verpacht. Tot halverwege de 19e eeuw waren de opeenvolgende sluiswachters familie van elkaar. De familie Van Dam vormde hierbij de spil. Een en ander hield verband met het feit dat het Groot Waterschap aanvankelijk niet de beschikking had over een sluiswachterswoning. Het was dus afhankelijk van de direct omwonenden, hetgeen in de ogen van sommige waterschapsbestuurders de hoogte van de geboden pachtprijs niet ten goede kwam. Uiteindelijk was dat in 1848 aanleiding voor het waterschap om hoog in te zetten toen vlak bij de sluis een in slechte staat verkerende woning te koop werd aangeboden. Op deze plaats liet het waterschap door timmerman J.W. Stumpf uit Oudewater de sluiswachterswoning bouwen, die nog steeds aan het Jaagpad 16 staat. Deze woning heeft overigens niet de status van monument.

De Oude Rijn was vanouds een belangrijke handelsroute. Voorts zorgden ook de vele schepen van kleivletters voor druk verkeer op het water. De sluiswachter was gehouden dag en nacht klaar te staan voor schippers die de sluis wilden passeren. Door de aanleg van de spoorwegen en later de opkomst van het autovrachtverkeer liepen het aantal vaarbewegingen en daarmee de inkomsten van de sluiswachter sterk terug. In 1925 werd er nog ongeveer 3750 keer geschut, tegenwoordig is dat nog slechts enkele tientallen keren op jaarbasis. De sluis is momenteel eigendom van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.

Archieven
  • Archief van het Groot-Waterschap van Woerden (H094), o.a. invnrs E7-3, D13-7, D13-15 en D13-16;
  • Archief van het Groot-Waterschap Bijleveld en de Meerndijk (H028), o.a. invnr 251-252.
Literatuur
  • J.F. van Rooijen, “De Haanwijkersluis te Harmelen”, in: Heemtijdinghen, jg 39 (2003), nr 3, pp. 57-69.