Gemaal “De Adriaan”
Harmelen
- Ambachtsheer Adriaan de Joncheere (1829-1913)
- Beknopte geschiedenis van Harmelen
- Duiventoren
- Gemaal "De Adriaan"
- Gemeentehuizen
- Gemeentewapen
- Haanwijkersluis
- Herberg en rechthuis "Het Wapen van Harmelen"
- Huize Harmelen
- Kasteel Batestein
- Nederlands Hervormde Kerk
- Sint-Bavokerk (huidige)
- Sint-Bavokerk (voormalige) (kapel Huize Gaza)
- Treinramp van Harmelen
- Waterschap Breudijk
- Waterschap Gerverscop
- Waterschap Haanwijk
- Waterschap Oudeland-en-Indijk
Gemaal “De Adriaan”
De polders Bijleveld (met daarin de dorpskern Harmelen), Reijerscop, Mastwijk en Achthoven werden lange tijd bemalen door twee molens: de Dammolen ter hoogte van de Haanwijkersluis en de Achtkantenmolen op de plaats van het hier beschreven gemaal. Het water werd uitgeslagen op de Leidse Rijn.
In 1871 besloot het bestuur van het Groot-Waterschap Bijleveld en de Meerndijk te onderzoeken of een stoomgemaal het werk van de molens kon overnemen. Hierop bracht ir. P.A. Korevaar een technisch rapport uit. Korevaar had al tientallen stoomgemalen gesticht. Zijn plan voorzag in de bouw van het gemaal op de molenplaats van de Achtkantenmolen, nu bekend onder het adres Utrechtsestraatweg 1.
Bij openbare inschrijving werd het werk gegund aan de laagste inschrijvers. De bouw van het machinehuis werd uitgevoerd door G. Visscher te Papendrecht voor 23.073 gulden. De stoommachine werd geleverd door R. Reigers en Ter Meulen uit Zwolle voor een bedrag van 16.689 gulden. Op 1 oktober 1873 kon op feestelijke wijze de laatste steen worden gemetseld door het waterschapsbestuur. Het gemaal kreeg bij die gelegenheid de naam “De Adriaan”. Daarmee werd het stoomgemaal genoemd naar de dijk-watergraaf van het waterschap, Adriaan de Joncheere van Harmelen. Bij de bouw van het gemaal waren J.A. Meelboom, heer van Kockengen, B. Lenssinck, C. Verweij , J. Bos en C.W.E. van Voortst van Beest hoogheemraden; mr. B.G.A. Pabst kameraar en secretaris. Hun namen prijken samen met die van bouwmeester Korevaar op de gedenksteen van het gemaal.
De leverancier van het stoomwerktuig schoolde molenaar Nicolaas Streefland om tot eerste machinist van het stoomgemaal. Daarna benoemde het bestuur hem als zodanig op een jaarwedde van 250 gulden met de bepaling dat hij bij ontslag de dienstwoning moest verlaten.
De kosten van de bemaling werden omgeslagen over de 1612 hectare, de oppervlakte van de bovengenoemde vier polders. Opgemerkt wordt dat daarnaast ook de Harmelerwaard onder het waterschap Bijlveld viel, maar omdat daar sprake was van een directe natuurlijke lozing op de Bijleveld nam zij een aparte positie in. In 1874 werd voor het scheepsvaartverkeer een sluis bij het gemaal gelegd. Precies honderd jaar later werd deze gedempt.
Het gemaal heeft lange tijd met de nodige moderniseringen dienst gedaan. In 1923 werd de stoommachine vervangen door een elektrisch gemaal, ontworpen door de ingenieurs W.C. en K. de Wit uit Amsterdam. In 1989 werd besloten om een nieuw gemaal “Bijleveld” te bouwen voor aan de Utrechtsestraatweg. Het gemaal De Adriaan werd daarna ontmanteld.
Archief
- Archief van het Groot-Waterschap Bijleveld en de Meerndijk (H028), o.a. invnrs 89-94.
Literatuur
- Karel Loeff en Elyze Smeets, Harmelen: geschiedenis en architectuur (Zeist, 2000), pp. 139-140.