Beknopte geschiedenis van Snelrewaard
Beknopte geschiedenis van Snelrewaard
In het gebied tussen de drie stadjes Woerden, Montfoort en Oudewater lag tot 1 januari 1989 de zelfstandige gemeente Snelrewaard. Het grondgebied ervan was ongeveer gelijk aan dat van de waterschappen Snelrewaard, Zuid-Linschoten en Noord-Linschoten. De bebouwing van de gemeente bestond uit twee langgerekte boerderijlinten: de ene liep aan weerszijden van de Lange Linschoten vanuit Oudewater in noordoostelijke richting naar Linschoten, de andere vanuit Oudewater langs de Hollandse IJssel naar Montfoort.
Snelrewaard en Lange Linschoten, zoals het gebied vóór 1811 heette, is waarschijnlijk in de twaalfde eeuw ontgonnen. De polders Noord- en Zuid-Linschoten hadden de Lange Linschoten, ontstaan uit een oud veenstroompje, als ontginningsbasis, terwijl Snelrewaard vanuit de Hollandse IJssel in cultuur werd gebracht. Lange tijd waren Snelrewaard en Lange Linschoten een bestuurlijke eenheid met het meer westelijk gelegen Hekendorp. Het gebied, dat tot het graafschap Holland behoorde, was door de graaf in leen gegeven aan de burggraaf van Montfoort, die het bij “zijn” Land van Montfoort voegde. De familie De Merode, die in de zeventiende eeuw het Burggraafschap in handen had, verkocht rond 1660 al zijn bezittingen en rechten in de Nederlanden. De hoge heerlijkheid, de term voor het bestuur en recht in een bepaald gebied, van Snelrewaard, werd verkocht aan raadpensionaris Johan de Witt, die, om zijn functie in het Gewest Holland te kunnen uitoefenen, eigenaar moest zijn van een heerlijkheid. In 1723 kwam de hoge heerlijkheid in handen van de famlie Strick van Linschoten en aan het begin van de negentiende eeuw kreeg de Gelderse familie Van Dam de heerlijke rechten van Snelrewaard in eigendom. Die rechten verloren hun waarde in 1848.
Hoeveel inwoners Snelrewaard en Lange Linschoten vóór 1800 hadden is niet precies bekend, maar in 1632 waren er 37 huizen en in 1732 was dat gestegen tot 48. De inwoners waren vrijwel allemaal landbouwer of veehouder of werkten als boerenknecht of dienstmeid op een boerderij. Het bestuur van het gerecht bestond uit een schout en vijf schepenen, die ook recht spraken. Omdat Snelrewaard een bestuurlijke band had met Hekendorp was de schout van Hekendorp vaak tegelijk schout van Snelrewaard. In Snelrewaard hadden de plaatselijke bestuurders het halsrecht, wat betekende dat zij, na een eerlijk proces, doodvonnissen mochten uitspreken.
In 1820 ging de gemeente Snelrewaard over van de provincie Holland naar de provincie Utrecht. Er was ook na de Franse tijd verder weinig veranderd. Het aantal inwoners was en bleef klein: rond 1835 woonden er zo’n 380 mensen in Snelrewaard, in 1900 waren het er ongeveer 500, in 1945 ongeveer 670 en in 1988, het opheffingsjaar van de gemeente, waren er 875 Snelrewaarders. Omdat de gemeente nu in Utrecht lag kwam het steeds vaker tot samenwerking met de Utrechtse buurgemeente Linschoten. De burgemeester en secretaris van die gemeente werden ook benoemd tot burgemeester en secretaris van Snelrewaard en de twee gemeentes deelden ook het gemeentehuis in Linschoten. Het duurde nog tot na de tweede wereldoorlog voordat Snelrewaard elektriciteit en een drinkwaterleiding kreeg; tot die tijd behielp men zich met petroleum, regen- en slootwater. Winkels waren er in Snelrewaard evenmin de inwoners deden hun inkopen op marktdagen in Oudewater of Woerden of kochten hun dagelijkse behoeften bij de aan huis komende bakker, melkboer of kruidenier. Ongeveer 2/3 van de inwoners van Snelrewaard was Rooms-Katholiek, de rest was protestant; ze gingen in Oudewater of Linschoten naar de kerk. Ook voor het onderwijs was men aangewezen op die plaatsen, want een school is er in Snelrewaard nooit geweest.
De eerste na-oorlogse nieuwbouw bestond uit acht woningwetwoningen aan de Waardsedijk, gebouwd tussen 1953 en 1957. Daarna werd er jarenlang niet gebouwd, totdat in 1978 een begin werd gemaakt met een wijkje van ongeveer 45 huizen, deels particuliere woningen, deels sociale woningbouw, ten zuiden van de Linschoten, tegen de grens met Oudewater, aan de Laan van Snelrewaard en de Pastoorsakker. De bouw van dit wijkje was grotendeels voltooid toen halvewege de jaren ’80 van de vorige eeuw duidelijk werd, dat Snelrewaard het zelfstandig niet meer zou redden. Met ingang van 1 januari 1989 werd de gemeente opgeheven en grotendeels bij de gemeente Oudewater gevoegd; een klein stukje van de Waardsedijk en de daaraan gelegen grond en huizen ging op in de gemeente Montfoort.
Archieven:
- Archief van het gerecht Snelrewaard, Noord- en Zuid-Linschoten en IJsselvere, 1606-1813 (O004);
- Archief van het gemeentebestuur van Snelrewaard, 1817-1988 (O005).
Literatuur:
- Sprokkelingen uit de geschiedenis van Linschoten en Snelrewaard, dl 1 en II (Woerden, 1978).