Beknopte geschiedenis van Willige Langerak
Willige Langerak
Beknopte geschiedenis van Willige Langerak
De tot 1943 zelfstandige gemeente Willige Langerak bestond sinds 1857 uit het oorspronkelijke gelijknamige gerecht en de in dat jaar aan de gemeente toegevoegde gemeentes Cabauw en Zevender. Het grondgebied van Willige Langerak besloeg ongeveer 570 hectare. De naam Willige Langerak is deels verklaarbaar: een lange rak is een recht stuk in een rivier, in dit geval de Lek. Willige verwijst misschien naar wilgenbomen.
Het oude Willige Langerak lag op de noordoever van de Lek, langs de Lekdijk. Aan de overkant van de Lek ligt het dorp Langerak. Hoewel Willige Langerak al eeuwenlang tot Utrecht behoort en Langerak tot (Zuid-)Holland is er een theorie, dat beide plaatsen in het verre verleden onder één bestuur zouden hebben gestaan, gescheiden door de rivier.
Willige Langerak is in de tweede helft van de twaalfde eeuw ontgonnen vanuit de Lek en werd begrensd door een kade, die later de Tiendweg werd. In een akte uit 1272 wordt al gesproken over een kerk in Willige Langerak. Deze kerk werd in het tweede kwart van de zeventiende eeuw vervangen door een nieuw, het huidige kerkgebouw, Rondom dit kerkje ontstond een dorp, waarvan de meeste huizen tussen de Lekdijk en het kerkje lagen, maar ook tussen de kerk en het riviertje de Zevender was bebouwing. Verder lagen er verspreide boerderijen ten noorden van de Lekdijk en langs de Tiendweg. Ten westen van de Zevender ontstond de stad Schoonhoven, die misschien jonger is dan het oude dorp Willige Langerak.
In de eerste helft van de zeventiende eeuw woonden er ongeveer driehonderd mensen in het gerecht Willige Langerak. Deze kleine gemeenschap kreeg in 1672 te maken met oorlogsgeweld en rampspoed. De Hollandse Waterlinie, de verdediging van Holland, werd in werking gesteld. Ondanks hevig verzet van boeren uit Willige Langerak en wijde omgeving werd de Lekdijk op drie plaatsen doorgestoken, waardoor het dorp onder water kwam te staan. De kerktoren en een groot aantal huizen was kort daarvoor al afgebroken, omdat er vanuit de vestingstad Schoonhoven een vrij schootsveld moest zijn naar het oosten.
Het duurde na het Rampjaar nog jaren voordat Willige Langerak zich weer enigszins hersteld had. Pas aan het begin van de achttiende eeuw werd de kerk hersteld. Maar ook daarna bleef rampspoed het dorp niet bespaard. Doorbraken van de Lekdijk in 1726, 1751 en 1760 zetten het dorp en de boerderijen grotendeels onder water. Na de overstroming van 1760 woonden de 260 inwoners van Willige Langerak verspreid over zo’n vijftig huizen, terwijl een aantal door de watersnood getroffen inwoners zich moest behelpen met hutten van hout en riet.
Het dorp werd bestuurd door een schout, bijgestaan door zeven schepenen. Ze vergaderden in het Rechthuis, een herberg aan het begin van de Tiendweg. Het huis was eigendom van de heren van Willige Langerak. Ook in de negentiende eeuw vergaderde het gemeentebestuur van Willige Langerak nog in dit zogenaamde “Jachthuis’ aan de tegenwoordige De Montignylaan 28 in Schoonhoven. Dit gemeentebestuur bestond uit een burgemeester en zeven gemeenteraadsleden, waaruit twee wethouders waren gekozen. Naast dit Jachthuis werd in 1932 een ambtswoning voor de burgemeester van Willige Langerak, later van Lopik gebouwd; deze is tot 1963 in gebruik gebleven.
Tot ver in de negentiende eeuw waren de veehouderij en de griendcultuur, vaak in combinatie met fruitboomgaarden, de belangrijkste bronnen van inkomsten voor de inwoners van Willige Langerak. Daarnaast waren er kleine middenstanders en ambachtslieden in en nabij de dorpskern en was er tot in het begin van de achttiende eeuw een korenmolen aan de Lekdijk, ter hoogte van de huidige Graaf Floris IV-weg. Pas vanaf het begin van de vorige eeuw kwam er enige industrie in de vorm van de op de grens met Schoonhoven gelegen melkfabriek Consus.
Willige Langerak had vanouds een dorpsschool met een schoolmeesterswoning, gelegen op het huidige adres Tiendweg 28-30. In 1873 werden die gesloopt en werden er een nieuwe school en onderwijzerswoning gebouwd. Deze openbare school verloor veel leerlingen toen in 1926 een School met den Bijbel werd opgericht (het huidige Buurthuis ’t Wilgegat aan de Graaf Floris IV-weg) en moest in 1952 tenslotte zijn deuren sluiten. De School met den Bijbel, later Immanuelschool geheten, ging in 1990 dicht in verband met het sterk gedaalde aantal schoolkinderen.
De zelfstandige gemeente Willige Langerak werd per 1 januari 1943 opgeheven en met Jaarsveld en Lopik samengevoegd tot een nieuwe gemeente Lopik. In 1970 werd het westelijk deel van Willige Langerak, de oude dorpskern met de kerk, van de Utrechtse gemeente Lopik afgescheiden en aan de Zuid-Hollandse gemeente Schoonhoven toegevoegd; het dorp is nu opgenomen in de nieuwbouw ten oosten van de stad. Het buitengebied met de Tiendweg en de Lekdijk bleef bij Lopik.
Archieven
- Archief van de heerlijkheid (dorpsbestuur) Willige Langerak, 1649-1811 (L004)
- Archief van de gemeente Willige Langerak, 1813-1942 (L049)
- Archief van de gemeente Lopik, 1943-1988 (L091)
- Archief van de Christelijke Basisschool Immanuel te Willige Langerak, 1925-1990 (L061)
Literatuur
- Een terugblik op Willige Langerak (z.p., 1970);
- M. de Pooter (eindred.), “Voor Zijn troon en hier beneden: 350 jaar Hervormde gemeente Willige Langerak (Willige Langerak, 2002), p. 14-27;
- W.F.J. den Uyl, De Lopikerwaard I: dorp en kerspel tot 1814 (Utrecht, 1963), p. 119-135;
- Willige Langerak: een kern met hart voor natuur en cultuur [Open Monumentendag 2015], (Lopik, 2015)