Gemeentehuis
Benschop
Gemeentehuis
De gemeente Benschop was tot 1 januari 1989 een zelfstandige gemeente. Vanaf die datum maakte Benschop samen met de gemeente Polsbroek, waarvan de zelfstandigheid in 1989 eveneens afliep, deel uit van de gemeente Lopik. Daarmee kwam er ook een einde aan de bijna vijftigjarige functie van het gemeentehuis van Benschop en Polsbroek aan het Dorp 182 in Benschop.
Al in de negentiende eeuw hadden Benschop en Polsbroek gezamenlijk een gemeentesecretarie. Ze hadden die ook nog samen met de gemeente Hoenkoop, die al in 1970 werd opgeheven. Dat was historisch zo gegroeid. De burgemeester van Benschop was ook burgemeester van Polsbroek en Hoenkoop; tot 1927 combineerden de burgemeesters hun functie met die van gemeentesecretaris. De administratie en het archief van de drie gemeenten lagen tot 1922 bij de burgemeester thuis in zijn Benschopse woning. De gemeenteraden vergaderden echter, omdat de Gemeentewet dat voorschreef, wel elk in hun eigen gemeente. De Benschopse raadsvergaderingen werden gehouden in het vroegere rechthuis aan het Dorp. Dat was een herberg die vroeger De Hardenbol, Het Lam en vervolgens De Vergulde Posthoorn heette. De raad van Polsbroek kwam bijeen in een pand aan het Dorp, dat later tot dorpshuis werd verbouwd. De gemeente huurde er tot 1988 de raadzaal. De raadzaal van Hoenkoop was in een café aan de Damweg en kwam in 1935 in een nieuw raadhuis aan de Goudseweg.
Maar zoals gezegd, de secretarie was bij de burgemeester aan huis. Roelof van Beusekom, van 1899 tot aan zijn dood in 1927 de laatste burgemeester, die ook gemeentesecretaris was, was daar niet gelukkig mee. Hij wilde af van de gemeentelijke papieren, die in de zogenaamde ‘rode kamer’ in zijn woning aan het Dorp 179 in Benschop stonden opgeslagen. Al in 1906 probeerde hij daarvoor een aparte ruimte te vinden, maar de gemeenteraad was daar vanwege de kosten niet voor te vinden. In 1921 waren de geesten wel rijp voor een nieuwe secretarie. Voor 6000 gulden werd een pand aan het Dorp, op de plaats van het latere nieuwe gemeentehuis, gekocht. Dit huis werd vervolgens aangepast tot raadzaal en gemeentesecretarie.
Op 2 februari 1922 kon burgemeester Van Beusekom de eerste raadsvergadering leiden in het nieuwe gemeentehuis van Benschop, dat tevens gemeentesecretarie voor Polsbroek en Hoenkoop werd. Het gebouw, dat voorheen een woonhuis was, was eigenlijk niet geschikt voor zijn nieuwe functie. Het was te klein en onoverzichtelijk ingedeeld. De in 1935 aangetreden burgemeester C.L. Schreuders maakte zich sterk voor een nieuw gemeentehuis. In 1939 kreeg hij de drie gemeentebesturen achter dit plan. Verschillende bouwkundigen werd gevraagd om een ontwerp te maken en hieruit werd het ontwerp van de Amsterdamse architect A.A. Kok (1881-1951) gekozen. Dat was een gerenommeerde architect, die onder andere in 1938 het gemeentehuis te Winterswijk had ontworpen. Het werk werd kort daarna aanbesteed aan het Benschopper aannemersbedrijf A.A. van Kleef en Zn. Op Koninginnedag 1939, 31 augustus, legde burgemeester Schreuders de eerste steen en ruim een half jaar later, op 21 maart 1940, werd het nieuwe gemeentehuis officieel geopend.
Het gebouw bestaat uit twee bouwlagen met een zolderverdieping en is ontworpen in de stijl van de Delftse School. Het is voorzien van grote, zesruitsvensters. De ingang ligt centraal in de voorgevel in een uitstekend deel met een opgemetseld tuitgeveltje. Het gemeentehuis heeft een zadeldak met zwarte verbeterd Hollandse dakpannen en is bekroond met twee gestileerde schoorstenen. In de ruiten boven de voordeur zijn, als symbolen van het landelijk karakter van de gemeente, een koeienkop en een boom afgebeeld. Ook zijn de letters SPQB (Senatus Populesque Benschopus, de raad en het volk van Benschop) en het jaartal 1939 in de ruiten aangebracht. In de topgevel is daarnaast ook het gemeentewapen van Benschop in een gevelsteen uitgehakt. Dit wapen was een geschenk van de inwoners van Benschop, die daarvoor via collectes en intekening het geld bijeen hadden gebracht. Achter het gemeentehuis staat een in dezelfde stijl ontworpen dienstwoning voor de gemeentebode.
Het personeel van de secretarie bestond in 1940, inclusief de gemeentesecretaris, uit vijf personen. Dat groeide in de loop der jaren aanzienlijk, zodat er regelmatig interne verbouwingen en aanpassingen verricht moesten worden. De samenvoeging van de gemeente Hoenkoop met Oudewater in 1970 zorgde ervoor dat een aantal ambtenaren en veel dossiers en archief het gemeentehuis verlieten. De ruimte, die daardoor ontstond, was hard nodig voor het personeel en de administratie van de achterblijvers Benschop en Polsbroek.
Na de opheffing van de gemeenten Benschop en Polsbroek stond het gemeentehuis enige tijd leeg. Later werd het pand in gebruik genomen als kantoor van de Benschopse woningbouwvereniging “Goed Wonen”, sinds 2017 “De Woningraat”.
Archief:
- Archief van de gemeente Benschop 1813-1942 (L051), doos “gemeentehuis” (niet geïnventariseerd);
- Archief van de gemeente Benschop 1942-1988 (L092), invnr 232-233.
Literatuur:
- Feestelijkheden rondom Benschops Burgemeesters en van woonhuis tot gemeentehuis (Benschop, 1960);
- Fred Gaasbeek en Teun Winkelman, Lopik: geschiedenis en architectuur (Zeist, 1996), p. 166-168.