Beknopte geschiedenis van Polsbroek
Polsbroek
Beknopte geschiedenis van Polsbroek
De landen onder Polsbroek zijn naar twee kanten ontgonnen vanuit de Polsbroekerwetering, die voor de afwatering gegraven was. Zo ontstond aan de ene kant Noord-Polsbroek, dat als apart schoutambacht onder de Baronie van IJsselstein viel. Aan de andere kant lag Zuid-Polsbroek, dat een apart ambacht was dat onder Holland viel. Beide Polsbroeken kwamen pas in 1857 onder een gemeentelijk bestuur.
Waar Noord-Polsbroek zich niet verder ontwikkelde dan tot een lint van (agrarische) bebouwing, kreeg Zuid-Polsbroek al vóór 1258 een eigen kerk. Omdat hier ook de bewoners van Vlist, Bonrepas en Noord-Polsbroek kerkten, werd de kerk helemaal tegen de westgrens van het ambacht gebouwd. Hier werd overigens in 1754 Paulus Theodorus van Brussel gedoopt, die zich later zou ontwikkelen tot een vrij bekende schilder van stillevens (bloemen en fruit). Rond de kerk onstond een kleine kern met pastorie, school en rechtshuis annex herberg.
Een andere kern die zich ontwikkelde was Polsbroekerdam. Die dankte zijn naam aan de dam die hier in de dertiende eeuw in de Benschopperwetering was gelegd. Waar nu “Het Wapen van Benschop” staat, werd op dit knooppunt van wegen al vroeg een herberg gebouwd. Ten zuiden van de dam staat een torenachtig bouwsel, “het blockhuijs”. Het is mogelijk in de oorlogsjaren 1508/09 gebouwd voor de verdediging ter plaatse.
Vlakbij, in de nog bestaande boerderij aan de Zuidzijdseweg 198, ontstond in 1677 een schuilkerk van Jansenisten, katholieken die het leergezag van Rome niet erkenden. Tot 1781 had het kerkje een eigen pastoor, daarna – tot 1840 – werd het bediend door de oud-katholieke pastoor van Oudewater.
Niet onvermeld mag blijven dat in de periode 1818-1820 in een boerderij in Polsbroekerdam een bijbels gemeenschap zich vestigde , ontstaan vanuit de zogenaamde “Zwijndrechtse Nieuwlichters”. Zij wilden net als de eerste christenen leven in gemeenschap van goederen en onderlinge steun. Zij leefden van de verkoop van zwavelstokken, dat hen tevens overal waar zij kwamen de mogelijkheid hun geloof te verkondigen.
Polsbroek bleef een kleine en sterk agrarische gemeente. In 1941 werd er door De Producent uit Gouda een coöperatieve grasdrogerij gebouwd. In 1936 vestigde het gemeentebestuur in de voormalige openbare school van Polsbroek en Vlist het raadhuis. Bij de gemeentelijke herindeling van 1989 werd Polsbroek onderdeel van de gemeente Lopik. In de daarop volgende jaren ’90 haalde Polsbroek menigmaal de kranten in de discussie over Herman, de eerste transgene stier ter wereld. Tot zijn verhuizing in 2002 naar Naturalis in Leiden verbleef Herman bij het bedrijf Pharming in Polsbroek.
Literatuur
- Fred Gaasbeek en Teun Winkelman Lopik: geschiedenis en architectuur (Zeist, 1996), o.a. pp 29-32;
- W.J.F. den Uyl De Lopikerwaard: I Dorp en Kerspel (Utrecht, z.j.), o.a. pp. 204-251 en 411-426.