Wapen en de vlag van het waterschap
Leidse Rijn
Wapen en de vlag van het waterschap
Het wapen van het waterschap Leidse Rijn is toegekend bij Koninklijk Besluit van 4 juli 1980, nr 11, en werd daarbij als volgt omschreven: “doorsneden door middel van een golvende versmalde dwarsbalk van goud: I gedeeld door middel van een paal van azuur, beladen met een versmalde paal van natuurhermelijn; a in goud een omgewende leeuw van keel, getongd en genageld van azuur; b in keel een kruis van zilver; II in sinopel een Romeinse helm, van voren gezien, in de bovenhoeken vergezeld van een penning, alles van goud. Het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee parels”.
Het waterschap Leidse Rijn werd officieel in 1980 opgericht. Het ontstond na een samenvoeging van de waterschappen Bijleveld, Heycop, Kortrijk, Oudegein, Portengen en Vleutense Wetering. Het waterschap lag in het westelijk deel van de provincie Utrecht en omvatte in grote lijnen (delen van) de gemeenten Kockengen, Vleuten-De Meern, Harmelen, Linschoten, IJsselstein en Nieuwegein. Het waterschap was gevestigd in Vleuten.
Al voor de officiële oprichting van het waterschap ging het voorlopig bestuur op zoek naar een wapen dat het gehele grondgebied moest kunnen vertegenwoordigen. Voor de bovenste deel van het wapen werd de merkwaardige waterstaatkundige situatie van Kockengen als uitgangspunt genomen. Hier waren parallel aan elkaar twee waterwegen gegraven: in 1385 de Heycop door de bisschop van Utrecht en in 1413 de Bijleveld door de graaf van Holland. Een en ander was een gevolg van de vijandigheden en spanningen tussen Holland en het Sticht. In het wapen verwijst de leeuw naar Holland en het kruis naar Utrecht. De paal van natuurhermelijn symboliseert de moeraswildernis in het stukje niemandsland tussen beide waterwegen. Ditzelfde pelswerk was overigens in 1966 ook al om dezelfde reden bij een ander waterschap, Smilde, gebruikt.
De onderste helft van het wapen is overgenomen van waterschap Vleutense wetering, het grootste van de zes in Leidse Rijn gefuseerde waterschappen. Dit waterschap had in 1959 een wapen gekregen waarvan de onderste helft herinnerde aan de functie die de Rijn als “limes” of noordgrens van het Romeinse Rijk had vervuld. De golvende dwarsbalk verwijst naar deze grens. De aanwezigheid van de Romeinen werd verbeeld door de Romeinse helm, en de gouden penningen. Dit laatste tegen de achtergrond dat met de Romeinen munten een rol gingen spelen in het handelsverkeer in de streek.
In december 1988 stelt het algemeen bestuur een waterschapsvlag vast met de volgende omschrijving: Een groene broeking met in de broektop een gele Romeinse helm met een hoogte, gelijk 4/10 vlaghoogte; de vlucht in drie golvende evenhoge horizontale banen wit-rood-wit”. De kleuren waren ontleend aan het wapen. Het groen stond voor het weiland ten noorden en zuiden van de Rijn. De golvende banen verwijzen naar de Leidse Rijn, waaraan het waterschap de naam te danken had. De kleuren van de banen waren rood en wit, wat zowel de stadskleuren van Utrechts als die van Leiden zijn.
Met ingang van 1994 werd het waterschap Leidse Rijn opgeheven. Het waterschap ging op in het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.
Archief
- Archief van het waterschap Leidse Rijn 1980-1993, invnr. 41.