
Nieuw archief ontvangen: R130 Hoge heerlijkheid Vrijenes en de ambachtsheerlijkheid Sluipwijk, 1697-1955 (1994)

Onlangs heeft het Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard een nieuw archief mogen ontvangen: het archief van de Hoge Heerlijkheid Vrijenes en de Ambachtsheerlijkheid Sluipwijk 1697-1955 (1994). Het archief is geschonken door de heer J.G. Brewer van Vrijenes Slupick uit Raalte, de Heer van Sluipwijk. Sluipwijk en Vrijenes zijn twee aparte heerlijkheden, maar zijn lange tijd eigendom geweest van dezelfde Heren (of Vrouwen), en hebben daarom een (deels) gedeeld archief.
Ondanks dat Sluipwijk een ‘lage’ ambachtsheerlijkheid was en Vrijenes een ‘Hoge’, was Sluipwijk in alle andere opzichten groter dan Vrijenes. Sluipwijk had in die tijd een stuk of dertig huizen. Sluipwijk, zo blijkt uit een kaart van 1647, bestond uit twee boerderijen en een molen. Een tekening van Jacobus Stellingwerf laat een kasteeltje ‘Huis Vrijenes’ zien, maar dit is naar alle waarschijnlijkheid een sterk gepolitoerde weergave van een boerderij annex buitenplaats waar de Heren van Vrijenes hun zomers doorbrachten. Dit gebouw zou in het Rampjaar 1672, samen met het archief van de beide Heerlijkheden, tijdens de Franse veldtocht in brand zijn gestoken, en daarna weer herbouwd.
Het archief beslaat de periode van 1697 tot en met 1955, maar zowel Vrijenes als Sluipwijk bestonden al veel eerder. Hoge Heerlijkheid Vrijenes ontstond waarschijnlijk ergens in de veertiende of vijftiende eeuw, en was eerst onderdeel van de heerlijkheid Zwammerdam (Voshol) geweest. Sluipwijk werd in het eind van de dertiende eeuw ontgonnen. Beide heerlijkheden stonden onder het bewind van de Hollandse adel. Even voor 1628 kocht een Amsterdamse koopman, Hillebrandt den Otter, die al Heer was van onder andere Sluipwijk, de Hoge Heerlijkheid Vrijenes.
Na het overlijden van zijn afstammeling Maria Magdalena Gravin van Sluypwijck Moens in 1802 werden de twee heerlijkheden verkocht aan de Woerdenaar Sigismundis Petrus Ham. Het land, de twee boerderijen en het molentje van Vrijenes werden verkocht aan de boer Joost Tukker uit Boskoop. Bij latere eigenaren van de boerderijen (die soms van eenzelfde, soms van twee verschillende eigenaren waren) is hier een misverstand over ontstaan; zij waren in de veronderstelling óók de heerlijkheid zelf aan Tukker was verkocht. Uiteindelijk is het de eigenaar van een van de boerderijen, Jan Ulrich Smit uit Alblasserdam, in 1917 toch gelukt om ook weer de Heerlijkheid Vrijenes te kopen. Zijn kleinzoon deed de boerderij in 1974 van de hand, maar de familie Smit is tegenwoordig nog steeds de officiële Heer van Vrijenes, hoewel de heerlijke rechten die hieraan verbonden waren natuurlijk al lange tijd niet meer golden. De boerderijen, hoewel niet meer in oorspronkelijke vorm, staan aan de Oud-Bodegraafseweg.
Het archief zal binnenkort beschikbaar zijn. Voor meer informatie over de Hoge Heerlijkheid Vrijenes en de Ambachtsheerlijkheid Sluipwijk kunt u de volgende literatuur naslaan, bij ons in te zien:
- Alkemade, Rob, ‘Reeuwijk en Sluipwijk tussen 1300 en 1672’, in: Reeuwijkse Reeks 13 (1999), p. 16-23.
- Alkemade, W.R.C. en Maatje, G.A.F., ‘Eén heerlijkheid, twee heren… Onduidelijkheid en onenigheid over Vrijenes in de 19e en 20e eeuw’, in: Heemtijdinghen 34e jaargang no.1 (maar 1998), p. 10-19.
- Maatje, G.A.F., ‘Vrijenes: het land en de Huizen’, in: Heemtijdinghen 34e jaargang no.1 (maar 1998), p. 1-4.
- Maatje, G.A.F., ‘Het wapen van Vrijenes’, in: Heemtijdinghen 34e jaargang no.1 (maar 1998), p. 5-9.
- Maatje, G.A.F., ‘Vrijenes tussen Sluipwijk en Zwammerdam: een wat moeilijke positie’, in: Heemtijdinghen 34e jaargang no.1 (maar 1998), p. 20-24.
- Maatje, G.A.F., ‘Heren en vrouwen van Vrijenes’, in: Heemtijdinghen 34e jaargang no.1 (maar 1998), p. 24-32.